|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Meer Oefening. |
 |
|
 |
|
|
|
|
 |
Gegeven zijn de
formules P = 8Q + 5Q2
en Q = y - 3
Maak daarvan een formule van de vorm P = ....y2
+ .....y + ........ waarbij op de stippeltjes constante
getallen staan. |
|
|
|
|
 |
Gegeven zijn de
formules: 5A +
2B = 10 en 6A -
3C = 18
Maak daarvan een formule B = ........ met
daarin op de stippeltjes alleen de letter C plus constante
getallen. |
|
|
|
|
 |
Hiernaast staat een kastje voor
aan de muur. Het kastje heeft zes vakjes.
De voor- en achterkant zijn open.
Het kastje is gemaakt door een plank van 50 cm breed en 6 m lang in stukken te
zagen, en is dan ook 50 cm diep.
Noem de totale breedte van het kastje B en de hoogte H
De plank waar het kastje uit gemaakt is was 600 cm lang.
Dan moet gelden 3B + 4H = 600 |
 |
|
|
|
|
a. |
Leg uit waarom dat zo is. |
|
|
|
|
|
Voor de inhoud
I van het kastje geldt: I = 7500B
- 37,5B2 |
|
|
|
|
|
b. |
Leg uit waarom dat zo
is. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Onderzoek met
je GR wat de maximaal haalbare inhoud is. |
|
|
|
|
 |
Met de formule van Harris-Benedict
kun je je caloriebehoefte berekenen.
De formule berekent voor mannen de minimale caloriebehoefte (MCB,
in kcal) als volgt: |
|
|
|
|
|
MCB = 66 + 13,7G + 5L
- 6,8A |
|
|
|
|
|
Daarin is G het gewicht in kg, L de lengte
in cm, en A de leeftijd in jaren. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de caloriebehoefte van een 50-jarige
man 1.80 meter lang is en 94 kg weegt. |
|
|
|
|
|
Voor 40-jarige mannen met een MCB van 3000
kcal kun je het gewicht uitdrukken in de lengte.
Er geldt dan G =
a •
L +
b , waarbij a en
b getallen zijn. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de waarden van a en b
in één decimaal nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
In de Verenigde Staten hanteert men soortgelijke
formules maar voor gewicht en lengte gebruikt men andere variabelen. Men gebruikt voor het gewicht
de variabele W (weight) in pounds, voor de lengte de
variabele H (height) in feet.
Er geldt: |
|
|
W = 2,2
• G
H = 0,033 • L |
|
|
|
|
|
|
Met deze gegevens kun je de formule van MCB opstellen zoals die in de Verenigde Staten gebruikt wordt in de vorm
MCB
=
...• W
+ .... •
A +
...• H +
....
Hierbij staan op de puntjes getallen. |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken welke getallen op de puntjes moeten staan en
rond af op één decimaal. |
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
5. |
Er bestaan diverse soorten platvissen, bijvoorbeeld schollen en
tongen.
In de Beringzee is het onderzoekers van het Alaska Fisheries Science
Center gelukt de groei en ontwikkeling van vrouwelijke schollen over
een lange periode te volgen. Deze schollen kunnen maar liefst 30
jaar oud worden. Op de uitwerkbijlage staan twee grafieken met
informatie over deze schollen.
In de linkerfiguur zie je het verband tussen de leeftijd en de
lengte.
In rechterfiguur zie je het verband tussen de lengte en het gewicht.
Door deze grafieken te combineren, is te achterhalen wat het gewicht
is van een vrouwtjesschol als je de leeftijd kent. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
a. |
Wat is het gewicht van een vrouwtjesschol van 14 jaar oud?
Licht je antwoord toe met behulp van de grafieken |
|
|
|
|
6. |
De longinhoud (A, in liters) van een kind hangt van ruwweg 3 dingen
af.
Ten eerste is het van belang of het om een jongen of een meisje
gaat.
Verder hebben de leeftijd (J, in jaren) en de lengte (L
in meter) invloed op de longinhoud.
De volgende formule blijkt voor meisjes de longinhoud goed te
benaderen:
A =
1,10 (5,76L
-
0,026J
-
4,34)
Een meisje van 13 jaar is 152 cm lang. Haar tweelingzusje is 6%
langer. |
 |
|
|
|
|
|
a. |
Hoeveel procent is de longinhoud van het tweelingzusje groter? |
|
|
|
|
|
Voor de gemiddelde lengte van een meisje tussen 2 en 15 jaar geldt
bij benadering de formule
L
= 0,9 + 0,05J |
|
|
|
|
|
b. |
Geef een formule voor de gemiddelde longinhoud van een meisje
tussen 2 en 15 jaar die de vorm
A
= …. ×
J
+ …..
heeft.
|
|
|
|
|
|
c. |
Iemand met een longinhoud van 3,5 liter ademt in 11 seconden uit.
Neem aan dat haar longen daarbij van helemaal vol naar helemaal leeg
gaan.
Hoeveel cm3 lucht ademt zij per minuut uit? |
|
|
|
|
7. |
Mensen
krijgen energie binnen via voedsel. De hoeveelheid energie in
voedsel wordt uitgedrukt in kilocalorieën (kcal). De minimale
hoeveelheid energie die iemand per dag nodig heeft om op gewicht te
blijven, wordt aangeduid met de Engelse afkorting BMR (Basal
Metabolic Rate).
Diëtisten maken gebruik van formules om deze hoeveelheid te
berekenen.
Een formule van de BMR voor mannen van 30 jaar oud luidt: |
|
|
|
|
|
BMR
= 9,8G + 6,25L
-
145 |
|
|
|
|
|
In deze formule is G het gewicht in kg, L de lengte
in cm en BMR in kcal.
Luuk is 1,88 meter lang en weegt 77 kg. Hij is 30 jaar oud. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken zijn BMR. |
|
|
|
|
|
b. |
Als
Luuk door de corona in een paar maanden 4% zwaarder wordt, en even
lang blijft, hoeveel procent neemt zijn BMR dan toe? (hij is nog
steeds 30 jaar). |
|
|
|
|
|
Voor
de meest normale lichaamsbouw van een dertigjarige man hangt het
gewicht af van de lengte volgens de formule;
G
= 1,8L -
253
Daarmee kun je de formule voor de BMR voor normale 30 jarige mannen
schrijven als:
BMR
= ….L + ……
Hierbij staan op de puntjes getallen |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken welke getallen op de puntjes moeten staan en rond af op één
decimaal |
|
|
|
|
8. |
De
Lidl is er trots op al een aantal jaar de beste supermarkt voor
groenten en fruit te zijn. Dat komt er mede door, omdat de Lidl de
gekochte voorraden groenten en fruit zo kort mogelijk in haar
pakhuizen laat liggen, en zo snel mogelijk in de winkels brengt.
Voor kwaliteit van de Elstar appels zie je hieronder twee grafieken.
De linkergrafiek geeft aan hoe de kwaliteit (op een schaal van 0 tot
100) van de appels afhangt van het aantal dagen dat ze in het
pakhuis liggen. De rechtergrafiek geeft aan hoe de hoeveelheid
verkochte appels per week in een Lidl-filiaal afhangt van de
kwaliteit. |
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
In
een bepaalde week wordt 300 kg Elstar appels verkocht.
Bepaal hoe lang die appels in het pakhuis hebben gelegen. |
|
|
|
|
9. |
De Deense astronoom Ole Christensen Romer (1640 - 1710) ontwikkelde
in 1701 de Romer-temperatuurschaal
Temperaturen volgens deze schaal
worden uitgedrukt in graden Romer (afkorting °R)
Het nulpunt van deze schaal werd gesteld met behulp van smeltend
pekel. Voor de andere kant van de schaal gebruikte hij het kookpunt
van water dat hij stelde op 60 °R. Tussen deze twee waarden maakte
hij een schaalverdeling
Volgens deze schaal is het smeltpunt van ijs 7,5 °R.
Tussen onze Celsius temperatuurschaal en de Romerschaal bestaat de
volgende formule: 40R = 21C + 300 |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken bij
hoeveel graden water kookt op de schaal van Romer. |
|
|
|
|
|
In Amerika
gebruikt men de schaal van Fahrenheit (F)
waarvoor geldt C = 5/9
· (F
- 32) |
|
|
|
|
|
b. |
Maak een
formule van de vorm R = aF + b
waarin a en b constante getallen zijn. |
|
|
|
|
10. |
De hoeveelheid van een geneesmiddel dat een kind per dag krijgt
toegediend is kleiner dan die voor volwassenen.
Uiteraard hangt die hoeveelheid ook nog af van het lichaamgewicht
van het kind.
Een apotheker gebruikt het model: K = 5,2
× G
× (L + 3)
Daarin is K de hoeveelheid voor een kind als percentage van de
hoeveelheid voor een volwassene, G het gewicht van het kind (in
kg), en L de leeftijd in jaren. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken hoeveel
een kind van 5 jaar en 12 kg zwaar volgens deze formule van een
bepaald geneesmiddel toegediend. |
|
|
|
|
|
b. |
Op welke
leeftijd is iemand volgens deze formule volwassen? |
|
|
|
|
|
Voor kleine
Karel geldt ongeveer dat G = 4L + 2
De formule voor de hoeveelheid geneesmiddel kan voor Karel dan
worden geschreven als K = aL2 + bL. |
|
|
|
|
|
c. |
Laat zien dat
dat zo is en bereken de getallen a en b |
|
|
|
|
11. |
In de Verenigde Staten is men gewend in cafés en restaurants flinke
fooien te geven. De psycholoog L. Green heeft onderzocht in welke
mate de hoogte van de fooi afhangt van het bedrag van de rekening.
Voor rekeningen tussen 3 en 100 dollar bleek het volgende verband te
bestaan:
F = 0,127 • R + 1,21
In deze formule is F de hoogte van de fooi in dollars en
R het
bedrag van de rekening in dollars |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken algebraïsch hoeveel iemand die een fooi van 12 dollar geeft volgens deze formule betaalt. |
|
|
|
|
|
Ook in Nederland geldt een formule voor de hoogte van een fooi en
het bedrag van de rekening. Het blijkt dat bij een rekening van
€35 de fooi €3,50 is en bij een rekening van €60 is de fooi
€5,40 |
|
|
|
|
|
b. |
Stel een formule op voor de hoogte van de fooi in Nederland. |
|
|
|
|
|
De hoogte van de rekening blijkt af te hangen van de tijd die men
doorbrengt in een restaurant. Ook daarvoor geldt een lineaire
formule. In de Verenigde Staten is dat:
R(t) =
12
+ 22,4t met t de tijd in uren en R het bedrag in
dollars.
Met de formules voor de Verenigde Staten is een formule voor de
Fooihoogte en de tijd op te stellen van de vorm
F = a ∙
t + b |
|
|
|
|
|
c. |
Laat zien dat dat inderdaad zo is, en bereken de constanten a
en b |
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
 |