|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Meer opgaven |
 |
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
 |
Bereken de maxima en/of minima van de
grafieken van de volgende formules: |
|
|
|
|
|
a. |
y = 6x2 -
10x
+ 2 |
|
|
|
|
b. |
N = 12t
- 1,3t |
|
|
|
|
c. |
Z = 2,4G2
- 0,05G3 + 0,2G |
|
|
|
|
|
d. |
 |
|
|
|
|
|
 |
Een baanwielrenner
probeert vanuit stilstand één rondje (van 400 meter) zo snel mogelijk af
te leggen
De analyse van een aantal pogingen levert de volgende grafiek op voor de
snelheid v (in km./uur) die de renner na x
meter ongeveer heeft. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Een formule die goed
bij deze grafiek past is de volgende: |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
In de
eerste figuur zie je dat de maximale snelheid ongeveer 80 km per uur is en de snelheid
bij de finish ongeveer 50 km per uur. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken met welke snelheid de wielrenner volgens de formule de finish passeert.
Geef je antwoord in één decimaal. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de hoogste snelheid die de wielrenner bereikt volgens de formule. Geef
je antwoord in één decimaal. |
|
|
|
|
|
In de grafiek zie je dat de snelheid
tijdens een gedeelte van de sprint hoger dan 70
km per uur is. |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken hoeveel meter de wielrenner aflegt met
een snelheid die hoger is dan 70 km per uur. Rond af op een geheel
aantal meter, |
|
|
|
|
 |
Er wordt de laatste
tijd steeds minder gelezen.
Vanaf het jaar 2000 is bijgehouden hoeveel uur een jongere gemiddeld aan
lezen besteed, en dat aantal bleek snel omlaag te gaan.
Men besloot daarom tot een reclamecampagne, en dat bleek inderdaad
resultaat te hebben, maar zodra de campagne stopte nam het aan leesuren
ook weer af.
Het volgende model bleek te gelden: |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Daarin is U
het gemiddelde aantal leesuren per week, en t de tijd in
jaren met t = 0 in het jaar 2000. |
|
|
|
|
|
a. |
Plot de grafiek van
het gemiddeld aantal leesuren voor t = 0 tot t = 10, en
bereken wanneer men is begonnen met de reclamecampagne. |
|
|
|
|
|
Vanaf 2010 gebruikte
men een andere manier om te proberen om het aantal leesuren te
vergroten. Dat was door veel aandacht op de sociale media zoals vooral
TikTok en Twitter te geven.
Dat bleek beter te werken dan de directe reclame, want vanaf dat
tijdstip gold het model: |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Daarbij is x
de tijd in jaren met x =
0 in 2010.
Het aantal leesuren nam eerst alsmaar toe. Toen de nieuwigheid er wat
van af was daalde het aantal uren weer, maar het eindigde wel op een
stabiel aantal dat hoger was dan in 2010. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken het maximaal
aantal behaalde gemiddelde leesuren volgens dit tweede model. |
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
4. |
Gemiddeld heeft een mens een reactietijd
van ongeveer 0,3 seconden. Maar door het gebruiken van een peppil als
bijvoorbeeld XTC zal iemands reactietijd afnemen (hij zal sneller kunnen
reageren).
De werkzame stof in XTC is MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine).
Het blijkt echter dat XTC maar beperkte tijd werkt. Na een poosje zal
het reactievermogen juist gaan toenemen (dus zal men steeds langzamer
gaan reageren).
Een model dat de reactietijd beschrijft is R(t) = 0,1tÖt
- 0,22t + 0,3
Daarbij is R de reactietijd (in seconden) en t de tijd na inname
van een tablet XTC (in uren). |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken wat de minimale reactietijd zal worden. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoe lang het duurt na inname van
een tablet XTC totdat de reactietijd weer op het beginniveau is. Geef je
antwoord in minuten nauwkeurig. |
|
|
|
|
5. |
Het bloedsuikergehalte neemt nadat je een maaltijd hebt genomen eerst
toe, en daarna weer af. Dat bloedsuikergehalte (BS, in mol/liter) hangt
dus af van de tijd t (in minuten na het nemen van een
maaltijd).
Voor het bloedsuikergehalte van een bepaalde proefpersoon is het
volgende model opgesteld voor de eerste drie uur na inname van een
maaltijd: |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
a. |
Schets de grafiek van BS en bereken het maximale bloedsuikergehalte. |
|
|
|
|
|
b. |
Persoon A neemt om 10:00 uur een maaltijd, en persoon B een kwartier
later.
Hoeveel verschilt hun bloedsuikergehalte om 11: 00 ? |
|
|
|
|
6. |
De
verkoop van softijs in Limburg gedurende één jaar wordt aardig
beschreven door de volgende formule:
Y(w) = 5,5w3 -
450w2 + 8600w + 85000
Daarin is Y de hoeveelheid verkocht ijs (in liter) en
w het weeknummer, met week 0 van 21 tm 27 april |
|
|
|
|
|
a. |
In hoeveel weken werd
er meer dan 100000 liter ijs verkocht? |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoeveel liter
verschil er tussen de maximale en de minimale ijsverkoop is. |
|
|
|
|
7. |
Scrabble is een poosje heel populair
geweest, maar met de komst van de mobiele telefoon is die populariteit
afgenomen.
Voor het aantal verkochte scrabblespellen (S) in een speelgoedwinkel in
Amsterdam heeft men de volgende formule opgesteld: |
 |
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
Daarin is t de tijd in jaren vanaf t = 0 in 1920.
Bereken het maximaal aantal verkochte scrabblespellen per jaar in deze winkel. |
|
|
|
|
8. |
Voor sporters is de bloedsuikerspiegel van groot belang. Dat is hoeveel
suiker (glucose) zich in je bloed bevindt.
Na het drinken van een energy-drankje (zoals bijvoorbeeld Red Bull)
neemt het suikergehalte in je bloed eerst snel toe, en daarna langzaam
weer af,
Het volgende model blijkt dit effect goed te omschrijven |
 |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Daarin is:
t de tijd in uren met t = 0 op het moment van inname van
het drankje.
S0 het normale bloedsuikergehalte.
S het bloedsuikergehalte
Bereken het maximale bloedsuikergehalte dat iemand met een normaal
bloedsuikergehalte van 12 na inname van een energy-drankje krijgt. Geef
ook aan hoeveel procent dat hoger is dan de normale hoeveelheid. |
|
|
|
|
9. |
Bij elke
atletiekafstand hoort een wereldrecords, en bij elk van die
wereldrecords hoort een gemiddelde snelheid.
Het
verband tussen de afstanden en de gemiddelde snelheid kunnen we
benaderen met de formule: |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
Daarin is v de
snelheid in kilometer per uur en a de afstand in kilometers. De
formule geldt voor afstanden vanaf 100 meter, dus a ³ 0,1. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken op welke afstand het
denkbeeldige wereldrecord een gemiddelde snelheid van precies 25 km/uur
op zou leveren. |
|
|
|
|
|
Van de echte atletiekrecords
is de gemiddelde snelheid het hoogst bij de 200 meter. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken bij welke afstand de
gemiddelde snelheid zo groot mogelijk is volgens de formule van v |
|
|
|
|
|
|
|
 |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|