|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bereken algebraïsch welke extremen de
volgende functies hebben. Geef elke keer ook aan of het om een
maximum of een minimum gaat. |
|
|
|
|
|
a. |
f(x) = 2x2 + 8x
+ 7 |
d. |
f(x) = 1/x
+ 3x2 |
|
|
|
|
|
|
b. |
y = x3
- 9x2
+ 24x - 24 |
e. |
f(x) = 8/x²
+ 2x - 3 |
|
|
|
|
|
|
c. |
y = √x
-
2x |
f. |
y = x√x
- 0,75x2 |
|
|
|
|
|
|
Een ijsverkoper merkt
dat het aantal ijsjes dat hij op een dag verkoopt toeneemt als
hij de prijs ervan verlaagt (ja dûh). Op dit moment verkoopt
hij zijn ijsjes voor €1,50 per stuk en hij verkoopt 250 ijsjes
per dag, dus dat levert hem een omzet van 250 • 1,50 =
€375,- per dag
Hij experimenteert een beetje en komt tot de conclusie dat voor
elke 10 cent dat hij van de prijs afhaalt, hij 20 ijsjes extra
verkoopt.
Stel dat hij uiteindelijk besluit om d dubbeltjes van de
prijs af te halen.
Dan is zijn totale omzet (het bedrag dat hij per dag
binnenkrijgt) gelijk aan:
O = 375 + 5d
- 2d2
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat die formule klopt. |
|
|
|
|
|
b. |
Bij welke prijs is de omzet van deze
verkoper maximaal? |
|
|
|
|
|
Gegeven zijn de functies:
fa(x) = 2ax - 8√x |
|
|
|
|
|
a. |
Geef de vergelijking van
de raaklijn aan de grafiek van f1 in het punt
waarvoor
x = 1. |
|
|
|
|
|
b. |
Er is een functie fa
die een minimum heeft bij x = 16. Bereken de y-coördinaat
van dat minimum. |
|
|
|
|
|
Gegeven zijn de functies
fp(x) = x3 + 3x2
+ px + p |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken algebraïsch de
coördinaten van de extremen van f0,57. |
|
|
|
|
|
b. |
Geef een vergelijking van
de raaklijn aan de grafiek van f2 in het punt
waar x = 1 |
|
|
|
|
|
c. |
Bewijs dat alle grafieken
van fp door hetzelfde punt gaan. |
|
|
|
|
|
d. |
Onder een bepaalde p
heeft de grafiek van fp geen extremen meer.
Onderzoek met je GR welke p dat is, en probeer vervolgens
met formules te verklaren waarom dat zo is. |
|
|
|
|
|
Een banketbakker begint
elk jaar ruim vóór Sinterklaas al met de verkoop van
chocoladeletters.
Voor het aantal letters dat hij per dag verkoopt geldt de
formule L(t) = 90t - 20t1,5
Hij begint met de verkoop op t = 0, en dat is op 18
november. |
|
|
|
|
|
a. |
Leg uit dat de man ook na
5 december nog een aantal dagen chocoladeletters zal verkopen.
Hoeveel dagen? |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken het maximale
aantal letters dat hij op een dag zal verkopen. |
|
|
|
|
|
c. |
Op een gegeven moment
merkt hij dat hij op een dag 24 letters minder verkoopt dan de
dag ervoor.
In de buurt van welke dag zal dat zijn geweest? Geef een berekening met
behulp van de afgeleide L' . |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Vroeger heb je ooit
geleerd dat de top van de parabool y = ax2
+ bx + c ligt bij x = - b/2a
Toon dat aan met behulp van de afgeleide. |
|
|
|
|
7. |
De verkoopcijfers van een
bepaald product zijn lange tijd constant, maar de fabrikant wil
graag meer gaan verkopen. Op tijdstip t = 5 lanceert men
daarom een reclamecampagne. Het blijkt dat de verkoopcijfers
direct vanaf dat tijdstip sterk stijgen. Echter het is een
bekend verschijnsel in de reclamewereld dat dit effect maar van
korte duur is: het publiek raakt gewend aan de reclames en het
effect ervan neemt af. De verkoopcijfers naderen weer langzaam
tot hun oude niveau.
Voor de toename van de verkoopcijfers (in procenten) blijkt te
gelden: |
|
|
|
|
|
T
= 1680/t
- 8400/t²
|
|
|
|
|
|
Daarin is t de
tijd in weken en T de toename van de verkoopcijfers.
De formule
geldt voor t > 5. |
|
|
|
|
|
a. |
Toon met behulp van
differentiëren aan dat de verkoopcijfers op t = 5
inderdaad stijgen. |
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel procent toename
zal maximaal gehaald worden? |
|
|
|
|
8. |
Examenopgave Havo, Wiskunde B,
2018-II Gegeven zijn de functies h(x) door:
h(x) = x/a + a/x
Met
a > 0 en
domein 〈0,→〉
In onderstaande figuur is voor
een aantal waarden van a de grafiek van h
getekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor elke waarde van a heeft de
grafiek van h één top. In de figuur is voor
enkele waarden van a de top met een stip aangegeven.
De y-coördinaat van elke top in deze
figuur is gelijk aan 2.
Het is zelfs zo dat voor elke waarde van a
(met a >
0 ) de y-coördinaat
van de top van de grafiek van h gelijk is aan 2.
Bewijs dit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|