© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
Bereken de grootte van het vraagteken in de driehoeken hieronder. Geef je antwoorden in één decimaal nauwkeurig.
       
 

       
Bereken de grootte van het vraagteken in de driehoeken hieronder. Geef je antwoorden in één decimaal nauwkeurig.
       
 

       
Een uitkijktoren is 50 m hoog en staat op een heuvel. Vanaf boven in de toren ziet de uitkijkpost een ridder aan komen rijden onder een hoek van 25º.
Een tweede uitkijkpost recht daar onder, aan de voet van de toren, ziet de ridder onder een hoek van 18º.
Bereken de hoogte van de heuvel en de afstand van de ridder tot de voet van de heuvel.
       
 

       
Bereken het vraagteken in de figuur hiernaast.

       
     
MEER OPGAVEN
       
5. Een landmeter wil de hoogte van een toren die op een helling staat berekenen, maar hij kan de helling niet beklimmen. Hij meet hoek BAC = 20º en hoek BAD = 50º en hoek ABC = 150º. Verder is afstand AB = 30 meter.

Bereken de hoogte van de toren.

       
6. Hiernaast zie je een citroën C1. Het logo bestaat uit twee gelijke pijlvormige figuren.
In de rechterafbeelding zie je een aantal afmetingen van die pijlen.

Bereken de overige afmetingen van de pijlen.
       
7. Een vogelliefhebber zit op een hoogte van 12 meter boven het wateroppervlak van een meer.
Hij ziet een zeldzame vogel vliegen onder een hoek van 12º ten opzichte van een horizontale lijn.
Als hij naar het wateroppervlak kijkt ziet hij daar het spiegelbeeld van de vogel onder een hoek van 43º  ten opzichte van een horizontale lijn.

Bereken de afstand A van de vogel tot de vogelliefhebber (Bedenk daarbij dat bij weerkaatsen de beide rode hoeken in de figuur hieronder gelijk zijn)

 

.

 

       
8. Een vuurtoren is 50 m hoog en staat op een rots. Vanaf boven in de toren ziet de vuurtorenwachter in de verte een schip onder een hoek van 29º

Vanaf onderaan de voet van de toren ziet hij het schip onder een hoek van  25º.

Bereken de hoogte van de rots en de afstand van het schip tot de voet van de rots.

       
 

       
9. Examenopgave HAVO-B 2024-II

Twee vuurtorens A en B staan met een onderlinge afstand van 14 km op een rechte kustlijn. De kustlijn loopt van west naar oost. De afstand van een schip tot de kustlijn wordt tegenwoordig met moderne navigatieapparatuur bepaald. Er is ook een methode zonder deze apparatuur, die in het verleden werd gehanteerd. Hierbij wordt het licht van de twee vuurtorens gebruikt. Vanaf het schip worden de hoeken gemeten waaronder het licht van de vuurtorens ten opzichte van de noordrichting N wordt gezien.

Vanaf een schip op positie T is deze hoek voor vuurtoren A 52° en voor vuurtoren B 65° . Zie de volgende figuur.
       
 

       
  Op basis van de twee gemeten hoeken en de onderlinge afstand van de vuurtorens, kan de afstand van het schip tot de kustlijn worden berekend.
Bereken deze afstand in km. Geef je eindantwoord in één decimaal.
       
10. Bereken in de figuur hiernaast BC in twee decimalen nauwkeurig.

       
11.

       
 

In de figuur naast de foto is een gedeelte van de droogmolen van de foto getekend.
De afstand tussen de punten A en B is 30 cm.
Verder is ABP = 72°  en  BAP = 80°   

Bereken de (kortste) afstand van P tot de verticale stang.

       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)