|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bekijk de grafiek van de
functie f(x) = 2x + 4/x
+ 3 hiernaast. Zoals (hopelijk) verwacht heeft de grafiek een verticale asymptoot bij x = 0. Maar als je goed naar de grafiek kijkt is er ook een scheve rechte lijn waar de grafiek langs gaat lopen (de rode stippellijn). Jawel: deze grafiek heeft een scheve asymptoot! De vraag is: kunnen we dat aan het functievoorschrift al zien, en kunnen we misschien ook een vergelijking van deze scheve asymptoot opstellen? De oplossing van beide vragen ligt hem in het feit, dat het gedeelte 4/x
voor grote x-waarden heel snel erg klein wordt. |
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de vergelijking y = 2x + 4/x + 3 blijft voor hele grote x-waarden eigenlijk alleen nog maar het deel y = 2x + 3 over. De 4/x is te verwaarlozen. Dat betekent dat de grafiek van deze functie er voor grote x-waarden uit zal zien als de grafiek van y = 2x + 3 en voilá; dat is dus de vergelijking van die rode stippellijn! | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar helaas is het wiskundeleven
niet altijd zo eenvoudig! Soms moet je eerst wat voorbereidend werk doen voordat je ziet welk deel er naar nul gaat. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|