|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Bereken de volgende
kansen.
Doe dat, indien mogelijk, met de oorspronkelijke kansen, dus
zonder de kans in de nieuwe situatie uit te rekenen. |
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat je
met een dobbelsteen 2 keer achter elkaar minder dan 3 gooit. |
|
|
|
|
|
b. |
Hiernaast staan twee vazen met
gekleurde knikkers erin.
Uit beide vazen wordt één knikker getrokken.
Bereken de kans dat beide knikkers geel zijn. |
|
|
|
|
|
|
c. |
De totale schijf hiernaast bestaat
uit 7 gebieden met een getal erin. Hij wordt gedraaid.
Nadat hij tot stilstand is gekomen worden er twee getallen bij
de pijl afgelezen.
Bereken de kans dat die beide getallen groter dan 3 zijn. |
|
|
|
|
|
d. |
Ik ben geabonneerd op de
Volkskrant en op het Algemeen Dagblad.
De kans dat de Volkskrant op een dag op tijd is is 85%
De kans dat het Algemeen Dagblad op een dag op tijd is is
90%
Hoe groot is de kans dat op een dag beiden op tijd zijn? |
|
|
|
|
|
e. |
Ik kies een willekeurig
geheel getal kleiner dan 100 (en groter dan nul).
Hoe groot is de kans dat dat getal groter dan 30 is, en
bovendien deelbaar door 7? |
|
|
|
|
2. |
De kans dat ik bij een
spelletje poker als eerste kaart een Harten krijg is 0,25
De kans dat ik bij een spelletje poker als eerste kaart een Aas
krijg is ongeveer 0,076
De kans dat ik bij een spelletje poker als eerste Hartenaas
krijg is ongeveer 0,019
Zijn de gebeurtenissen "Ik krijg een Harten " en
"Ik krijg een Aas" voor de eerste kaart die ik
bij een spelletje poker krijg onafhankelijk van elkaar of niet? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Ik gooi in één worp drie
dobbelstenen op tafel, en als alle aantallen ogen groter dan 4
zijn dan krijg ik een snoepje.
De kans dat ik bij zo'n worp een snoepje krijg is ongeveer
0,037. |
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de kans dat
ik bij de zesde worp (met drie stenen) voor het eerst een
snoepje krijg? |
|
|
|
4. |
Een groep
studenten houdt een bierproefwedstrijd.
Ze hebben 5 merken bier gekocht: Heineken, Amstel,
Grolsch, Bavaria en Gulpener.
Der deelnemers krijgen steeds een setje van twee verschillende
glazen en moeten raden om welke twee soorten het gaat. |
|
|
|
|
a. |
Hoeveel
verschillende setjes van twee verschillende soorten bier zijn er
te maken? |
|
|
|
|
Iedere van de
deelnemers heeft van tevoren ook aangegeven welke biersoort hij
of zijn zéker kan herkennen.
In het tweede deel van de wedstrijd krijgen de deelnemers 8
keer een groepje van drie verschillende biersoorten te proeven,
waarvan één de door hen gekozen favoriete soort is. |
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is
de kans dat iemand die alles volledig moet gokken alle acht de
groepjes goed kiest? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|