Een jongetje krijgt op
tijdstip t = 0 de griep. Als gevolg daarvan begint zijn
temperatuur meteen te stijgen. Voor deze soort griep geldt voor
de temperatuur T (in ºC) het model
T(t) = 0,02t3 - 0,4t2
+ 2t + 37
met t in dagen, en 0 ≤ t
≤ 10.
De grafiek van T(t) zie je hiernaast.
a.
Met welke snelheid (ºC/dag) neemt de temperatuur
in het begin toe?
b.
Het jongetje meet op
t = 4 hoe snel zijn temperatuur afneemt.
Als die afname snelheid vanaf dat moment gelijk zou blijven, dan zou de
grafiek vanaf dat punt de raaklijn volgen.
Stel een vergelijking van die raaklijn op en bereken daarmee hoe lang
het in dat geval zou duren voordat de temperatuur weer 37 ºC is.
Bereken algebraïsch de vergelijking van de
raaklijn aan de grafiek van f(x)in de
volgende gevallen:
a.
f(x) = 4x2
+ 2x - 6 bij x = -3.
b.
f(x) = 4√x
-5 bij x = 4.
c.
f(x) = 4 - 6/x
bij x = -2.
Onderzoek algebraïsch
of de lijn y = x + 30 de grafiek van y
= 8√(x + 14) raakt.
Gegeven is de functie
f(x) = 2x3 -
6x2
a.
Geef een vergelijking
van de raaklijn bij x = 2,5
b.
Bereken voor x
= 2,501 twee dingen:
- de functiewaarde f(2,501)
- de y-waarde van de raaklijn uit vraag a) voor x = 2,501
c.
Beredeneer met de
berekende getallen uit vraag a) en b) of de grafiek van f bij
x = 2,5 toenemend/afnemend stijgend/dalend is.
Doe dat zonder de grafiek te tekenen of plotten.