Geef van de volgende
variabelen aan of ze kwantitatief of kwalitatief zijn.
a.
Het aantal streepjes
dat aangeeft hoe lang je als fietser nog voor het rode licht moet
wachten.
b.
Het aantal verloren
wedstrijden van een voetbalteam in een seizoen.
c.
De plaats van een
miljonair in de Quote-500 lijst.
d.
Het startnummer van
een loper bij de 4 mijl van Groningen.
e.
Het nummerbord van
iemands auto.
2.
Geef van de volgende
kwantitatieve variabelen aan of ze discreet of continu zijn.
a.
De kwartaalwinst van
een bedrijf.
b.
Het aantal calorieën
dat ik per uur verbrand als ik aan het joggen ben.
c.
Het aantal leerlingen
van een school dat dyslexie heeft.
d.
Het vetpercentage van
melk.
e.
Het energieverbruik
per uur van een elektrisch kacheltje
3.
Geef van de volgende
kwalitatieve variabelen aan of ze ordinaal of nominaal zijn.
a.
Het soort
middelbare-school-diploma dat iemand heeft behaald.
b.
Iemands
geboorteplaats.
c.
De goede doelen waar
iemand geld aan geeft.
d.
Het beroep dat iemand
heeft.
e.
De verschillende
speeldivisies in het betaald voetbal.
4.
De Mobiele Eenheid
(ME) heeft het extra druk tijdens speeldagen van de eredivisie voetbal.
De Noordelijke steden Groningen, Heerenveen, Leeuwarden en Zwolle hebben
besloten om samen te gaan werken,. Behalve de normale ME-bezetting bij
de stadions zijn er een aantal extra pelotons standby in Assen (dat ligt
redelijk centraal tussen de vier steden in),
In noodgevallen kan de ME-commandant van een stadion extra hulp vanuit
Assen inroepen als de zaak uit de hand dreigt te lopen.
Wanneer zo'n melding in Assen binnenkomt, moet men de mate
van urgentie van de melding vaststellen. De mate van urgentie kan zijn:
U1.
Urgentie 1:
Zeer hoge urgentie. Er zijn al rellen gaande en de toestand is niet meer
onder controle van de pelotons ter plekke.
U2:
Urgentie 2:
Hoge urgentie: Er zijn al rellen gaande, maar de toestand is nog
wel onder controle van de pelotons ter plekke.
U3:
Urgentie 3:
Lage urgentie. Er zijn nog geen directe rellen gaande, maar de
toestand dreigt te escaleren.
De reactietijd is de
tijd tussen het moment van melding in Assen en de
aankomst van de extra pelotons ter plekke.
In een evaluatie over deze extra ME-inzet in Noord Nederland spelen de volgende
vier statistische variabelen een rol
-
plaats van inzet.
-
aantal keer per jaar.
-
mate van urgentie
-
reactietijd
Hieronder staan
deze 4 variabelen in een tabel.
kwantitatief
kwalitatief
discreet
continu
nominaal
ordinaal
plaats van inzet.
aantal keer per jaar.
mate van urgentie.
reactietijd.
Geef voor elk
van de vier variabelen in de tabel aan welke soort variabele het
betreft. Zet per variabele precies één kruisje.