|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
De Normale Verdeling. |
|
|
|
|
|
Als je veel
statistisch onderzoek doet en daarbij erg veel frequentieverdelingen
maakt dan zal je één ding opvallen: |
|
|
|
|
Ze zijn bijna allemaal
gelijk! |
|
|
|
|
|
Daarmee bedoel ik
natuurlijk niet dat ze allemaal precies gelijk zijn, want hoe kan een
verdeling van de gewichten van 16-jarige pubers nou gelijk zijn aan de
verdeling van lengte van zonnebloemen in juli? Nee, daarmee bedoel
ik dat ze allemaal bijna dezelfde "vorm" hebben. De meeste verdelingen
die je in praktijk tegenkomt zien er namelijk zó uit: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
"Ja, hoor eens",
hoor ik je al denken, "Dat dat zo'n soort
symmetrische vorm wordt, met een top in het midden en aflopend naar de
zijkanten, dat lijkt me nogal logisch! Het gemiddelde komt nou eenmaal
het vaakst voor en hoe verder je ervan af zit, des te zeldzamer wordt
het.
Zo apart is die vorm eigenlijk helemaal niet..."
Nou, dan vergis je je!
Het was de wiskundige Carl Friedrich Gauss die inzag dat die verdelingen
niet zomaar ongeveer gelijk waren; nee hij ontdekte dat die figuren
PRECIES gelijk waren!!! Tenminste dat ze allemaal dezelfde
wiskundige basisvorm hadden. Hij ontwikkelde zelfs een formule voor
deze figuur: |
|
Je mag deze formule
meteen weer vergeten, als je maar onthoudt dat er in deze formule twee
letters staan die de vorm helemaal bepalen, en dat zijn de letters
m en s.
Dat zijn oude bekenden van ons: m is het
gemiddelde en s
is de standaardafwijking. Die twee zijn voor elk geval speciaal
maar zodra je ze weet is de hele vorm van de verdeling bekend! |
|
|
|
|
Gauss ontdekte deze formule op
17-jarige (!!!) leeftijd. Deze ontdekking is zo belangrijk voor de
statistiek geworden, dat Gauss er in Duitsland zelfs het 10-mark biljet
mee haalde. Samen met zijn kansverdeling!
Wiskundigen noemen deze figuur en
deze kansverdeling de Normale Verdeling.
(Natuurkundigen hebben het vaak over de Gauss-kromme, en we spreken ook
wel van een klokvorm).
Die ontdekking van Gauss heet de
Centrale Limiet Stelling. |
|
|
|
|
|
Als de grootte van iets
afhankelijk is van heel veel kleine dingen
(die onafhankelijk van elkaar zijn)
dan wordt het resultaat een normale
verdeling. |
|
|
|
|
|
Eigenschappen van de normale
verdeling. |
|
|
|
|
• |
De normale verdeling
wordt bepaald door twee getallen: het gemiddelde en de
standaardafwijking.
Het gemiddelde vind je uiteraard in het midden (op de x-as)
De standaardafwijking is de horizontale afstand van het midden
naar de plaats waar de kromme "ombuigt" .
Zie de volgende figuur. |
|
|
|
|
|
|
• |
De normale verdeling
is symmetrisch ten opzichte van het gemiddelde. |
• |
De totale oppervlakte
onder de figuur is 100%. |
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN. |
|
|
|
|
1. |
Examenvraagstuk HAVO wiskunde A,
2007. Men heeft een onderzoek
gedaan onder studenten. Daarbij is gekeken naar de
tijd die mannelijke en vrouwelijke studenten thuis aan hun studie
besteden. Het onderzoek wijst uit dat vrouwen per week meer tijd aan
‘huiswerk’ besteden dan mannen. De spreiding in
huiswerktijd bij de mannen is kleiner dan bij de
vrouwen. Bij beide is hier bij benadering sprake van een
normale verdeling.
Vier leerlingen kregen de opdracht om in één figuur van zowel de
mannelijke als de vrouwelijke studenten een
verdeling van de tijd aan te geven die de studenten
thuis aan hun studie besteden. Het resultaat van deze opdracht staat
in onderstaande figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Eén van de bovenstaande figuren past
het best bij de gegevens over de studenten.
Welke figuur is dat? Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
2. |
Hieronder staan vier klokvormen getekend. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bepaal zo goed mogelijk van elk van
die klokvormen
m en s. |
|
|
|
|
3. |
Normale verdelingen die hoger zijn, zijn ook altijd
smaller. Leg uit waarom dat logisch is. |
|
|
|
|
4. |
In welk van de volgende gevallen zal
er, denk je, (ongeveer) sprake zijn van een normale verdeling? Als
dat niet het geval is, leg dan uit waarom volgens jou niet. |
|
|
|
|
|
a. |
Het jaarinkomen van de Nederlanders. |
|
|
|
|
b. |
De herseninhoud van volwassen mannen
in Groningen. |
|
|
|
|
c. |
De levensduur van 1,5 Volt AA
batterijen van Duracell. |
|
|
|
|
d. |
De tijd die je moet wachten op een
tramhalte als die tram precies één keer per half uur komt, en je
weet niet wanneer. |
|
|
|
|
e. |
De gemiddelde afstand tussen huis en
school van middelbare scholieren. |
|
|
|
|
f. |
De zwangerschapsduur van Belgische
vrouwen. |
|
|
|
|
g. |
Het aantal dagen dat het duurt
voordat klanten hun rekening betalen. |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|