Men heeft een onderzoek
gedaan onder een groot aantal Nederlanders. Daarbij is gekeken naar
het aantal belminuten dat men gemiddeld per week heeft. Er is verschil
gemaakt tussen mensen uit de Randstad en mensen van het platteland.. Het onderzoek wijst uit dat
mensen uit de Randstad per week meer belminuten hebben dan mensen van
het platteland De spreiding in aantal belminuten is bij Randstedelingen
kleiner dan bij Plattelanders. Bij beide is hier bij benadering sprake van een
normale verdeling.
Vier leerlingen kregen de opdracht om in één figuur van zowel de
Randstedelingen als de Plattelanders een
verdeling van het aantal belminuten te geven. Het resultaat van deze opdracht staat
in onderstaande figuur.
Eén
van de bovenstaande figuren past het best bij de gegevens over de
belminuten.
Welke figuur is dat? Licht je antwoord toe.
Hieronder staan drie klokvormen getekend.
Bepaal zo goed mogelijk van elk van
die klokvormen
m en s.
Normale verdelingen
die lager zijn, zijn ook altijd
breder. Leg uit waarom dat logisch is.
In welk van de volgende gevallen zal
er, denk je, (ongeveer) sprake zijn van een normale verdeling? Als
dat niet het geval is, leg dan uit waarom volgens jou niet.
a.
Het bedrag dat landen
uitgeven aan defensie.
b.
De lichaamslengte van
volwassen vrouwen in Rotterdam.
c.
De precieze inhoud
van de 500-grams pakken suiker van van Gilse.
d.
Het aantal ogen dat
je gooit met een dobbelsteen.
e.
De leeftijden van
alle inwoners van Gelderland.
f.
De lengtes van de
bloemen in een groot zonnebloemenveld.
g.
Het aantal bezoekers
dat per dag een bepaalde film in de bioscoop bezoekt.