|
|
Deze twee principes gaan we nu
toepassen. |
|
|
|
|
|
Misschien is je aan deze kansen al
wel iets regelmatigs opgevallen.
Als dat zo is, kun je dan van deze 4 antwoorden meteen zeggen welke de
foute is, alhoewel je niet eens weet bij welke vraag ze horen? |
|
|
|
|
|
Dat zit hem in het volgende. Neem
bijvoorbeeld de derde oplossing (op een nog steeds onbekende vraag).
Daar valt het volgende aan op: |
|
|
|
Voor de rode getallen geldt 9
+ 8 + 4 = 21 en voor de blauwe geldt 3
+ 1 + 2 = 6.
Dat geldt bij de andere antwoorden ook, behalve bij nummer 2, want 2 + 3
+ 1 is niet gelijk aan 4. Daarom moet nummer 2 wel fout zijn. Deze
eigenschap kun je handig gebruiken om te controleren of je niet iets
verkeerd hebt gedaan.
Maar pas wel op; |
Als je uit een vaas met 4 rode en 6
groene en 8 blauwe ballen zonder terugleggen 5 ballen haalt, en je wilt
de kans berekenen op 3 groene en 2 blauwe, dan geeft dat de
combinaties hiernaast.
En daarbij klopt het regeltje hierboven niet, want 6
+ 8 is niet 18.
Je kunt het wel kloppend maken door je te realiseren dat van de 4 rode
ballen er 0 getrokken moeten worden. Dan geeft dat: |
|
|
|
|
|
|
|
En nou klopt het weer wél.
Die 4 nCr 0 heeft verder geen invloed op het antwoord want dat is gelijk
aan 1. |
|
|
Het
VAASMODEL. |
|
|
Het hoeft bij dit soort berekeningen natuurlijk
niet altijd om vazen of dozen of zakken te gaan met knikkers of
ballen erin.
Ook andere problemen kun je vaak terugvertalen naar een vaas met
ballen erin. Je moet even goed nadenken over wat de vaas
is, wat de ballen zijn en hoeveel je er uithaalt. Voorwaarde is
altijd wél dat het om trekken zonder terugleggen gaat, en dat
de volgorde niet van belang is. |
|
|
Probeer de volgende
vraagstukken maar te zien als een vaas met ballen. |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
a. |
In een vaas
zitten 8 witte en 14 zwarte ballen. Iemand haalt er zonder terugleggen
7 ballen uit. Bereken de kans op precies 3 witten. |
|
|
|
|
|
b. |
In een
bestekbak zitten 10 messen, 8 lepels en 12 vorken.
Er vallen er per ongeluk 9 van op de grond.
Bereken de kans dat er 3 messen, 2 vorken eb 4 lepels op
de grond vallen |
|
|
|
|
|
c. |
Iemand kiest
willekeurig 12 verschillen de getallen tussen 1 en 100.
Hoe groot is de kans dat er 4 daarvan deelbaar door 3 zijn? |
|
|
|
|
|
d. |
In een zak Mars Minimix
zitten 25 chocoladereepjes.
4 Twix, 5 Bounty, 7 Mars, 5 Snickers en 4 Milky Way.
Iemand haalt zonder terugleggen 10 reepjes uit.
Hoe groot is de kans op van elke soort 2 reepjes? |
|
|
|
|
|
2. |
Een zak met
paaseitjes bevat een mengsel van Melkchocolade-eitjes en eitjes
van pure chocolade.
Er zijn van elk 20 in de zak.
Iemand haalt er een handje van 8 eitjes uit.
Hoe groot is de kans op 5 melk en 3 puur? |
|
|
|
|
3. |
Een
wandpaneel voor sleutels heeft 32 genummerde haken om een
sleutel aan op te hangen.
Aan dit rek worden op willekeurige plaatsen 25 sleutels
opgehangen, nooit meer dan één per haak.
Hoe groot is de kans dat de haken 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13
dan leeg blijven? |
|
|
|
4. |
De zes
klassen van een middelbare school bestaan uit de volgende
aantallen leerlingen: |
|
|
|
|
|
klas |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
aantal leerlingen |
100 |
90 |
85 |
81 |
76 |
64 |
|
|
|
|
|
|
Men kiest
willekeurig een team van 6 leerlingen van deze school.
Bereken de kans op: |
|
|
|
|
a. |
een team met
alleen bovenbouwleerlingen (klassen 4, 5 en 6). |
|
|
|
|
b. |
een team met
4 leerlingen uit de 2e klas en 2 leerlingen uit
de 4e klas. |
|
|
|
|
c. |
een team met
uit elke klas precies één leerling. |
|
|
|
|
5. |
Ne een
talentenjacht waar 12 zangers aan deelnamen moeten de twee
juryleden beslissen welke 3 zangers naar de finale mogen.
Ze kiezen elk 6 zangers uit die wat hun betreft door zouden
kunnen gaan naar de finale.
Als ze geen voorkeur zouden hebben, en dus deze zangers
willekeurig zouden kiezen, hoe groot is dan de kans dat er
precies 3 zijn op wie ze beiden hebben gestemd?, |
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|