|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||
![]() |
||
| Raken en Loodrecht snijden | ||
| Grafieken die elkaar raken. | ||||||||||||
| Een raaklijn is eigenlijk een
speciaal geval van het veel algemenere geval waarin twee willekeurige
grafieken elkaar raken. Bij de raaklijn is één van beiden een rechte
lijn, maar dat is natuurlijk helemaal niet nodig. Ook twee kromme
grafieken kunnen elkaar best raken. Daarvoor zijn twee voorwaarden nodig: op de eerste plaats moeten de grafieken door het zelfde punt R gaan dat lijkt me logisch. Maar daarnaast moeten in dat punt R hun hellingen ook nog aan elkaar gelijk zijn, zodat ze echt "langs elkaar" lopen. Samengevat: |
||||||||||||
|
||||||||||||
| Stel in zulke gevallen gewoon twee vergelijkingen op (één voor voorwaarde 1 en één voor voorwaarde 2) en probeer het stelsel vergelijkingen dat je zo hebt gekregen op te lossen. | ||||||||||||
|
||||||||||||
| Loodrecht snijdende grafieken. | ||||||||||||||
| In deze les hebben we bestudeerd wat je over twee lijnen kunt zeggen als je weet dat ze elkaar loodrecht snijden. De conclusie daar was als volgt: | ||||||||||||||
|
||||||||||||||
| Daarin stellen a1
en a2 de hellinggetallen (
richtingscoëfficiënten) van de twee lijnen voor. Zo zullen bijvoorbeeld de lijnen y = 0,2x + 4 en y = -5x + 12 loodrecht op elkaar staan omdat 0,2 · -5 = -1 En de lijnen y = 2x + 3 en y = -0,1x - 5 staan niet loodrecht op elkaar want 2 · -0,1 = -0,2 en dat is niet -1. |
||||||||||||||
| Gekromde grafieken. | ||||||||||||||
| Bij gekromde grafieken ligt de zaak anders, immers die hebben niet één hellinggetal; maar daar is de helling in elk punt van de grafiek weer anders. Toch kunnen sommige gekromde grafieken elkaar best loodrecht snijden, en anderen niet. Kijk maar: | ||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
| De hoeken waaronder deze
grafieken elkaar snijden zijn (ongeveer) gelijk aan die groene getekende
hoeken. Het lijkt erop dat in de middelste figuur de grafieken elkaar
loodrecht snijden. De vraag is: hoe berekenen we of dat
inderdaad zo is, als we de formules f en g van de
grafieken weten? Het antwoord is eenvoudig, als je je maar bedenkt wat de helling van de grafiek in een bepaald punt nou precies voorstelt. |
||||||||||||||
|
||||||||||||||
| Dat betekent in de bovenstaande
drie grafieken dat de hellinggetallen van die groene lijntjes gelijk
zijn aan f ' en g' . Maar als die groene lijntjes
loodrecht op elkaar moeten staan dan betekent dat dus dat hun
hellinggetallen met elkaar vermenigvuldigd -1 op moet leveren. Dus
moet gelden f ' · g'
= -1. Natuurlijk is dat alleen nog niet voldoende: de grafieken moeten uiteraard elkaar ook snijden in dat punt. Dat geeft als extra voorwaarde dat moet gelden f = g |
||||||||||||||
|
||||||||||||||
| Het lijkt nogal op de vorige les
over rakende grafieken. Ook hier stel je twee vergelijkingen op, en hoop
je dat je uit die twee samen een oplossing kunt vinden.
Voorbeeld. Voor welke p snijden de
grafieken van y = x2 + p en
y = p/x elkaar loodrecht? |
||||||||||||||
|
|
||||||||||||||
|
|
||||
| 1. | Voor welke p raken de volgende grafieken elkaar? | |||
| a. | de parabolen y = x2 - px - 8 en y = 3x2 + px | |||
| b. | de grafieken van f(x) = x3 - 2x2 + p en g(x) = -x2 + 8x - 6 | |||
| c. | de parabolen y = x2 + px + 4 en y = px2 + 5x | |||
| 2. | De grafieken van y =
√x en y
= 2x2 raken elkaar niet; ze snijden
elkaar. Maar je kunt de grafiek van y = 2x2 wel net zo ver omhoog schuiven dat hij de grafiek van y = √x precies raakt. Hoe ver moet je hem daarvoor omhoog schuiven? |
||
| 3. | a. | Voor welke a snijden de grafieken van y = ax2 en y = 4/x elkaar loodrecht? | |
| b. | Voor welke p snijden de grafieken van y = x2 + 8x en y = 1/x + p elkaar loodrecht? | ||
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |