©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
De helling van een kromme. |
|
|
|
|
|
|
Even het geheugen opfrissen:
hoe ging het ook alweer bij de helling van een "gewone" functie?
Als je de helling in een punt P met een bepaalde xP
wilt weten, dan bereken je eerst de coördinaten van P met de formule
voor f(x).
Vervolgens kies je een punt Q vlak ernaast door xP +
Δx te nemen (hoe dichterbij hoe beter
dus die
Δx moet zo klein mogelijk).
Je berekent ook de coördinaten van punt Q met de formule voor
f(x) en benadert vervolgens de helling door
Δy/Δx. |
|
Je krijgt dan
eigenlijk de helling van het rechte lijnstuk PQ, maar als die P en Q
maar dichter en dichter bij elkaar worden gekozen dan nadert die helling
naar de helling van de grafiek zelf, dus naar de afgeleide f '(x).
Het gaat natuurlijk veel sneller gewoon f '(x) te
berekenen......
Bij parameterkrommen is het zwakke punt in dit verhaal dat er geen
formule f(x) is, dus is er ook geen f ' te maken!
Je zou toch voor dezelfde aanpak kunnen kiezen, maar dan moet je deze
drie stappen kunnen doen:
· bereken bij xP eerst t
(als dat lukt), dan kun je daaruit yP berekenen
· bereken ook bij xP +
Δx de t (als dat lukt) dan kun
je daaruit yQ berekenen.
· bereken tenslotte
Δy/Δx.
Maar deze aanpak heeft twee nadelen. Ten eerste is het nogal veel werk.
Ten tweede stond er twee keer "als dat lukt" in deze omschrijving! Het
is helemaal niet gezegd dat de vergelijkingen x(t) = xP
zijn op te lossen!!
Het kan handiger als we ons concentreren op de t in plaats van de
x. Dat is eigenlijk meestal bij parameterkrommen de handigste
aanpak....... |
|
|
Je kunt namelijk een
punt Q vlak naast P ook kiezen door een t vlak naast de
vorige te kiezen. Door als het ware t +
Δt
te doen dus!!!
Dan zijn die
Δx en
Δy heel snel te berekenen omdat we wél de formules voor
x(t) en y(t) hebben:
uit de grafiek van x(t) volgt dat
Δx/Δt
= x'(t) dus
Δx
= x'(t) ×
Δt
uit de grafiek van y(t) volgt dat
Δy/Δt
= y'(t) dus
Δy
= y' (t) ×
Δt |
|
|
|
|
|
|
Kijk! Dat is
tenminste een resultaat waar je wat mee kunt! |
|
|
|
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de parameterkromme x(t) = t3
- 2t en y(t) = t2
.
a. Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt waar t = -1/2.
b. In welk punt heeft deze kromme helling 0,4?
Oplossingen:
t = - 1/2
geeft x = 7/8
en y = 1/4
(gewoon invullen).
x'(t) = 3t2 - 2 dus x'(-1/2)
= -11/4.
Verder is y'(t) = 2t dus
y'(-1/2)
= -1
Dan is y'/x' =
4/5
dus de raaklijn heeft vergelijking y =
4/5x
+ b
Het punt (7/8
, 1/4)
invullen geeft dan b = -9/20
dus de raaklijn is y = 4/5x
- 9/20
Als de helling 0,4 is, dan moet gelden y'/x'
= 2t/3t2
- 2 = 0,4
Dat geeft 2t = 0,4(3t2
- 2) = 1,2t2
- 0,8 ofwel 1,2t2
- 2t - 0,8 = 0
Dat heeft de oplossingen t = 2 en t = -1/3.
Invullen geeft de punten (4, 4) en (17/27,
1/9). |
|
|
|
|
|
Hoeken berekenen. |
|
|
|
|
Nu we eenmaal weten hoe we de
helling van een parameterkromme kunnen berekenen kunnen we met die
helling ook allerlei hoeken gaan berekenen.
Weet je het nog?
Voor de hoek die de raaklijn (of dus ook de kromme zelf) met de x-as
maakt geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorbeeld.
Gegeven is de kromme K door x(t)
= t2 - 4
en y(t) = 1/t
Zie de figuur hiernaast
Bereken de hoek die K met de positieve y-as
maakt
Oplossing:
x = 0 geeft t = 2 (∨ t
= -2 voor het andere snijpunt)
x' = 2t dus x '(2) = 4
y' = -1/t² dus
y'(2) = -1/4
r.c. raaklijn = y'/x'
= -1/16
tan(a) = -1/16
geeft a = -3,6° en dat
is de hoek met de x-as
De hoek met de y-as is dan 86,4°
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
|
1. |
De kromme K wordt gegeven door x(t)
= 2t5 - t3 en
y(t) = 4t2 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Geef een vergelijking van de
raaklijn aan K in het punt waar t = 2 |
|
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit waarom de vergelijkingen van
de raaklijnen aan K in het punt (0,0) niet te berekenen zijn met
de formule die je hebt geleerd voor de helling van een
parameterkromme. |
|
|
|
|
c. |
Geef een vergelijking van de beide
raaklijnen aan K in het andere snijpunt van K met
de y-as. Leg uit hoe het kan dat een parameterkromme twee
raaklijnen in één punt heeft. |
|
|
|
|
|
2. |
De kromme K wordt gegeven door x(t)
= 2t3 - 6t en
y(t) = et +
tet
Geef een vergelijking van de
raaklijn aan kromme K in het snijpunt met de positieve y-as. |
|
|
|
|
|
3. |
De kromme K wordt gegeven door x(t)
= 2t2 + t en
y(t) = 2lnt
Voor welke b raakt de lijn y = 5x
+ b de kromme K? |
|
|
|
|
|
4. |
De kromme K wordt gegeven door
x(t)
= cos2t - sint en
y(t) = sin2t
- cost
Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt waar t
= 1/6π. |
|
5. |
Gegeven is
de parameterkromme K door:
x(t) = sin(t/2)
en y(t) = cos(
p -
t/3)
Zie de figuur hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de
hoek waaronder de kromme zichzelf snijdt op de y-as |
|
|
|
|
|
De twee
losse "uiteinden" van de kromme noemen we
keerpunten, want daar keert de beweging om.
Het rechter keerpunt P hoort hier o.a. bij t = -3p.
Als je de helling in punt P algebraïsch probeert
te berekeningen dan is dat niet mogelijk. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit
waarom dat niet lukt. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Benader de
helling in punt P door een punt vlak naast het keerpunt
te gebruiken. |
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|