|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Extremen. |
|
|
|
|
Extremen van de grafiek zijn toppen
en dalen van die grafiek. De maxima en minima.
't Is een verzamelnaam voor beiden.
Extremen van een grafiek zijn erg interessant....
Waarom?
Nou, droom maar even mee, stel je voor..... |
|
|
|
|
• |
...dat je een formule voor de winst van je
bedrijfje hebt als functie van het aantal producten dat je gaat
produceren. Dan is het toch wel érg interessant bij welke
productiegrootte die winst maximaal is. |
• |
...dat je weet hoe de oppervlakte van een
literblik afhangt van de hoogte. Dan wil je graag weten bij welke hoogte
die oppervlakte minimaal is, want dan heb je het minste materiaal nodig
om je blik te maken. |
• |
...dat je een formule hebt ontdekt die
zegt hoe goed gistcellen werken bij een bepaalde temperatuur. Dan wil je
natuurlijk meteen weten bij welke temperatuur hun werking maximaal is.
Toch? |
|
|
Geef
maar toe: extremen zijn gewoon interessant! |
|
|
Wiskundig is het
gelukkig erg makkelijk zulke maxima en minima van een grafiek op te
sporen. Je ziet het vast meteen in de volgende grafiek. Daar is bij elk
maximum en elk minimum de raaklijn getekend.
De quizvraag van vandaag is natuurlijk: "Wat valt je
op????????" |
|
|
Nou ik kan me haast niet voorstellen dat iemand
het niet ziet: Die raaklijnen zijn allemaal horizontaal.
Maar dat betekent dat de helling van die lijnen nul is.
Maar dat betekent dat de helling van de grafiek zélf daar ook
nul is.
AHA....... dat is f
'!!!
Dat geeft ons een manier om maxima en minima (extremen) op
te sporen:
|
|
|
Bij
een maximum of minimum van f geldt f '
= 0 |
|
|
|
Bedenk goed dat je bij een
maximum/minimum dus op deze manier niet altijd het
absoluut hoogste/laagste punt van de grafiek hoeft te
vinden. In de grafiek hierboven zie je al wel dat de grafiek meerdere
extremen heeft (drie maxima en twee minima om precies te zijn), en die vind
je allemaal via f ' = 0 .
Met f ' = 0 vind je wat we noemen locale
maxima en minima: ter plekke is de grafiek even maximaal of minimaal
maar dat wil nog niet zeggen dat de grafiek elders niet nog hoger of lager
kan zijn. |
|
|
Maar ehmm.... Hoe weet je
nou of 't een maximum of een minimum is ?
De simpelste manier om daar achter te komen is om de grafiek te plotten en gewoon te kijken of er
een top of een dal zit bij de x die je hebt berekend. |
|
|
|
Voorbeeld
Bereken de maxima en minima van de grafiek van:
f(x) = x3 -
6x2 - 15x
+ 10
Oplossing:
f '(x) = 3x2
- 12x
- 15
3x2 - 12x
- 15 = 0
x2 - 4x
- 5 = 0
(x - 5)(x + 1) = 0
x = 5 ∨ x = -1
Dat geeft de punten (5, -90) en (-1, 18)
In de figuur zie je dat (5, -90) een minimum is en
(01, 18) een maximum. |
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Bereken algebraďsch welke extremen de
volgende functies hebben. Geef elke keer ook aan of het om een
maximum of een minimum gaat. |
|
|
|
|
|
|
a. |
f(x) = 4x2 + 6x
+ 5 |
d. |
f(x) = 4x2 + 1/x |
|
|
|
|
|
|
b. |
y = x3
- 12x2
+ 36x - 6 |
e. |
f(x) = 4/x˛
+ 4x - 3 |
|
|
|
|
|
|
c. |
y = 3x -
2√x |
f. |
y = 1/4x2
- x√x
|
|
|
|
|
2. |
Een touroperator
organiseert busreizen naar het Zwarte Woud in Duitsland.
Voor een reis van een week, inclusief verblijfkosten,
vraagt men €620,- en daar gaan
meestal 120 mensen mee. Zo'n resi levert de touroperator dus 120
· 620 = 74400 euro aan inkomsten op.
Maar als men de prijs verlaagt dan gaan er meer mensen mee. Voor
elke 10 euro die er van de prijs afgaat, blijken er 5 mensen
extra mee te gaan.
Uiteindelijk besluit men daarom om t keer 10 euro
van de prijs af te halen.
an is het totale bedrag (T) dat men aan inkomsten
ontvangt gelijk aan
T = 74400 + 1900t -
50t2 |
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat die formule klopt. |
|
|
|
|
b. |
Bij welke prijs zijn de inkomsten van
de touroperator maximaal? |
|
|
|
|
3. |
Gegeven zijn de functies:
fa(x) = p√x
- 4x |
|
|
|
|
a. |
Geef de vergelijking van
de raaklijn aan de grafiek van f1 in het punt
waarvoor
x = 4. |
|
|
|
|
b. |
Er is een functie fa
die een maximum heeft bij x = 9. Bereken de y-coördinaat
van dat minimum. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Gegeven zijn de functies
fp(x) = x3 + px2
+ 2x - p
,waarbij p een positief getal is. |
|
|
|
|
a. |
Bereken algebraďsch de
coördinaten van de extremen van f4. |
|
|
|
|
b. |
Geef een vergelijking van
de raaklijn aan de grafiek van f2 in het punt
waar x = 1 |
|
|
|
|
c. |
Bewijs dat alle grafieken
van fp door hetzelfde punt gaan. |
|
|
|
|
d. |
Onder een bepaalde p
heeft de grafiek van fp geen extremen meer.
Onderzoek met je GR welke p dat is, en probeer vervolgens
met formules te verklaren waarom dat zo is. |
|
|
|
5. |
Elk jaar op 1 mei moet
iedereen zijn belastingaangifte hebben gedaan.
De overheid opent daarom vanaf 1 maart een telefonische
hulplijn (helpdesk) waar mensen met vragen terecht kunnen.
Voor het aantal vragen dat per dag bij de hulplijn binnenkomt
blijkt te gelden:
V(t) = 140t - 20t1,5
Daarin is V het aantal vragen per dag en t de tijd
in dagen met t = 0 op 1 maart. |
|
|
|
|
a. |
Leg uit dat men ook na 1
mei nog een aantal dagen vragen krijgt.
Hoeveel dagen? |
|
|
|
|
b. |
Bereken het maximale
aantal vragen dat er op een dag binnenkomen. |
|
|
|
|
c. |
Op een gegeven moment
merkt men dat er op een dag 20 vragen meer zijn dan de dag ervoor.
In de buurt van welke dag zal dat zijn geweest? Geef een berekening met
behulp van de afgeleide V' . |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |