Deze twee formules kwamen we in de vorige les tegen:
|
|
|
sin(α
+
β) = sinαcosβ
+ cosαsinβ
cos(α +
β)
= cosαcosβ
- sinαsinβ |
|
|
|
Maar als je kiest
β =
α,
dan veranderen deze formules in de volgenden (ga het zelf maar na, het is
erg eenvoudig):
|
|
|
sin(2α)
= 2sinαcosα
cos(2α) = cos2α
-
sin2α |
|
|
|
Omdat ze het verband tussen de sinus en
cosinus van een hoek en zijn dubbele geven, worden het wel de
verdubbelingsformules
genoemd. |
|
|
Die van cos(2a) kun je trouwenjs
ook noig anders schrijven door gebruik te maken van het feit dat
cos2a + sin2 a = 1
Kijk maar:
cos(2a) = cos2a
- sin2a = (1
- sin2a)
- sin2a
= 1 - 2sin2a
en ook:
cos(2a) = cos2a
- sin2a
= cos2a -
(1 - cos2a)
= 2cos2a -
1
Zo staan ze ook op je formulekaart: |
sin(2α) |
= 2sinαcosα |
cos(2α)
|
= cos2α
-
sin2α
= 2cos2α
-
1
= 1 -
2sin2α |
|
|
|
|
Primitieven van sin2x en cos2x. |
|
|
Je klunt de functies y
= sin+2x en y = cos2x niet direct
primitiveren.
Maar als je ze eerst met behulpo van de verdubbelingsformules anders
schrijft dan wil het wél.
Van de verdubbelingsformules kun je namenlijk maken sin2x
.... of cos2x = ..... en dan kun je
wat daar op die stippeltjes staat wél primitiveren.
Kijk maar:
cos2x = 1 - 2sin2x
cos2x - 1 = -2sin2x
1 - cos2x = 2sin2x
1/2
- 1/2cos2x
= sin2xEn die laatste is makkelijke te primitiveren.
De primitieve is 1/2x
- 1/4sin2x
En die van cos2x gaat op precies dezelfde manier.
de primitieve van
f(x) = sin2x is
F(x) = 1/2x
- 1/4sin2x
de primitieve van
f(x) = cos2x is
F(x) = 1/2x
+ 1/4sin2x |
|
|
|
Voorbeeld:
Gegeven is de functie f(x) = 3cos2x
+ 2sin2x
Bereken de exacte waarde van de oppervlakte onder de grafiek
van f tussen x = 0 en x =
π
Oplossing:
= (1,5p
+ 0 +
p
-
0)
-
(0 ) = 2,5p |
|
|
|
Tussendoortje.
Als je trouwens de integraal van sin2x
tussen 0 en 2π
wilt berekenen ben je natuurlijk GEK als je het via deze
primitieve doet.
Ik hoop dat je aan het volgende plaatje direct ziet dat
daar π
moet uitkomen: |
|
|
|
|
|
Het groene en het paarse
deel zijn gelijk....... |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
1. |
a. |
Door te schrijven
cos(3α)
= cos(2α +
α)
kun je bewijzen dat cos(3α)
= cos3α
- 3sin2a
cosa
Bewijs dit. |
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat
cos(4α)
= 8cos4α
- 8cos2α
+ 1 |
|
|
|
|
c. |
Toon aan dat
cos(4α) = 1
- 8sin2α
· cos2α |
|
|
2. |
In een rechthoekige
driehoek PQR met PQ = 12 wordt de bissectrice PS getekend.
Het blijkt
dat QS = 5.
Bereken PR.
|
|
|
|
|
|
3. |
Bereken de nulpunten
en de extreme waarden die de functie f(x) = 2cos2x
- cosx in het interval [0, 2π]
heeft. |
|
|
|
4. |
a. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Los op in [0, 2π]:
cos2x + cosx = 2 |
|
|
|
|
5. |
.Met domein [0, 2π]
zijn de functies f en g gegeven door:
f(x) = 2cos2x en
g(x) = 1 - cosx
Hiernaast zijn de grafieken van f en g getekend.
De vlakdelen ingesloten door de grafieken van f en g
zijn in deze figuur aangegeven door A en B ingekleurd |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de maximale lengte
van een verticaal lijnstuk in het vlakdeel A. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch de oppervlakte van
het vlakdeel B. |
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|