Bedenk zonder
berekeningen of tekeningen te maken of deze verdeling rechtsscheef of
linksscheef of symmetrisch is.
b.
Bereken de mediaan en
het gemiddelde en controleer of die waarden kloppen met je antwoord op
vraag a.
a.
Een
frequentieverdeling heeft eerste kwartiel 524, tweede kwartiel 580
en derde kwartiel 612.
Geef aan welke metingen als uitschieters gezien mogen worden.
b.
Een frequentie
verdeling heeft eerste kwartiel 1246.
Metingen onder 822 mogen als uitschieters worden gezien.
Bereken het derde kwartiel.
Hieronder zijn drie
boxplots getekend van alle metingen, dus zonder rekening te houden met
uitschieters.
Leg uit bij welke boxplot en aan welke kant (links of rechts) er sprake
is van uitschieters.
Schets de vorm van
een cumulatief frequentiepolygoon van een linksscheve verdeling.