|
|||||||||||||||||||||||
Groeifactoren bij andere tijdseenheden. | |||||||||||||||||||||||
Laten we gaan proberen een formule te maken bij onderstaande tabel. | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
et lijkt erop dat deze tabel een
exponentiële functie beschrijft, want de factoren zijn
achtereenvolgens: 193,27/47,19 = 4,096 en 791,65/193,27 = 4,096 en 3242,59/791,65 = 4,096 en die zijn allemaal gelijk. Toch is 4,096 niet de groeifactor g die bij deze tabel hoort! Waarom dan niet? Dat komt omdat de x-waarden niet stapjes van één nemen, maar
stapjes van drie. En de groeifactor g is het getal waarmee je y
vermenigvuldigt als x één toeneemt. Hoe vinden we de g
voor een stapje van één? |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Omdat deze tabel stapjes van één neemt,
zijn de getallen waarmee de y-waarden worden vermenigvuldigd wél
gelijk aan de groeifactor g. Kijk bijvoorbeeld tussen x
= 5 en x = 8 hiernaast. Daarin zie je dat ×g ×g ×g precies hetzelfde moet zijn als ×4,096 Dat betekent dat g3 = 4,096 Ofwel: |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Hoe maken we daar g van? | |||||||||||||||||||||||
Da's makkelijk. Daar hebben we de GR voor. Voer in: Y1 = X^3 en Y2 = 4,096 Dan vind je via intersect dat bij het snijpunt geldt X = 1,6 en dat is de gezochte g. Twee soorten vragen. vraag 1: van kortere naar langere tijd Stel dat de groeifactor per week gelijk is aan 1,004. Hoe groot is dan de groeifactor per jaar? Nou voor een jaar moet je die vermenigvuldiging met 1,004 dus 52 keer doen. Dat geeft in totaal gjaar = gweek52 = 1,00452 = 1,23 vraag 2: van langere naar kortere tijd. Stel dat de groeifactor per week gelijk is aan 1,26. Hoe groot is dan de groeifactor per dag? Als je die groeifactor per dag 7 keer doet dan heb je de groeifactor per week Dat geeft dan gdag7 = gweek ofwel gdag7 = 1,26 Y1 = 1,26 en Y2 = X^7 en dan intersect geeft X = gdag = 1,034 |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
OPGAVEN. | |||||||||||||||||||||||