© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
       
De directie van een grote zorginstelling wil graag weten hoeveel lichaamsbeweging de werknemers krijgen.
Dat wil men doen door een groot aantal werknemers een aantal dagen een stappenteller te laten dragen.
Men wil graag verschil maken in man of vrouw en ook tussen de leeftijden  25-45 jaar en  45-65 jaar.
 In de volgende tabel zie je de opbouw van het personeelsbestand.
       
 

 

man

vrouw

25-45 jaar

45-65 jaar

58

126

156

240

       
  Men besluit tot een gelaagde steekproef van 60 werknemers, zowel wat geslacht betreft als wat de leeftijdsgroep betreft. 
Hoe moet deze steekproef worden samengesteld?
       
Welke fouten zijn volgens jou gemaakt bij het opstellen van de volgende steekproeven?
       
  a. Bij een onderzoek naar gameverslaving onder kinderen vraagt men aan alle jeugdleden van een voetbalclub hoeveel tijd zij gemiddeld aan gamen besteden.
       
  b. Om te kijken hoe druk een bepaald kruispunt is meet men een maand lang elke ochtend van 8-10 uur hoeveel auto's er langskomen.
       
  c. Bij de bluesnacht in cultuurcentrum de Oosterpoort in Groningen zijn er niet alleen optredens in de hoofdzaal maar ook in een groot aantal kleinere bijzalen. Bij de uitgang vraagt de organisatie aan elke bezoeker om een cijfer te geven aan de bluesnacht.
       
  d. De elektrische fiets wordt de laatste tijd steeds meer ook bij jongeren populair. Om de kijken hoeveel procent van de jongeren tegenwoordig een elektrische fiets heeft vraagt men een groot aantal leerlingen van een plattelandsschool of zij een elektrische fiets hebben.
       
Om te kijken hoezeer tradities nog steeds gelden wil men een aantal jaar bijhouden hoeveel kinderen er gemiddeld op een Sint-Maarten avond per woning langskomen.
De eerste keer doet men dat door de dag na Sint-Maarten willekeurig een aantal telefoonnummers te bellen en te vragen hoeveel kinderen er de vorige avond ongeveer langskwamen.

Omdat het erg vaak gebeurt dat mensen bij zo'n telefonische vraag direct de verbinding verbreken, besluit men om het jaar erop gewoon studenten in te huren die langs de deuren gaan om te vragen hoeveel kinderen er de vorige avond langskwamen.

Het blijkt dat de deelname aan Sint-Maarten dat tweede jaar veel hoger lijkt dan het eerste.
Leg uit hoe dat zou kunnen komen.
       
De schoolleiding van een grote middelbare school wil graag een beeld krijgen over hoe vaak leerlingen door hun ouders worden geholpen met schoolwerk.
Na de diploma-uitreiking van de school vraagt men daarom per geslaagde leerling aan de ouders om een formulier in te vullen. Eén van de vragen daarbij is of zij hun kind hebben geholpen met schoolwerk.
Van de 134 ingevulde formulieren bleek dat ouders in 85 gevallen hun kind hebben geholpen met schoolwerk.
In werkelijkheid zijn 54 leerlingen van de in totaal 180 leerlingen door hun ouders geholpen met schoolwerk..
       
  a. Bereken de populatieproportie en de steekproefproportie en leg daarmee uit of je te maken hebt met een representatieve steekproef.
       
  b. Waarom kun je uit de opzet van het onderzoek al wel verwachten dat de uitkomsten niet representatief zullen zijn?
       
Wat is er verkeerd aan de volgende onderzoeksvragen?
       
  a.
Hoe kan men ervoor zorgen dat ouderen tegenwoordig goed in hun vel zitten?
       
  b. Heeft het verhogen van de belasting een gunstige invloed op het ondernemersklimaat?
       
  c. Welke problemen spelen het meest bij ondervoede jongeren en wat kun je daaraan doen?
       
  d. Zijn er overeenkomsten tussen de fotografie en de schilderkunst?
       
Formuleer mogelijke deelvragen bij de volgende onderzoeksvragen:
       
  a. Hoe kan de communicatie tussen de docenten en de directie binnen deze scholengemeenschap verbeterd worden?
       
  b. Waarom is de inflatie in Nederland tussen 2000 en 2005 zo snel gestegen?
       
  c. Welke manier van feedback geven motiveert leerlingen het meest?
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)