|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
De Standaardafwijking. |
|
|
|
|
We hebben al gezien
dat spreidingsmaten aangeven hoe ver de gemeten getallen uit elkaar
liggen. Daarvoor hebben we al de spreidingsbreedte de
kwartielafstand en de gemiddelde deviatie behandeld. Maar er is nog een
andere, veel meer gebruikte maat voor de spreiding, en dat is de
standaardafwijking
(of ook wel de
standaarddeviatie).
De letter die we daarvoor gebruiken is σ.
De berekening daarvan lijkt nogal op die van de gemiddelde deviatie,
maar je moet net één stapje extra doen.
Het recept ervoor is als volgt: |
|
|
|
|
|
Oh ja; waarschijnlijk had je het
al wel verzonnen hoop ik: als je te maken hebt met een klassenindeling,
dan doe je weer alsof alle metingen in een klasse gelijk zijn aan het
klassenmidden. Vergeleken met de "gewone" gemiddelde afwijking zijn die stap 3 en stap 5 dus nieuw. Het lijkt nogal
vreemd: je neemt eerst van al die afwijkingen het kwadraat, en na afloop
van al die gemiddelde kwadraten weer de wortel.
|
σ =
standaardafwijking
= √(gemiddelde
kwadratische afwijking) |
|
|
Wat heeft dat voor zin?
Dat heeft in ieder geval twee simpele praktische voordelen.
Op de eerste plaats hoeven we ons er niet meer druk om te maken of de
afwijking tot het gemiddelde nou plus of min is. Door dat kwadraat wordt
alles gewoon plus, en dat maakt onze formules veel eenvoudiger.
Op de tweede plaats heeft dat kwadraat nemen tot gevolg dat de getallen
die verder van het midden afliggen ook zwaarder meetellen, en dat willen
we ook graag immers die zeggen meer over de spreiding.
Er is ook nog een minder simpel praktisch voordeel. |
Het blijkt in praktijk dat histogrammen er
vaak ongeveer zo uitzien als hiernaast. Veel metingen zijn ongeveer
gelijk aan het gemiddelde en steeds minder metingen zitten verder van
het midden af.
Dit histogram heet de normale verdeling
en
de "breedte" daarvan blijkt makkelijk te beschrijven met de
standaarddeviatie. |
|
|
|
Voorbeeldberekening.
Vier hondenliefhebbers vergelijken de hoogte van hun honden: |
|
|
|
|
Ze meten achtereenvolgens de
hoogtes 19 cm, 70 cm, 39 cm en 55 cm.
De gemiddelde hoogte is dan 45 cm, en dat geeft de blauwe lijn hieronder
aan |
|
|
|
|
De afwijkingen van de vier honden
ten opzichte van dat gemiddelde zijn 26 cm, 25 cm, 6 cm en 10 cm.
De kwadraten daarvan zijn 676, 625, 36 en 100
Het gemiddelde van deze vier kwadraten is (676 + 625 + 36 + 100)/4
= 359,25
De wortel daarvan is √359,25
≈
18,95 cm.
Hieronder kun je zien wat die spreiding van 18,95 cm ten opzichte van het
gemiddelde van 45 cm betekent. |
|
|
|
|
De beide groene lijnen liggen op afstand
18,95
cm vanaf het gemiddelde.
Je ziet dat de laatste twee honden minder dan een standaarddeviatie van
het midden af zitten.
In de tabel hiernaast is nog eens schematisch te zien hoe de berekening
van de standaarddeviatie in zijn werk is gegaan.
|
hond
nr. |
hoogte
(cm) |
afw.
Δ |
Δ2 |
1
2
3
4 |
19
70
39
55 |
26
25
6
10 |
676
635
56
100 |
gem. 45 |
gem.359,25 |
σ = 18,95 |
|
|
|
Wat
stelt het ongeveer voor? |
|
|
|
Hieronder zijn voor een aantal
histogrammen in dezelfde figuur de standaarddeviatie en de gemiddelde
deviatie als afstand vanaf het gemiddelde gegeven. De blauwe en rode
lijnen hieronder geven steeds de plaats van gemiddelde-plus-deviatie/standaarddeviatie
en gemiddelde-min-deviatie/standaarddeviatie. |
|
|
|
|
|
Je ziet dat het allemaal niet
spectaculair veel verschilt van elkaar. De standaarddeviatie bestrijkt
steeds een iets breder deel van het histogram dan de "gewone"deviatie.
Dat komt natuurlijk omdat die buitenste meetwaarden wat zwaarder
meetellen. |
|
|
Formules....
Als je geïnteresseerd bent in formules, dan kun je in de verdieping
hiernaast wat formules voor de standaarddeviatie vinden. Veel zul je ze
niet gebruiken; meestal wordt de standaarddeviatie met een
computer/rekenmachine berekend. |
|
|
|
|
Met de GR
Nou, dat gaat precies zo als de berekeningen van het gemiddelde en de
mediaan en de kwartielen.
Voer de frequentieverdeling in in je TI via
STAT
- EDIT
Bedenk wel dat je bij een klassenindeling de klassenmiddens
moet gebruiken in L1.
Gebruik daarna
STAT
- CALC
- 1: 1-Var Stats
(
L1
,
L2
)
waarbij in L1 de meetwaarden (evt klassenmiddens) staan en in L2 de
frequenties (of procenten). L1 en L2 vind je boven de knoppen 1 en 2
(dus
2nd
gebruiken).
In het lijstje dat je dan voor je neus krijgt is
σx
de standaarddeviatie.
Voor de volgende tabel zie daaronder hoe dat er op de TI-83 uitziet. |
|
|
meetwaarde |
2 -< 10 |
10 -< 18 |
18 -< 26 |
26 -< 34 |
34 -< 42 |
frequentie |
6 |
13 |
27 |
23 |
12 |
|
|
|
|
|
|
Zoals je ziet komen in L1 de
klassenmiddens (als dat nodig is)
rechts zie je dat de standaarddeviatie gelijk is aan 8,978..... |
|
|
De standaarddeviatie van een rij
losse getallen.
Natuurlijk kun je ook van een rij "losse" getallen de
standaarddeviatie berekenen.
Volgens bovenstaande methode zou je de getallen in L1 moeten zetten
allemaal met frequentie 1 in L2, immers elk getal komt één keer voor.
Maar je rekenmachine kan dat sneller....
Als je je getallen in L1 zet, en dan eenvoudig gebruikt STAT
- CALC - 1-Var-Stats (L1) dan neemt je rekenmachine automatisch
alle frequenties gelijk aan 1. Dat scheelt weer een boel enen in
vullen...... |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
Iemand meet elke week zijn bloeddruk, en voor de
bovendruk (de systolische druk) levert dat de volgende serie metingen op:.
130 - 110 - 126 - 128 - 134 - 130 - 133 - 131 - 135 - 137 - 129 |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de standaardafwijking van
deze waarden. |
|
|
|
|
|
b. |
De waarde 110 is wel érg laag
en is waarschijnlijk het gevolg van een storing van de
bloeddrukmeter.
Hoe groot zou de standaardafwijking zijn geweest zonder deze
meetwaarde? |
|
|
2. |
Voor een aantal busritten is het aantal passagiers in de bus
geteld Dat
leverde de tabel hiernaast. |
aantal
passagiers |
aantal
bussen |
0 - 4 |
2 |
5 - 9 |
7 |
10 - 14 |
10 |
15 - 19 |
14 |
20 - 24 |
16 |
25 - 29 |
12 |
30 - 34 |
8 |
35 - 39 |
4 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken
van deze frequentieverdeling het gemiddelde en de standaardafwijking.
Rond af op gehele getallen. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken hoeveel busritten er méér dan de standaardafwijking van
het gemiddelde afliggen. (neem aan dat de aantallen gelijkmatig over de klassen zijn
verdeeld) |
|
|
|
|
|
c. |
Maak
een nieuwe klassenindeling met een breedte van 10, en bereken opnieuw
het gemiddelde en de standaardafwijking. Leg uit waarom dit veranderd
is. Tussen welke grenzen kan het gemiddelde van deze frequentieverdeling liggen? |
|
|
|
|
|
3. |
Gedurende een hele maand (30
dagen) is de maximale luchtdruk (in mbar( |
|
|
|
|
|
1010 1020
1016 996 999
1018 1010 1013 991
1022
993 1001 1005 1012
1018 1093 1062
1000 994 1002
1001 1012 1016 990
1015 1018 1022
984 1023 1013
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken het gemiddelde en de
standaardafwijking van deze luchtdrukwaarden |
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel procent van de dagen had een
luchtdruk die méér dan een standaardafwijking van het gemiddelde
afweek? |
|
|
|
4. |
In het dubbele steel-
en bladdiagram hiernaast staan de stappen die de werknemers van
een bedrijf gemiddeld per dag maken, gesplitst naar man-vrouw.
Er is afgerond op honderdtallen.
In het blok staan duizendtallen, de bladeren stellen
honderdtallen voor. |
|
|
|
|
|
a. |
Probeer zonder een
berekening te maken in te schatten wie de grotere
standaardafwijking heeft (de vrouwen of de
mannen). |
|
|
|
|
b. |
Controleer je antwoord
op de vorige vraag met een berekening. |
|
|
|
|
c. |
Ga met een berekening
na of de standaardafwijking van de hele groep mannen en vrouwen sámen
gelijk is aan de standaardafwijking van de mannen plus die van
de vrouwen. |
|
|
|
|
|
5. |
Hiernaast staat de
frequentietabel van bedragen die consumenten tijdens de
jaarwisseling uitgaven aan vuurwerk, |
uitgaven in euro's |
aantal |
0 - < 10 |
124 |
10 - < 20 |
150 |
20 - < 30 |
188 |
30 - < 40 |
201 |
40 - < 50 |
164 |
50 - < 60 |
82 |
|
|
|
|
|
a. |
Maak hiervan een histogram. Gebruik
op de y-as een frequentiedichtheid.. |
|
|
|
|
b. |
Hoeveel procent van de consumenten
gaf een bedrag aan vuurwerk uit dat meer dan één standaardafwijking van het gemiddelde afwijkt?
Geef dat aan in je histogram. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|