© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven  
       
Geef de coördinaten van de buigpunten van de grafieken van de volgende functies:
       
  a. f(x) = x4 + 2x3 - 36x2 + 2 
       
  b. f(x) = 2xx - 3x2 + 8x
       
  c.
       
  d. f(x) = x2 • (1 -x)
       
Hieronder staat de grafiek van een functie. De plaats van de nulpunten, de buigpunten en de extremen is aangegeven.
       
 

       
  Vul in de onderstaande tabel overal  = 0  of  < 0  of  > 0   in.
       
 
x -5 -4 -3 -2 -1 0 1 2 3 4 5
f                      
f '                      
f ''                      
       
Hieronder staan van een functie f  de tekenbeelden van f , f ' , en van f ''.
Schets een mogelijke grafiek van f  die daar bij zou kunnen horen.
       
 

       
Gegeven is de functie:    f(x) = 3x3 + 9x2 + 2x + c
Voor welke c valt het buigpunt samen met een nulpunt?
       
MEER OPGAVEN
       
5. Gegeven zijn de functies  fa(x) = x3 - 4x2 + 2x + 5
       
  a. Onderzoek algebraïsch of het buigpunt van de grafiek van f midden tussen beide toppen in ligt. (je mag afronden)

     
  Hiernaast zie je de grafiek van f en de lijn
y = 21
- 2x tussen x = 0 en x = 4

De grafieken snijden elkaar bij x = 4

     
  b. Bereken algebraïsch de maximale verticale afstand tussen deze twee grafieken op dit gebied.
       
6. Gegeven zijn de functies  f(x) = x2 + 64Öx   en   g(x) = x3 - 12x2 + 272
Toon aan dat de grafieken van f en g een gemeenschappelijk buigpunt hebben.

 

7. Gegeven is de functie fp door:
   

       
  a. Voor welke p ligt het buigpunt van de grafiek van f op de lijn   y = x ?
       
  b. De grafiek van  g(x) = a/x raakt aan de grafiek van f4(x).
Bereken a en de coördinaten van het raakpunt.
       
  c. T is het maximum van fp(x)
Voor welke p is de afstand van T tot de oorsprong minimaal?
Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
   
8. Iemand beweert dat van een algemene derdegraads functie y = ax3 + bx2 + cx + d  de x-coördinaat van het buigpunt altijd midden tussen de x-coördinaten van beide toppen in ligt.
Onderzoek of dat inderdaad het geval is.
   
9. Gegeven is de functie:
 

  Geef de coördinaten van de buigpunten van de grafiek van f.
   
10. Gegeven is de functie f(x) = x4 - 4x3 - px2 - 8x - 2
   
  a. Geef de coördinaten van de buigpunten van de grafiek  f(x) als p = 18
     
  b. Waarom heeft de grafiek van f geen buigpunten voor p = -10?
     
  c. Voor welke p heeft de grafiek van f precies één buigpunt?
     
11. Gegeven zijn de functies fa(x)  door:
 

  Toon aan dat de grafiek van  fa  voor geen enkele a een buigpunt heeft.
     
     
  Gegeven is de functie: f(x) =  -2/x - ln(x3)  voor x > 0.
     
12. Hieronder zie je in één figuur de grafieken van f en f ' en  f ''
Leg duidelijk uit welke grafiek bij welke functie hoort.
     
 

     
13. Hieronder zie je in één figuur de grafieken van f en f ' en  f ''
Leg duidelijk uit welke grafiek bij welke functie hoort.
     
 

     
14. Gegeven zijn de functies  f(x) = 1/6 • x3 + ax2  en   g(x) = x2 + bx
De grafieken van deze functies raken elkaar in het buigpunt van f.
Bereken a en b.
     
15. Examenvraagstuk VWO Wiskunde B, 2022-II

De functie f is gegeven door   f (x) = 2(2x - 1)3 + 3(2x - 1)2 .
Voor de afgeleide geldt:  f '(x) = 48x2 - 24x
     
  a. Bewijs dit.
     
  De lijn k raakt de grafiek van f in het buigpunt.
     
  b. Stel door middel van exacte berekeningen een vergelijking op van k.
     
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)