|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hieronder staan drie
grafieken van functies f. Leg duidelijk uit wat de
paarse stippen of paarse delen van de grafiek van f
betekenen voor de grafiek van de afgeleide, f '. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hieronder staan drie
grafieken van hellingfuncties f ' . Leg duidelijk
uit wat de paarse stippen of paarse delen van de hellinggrafiek
betekenen voor de grafiek van f . |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schets van de grafiek hieronder de
bijbehorende hellinggrafiek. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Om
sprongen en andere stunts met een skateboard te oefenen zijn in veel
parken skatebanen aangelegd. De meest gangbare vorm is de zogenaamde
"Halfpipe". Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Hiernaast
is het zijaanzicht van een skatebaan getekend. Deze baan begint in punt
A op een hoogte van 3,2 meter en loopt daarna eerst af tot punt B op de
grond (4 meter horizontaal vanaf A). De baan gaat dan weer omhoog tot
een punt C op horizontale afstand 6 meter vanaf A. |
|
|
|
|
|
|
De formule die de vorm van de baan beschrijft is:
H(x) = 0,1x3 - 0,6x2 +
3,2
Hierin is H de hoogte van de baan vanaf de grond gemeten en x
de horizontale afstand vanaf punt A, beiden in meters. |
|
|
|
|
|
a. |
Bewijs
dat de baan in de punten A en B inderdaad horizontaal loopt en bereken
vervolgens de hoogte
van punt C. |
|
|
|
|
|
b. |
Tussen
A en B wordt de baan eerst steiler naar beneden en daarna weer vlakker.
Ergens tussen A en B ligt dus een punt waar de baan het steilst daalt.
Bereken de coördinaten van dat punt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
a. |
Wat betekent het voor de grafiek van
een functie f als de grafiek van zijn
hellingfunctie de x-as raakt? |
|
|
|
|
|
b. |
Wat betekent het voor de
grafiek van een functie f als de grafiek van zijn
hellingfunctie een horizontale asymptoot heeft? |
|
|
|
|
|
c. |
Kun je een grafiek verzinnen die
(ongeveer) gelijk is aan zijn eigen hellinggrafiek? |
|
|
|
|
6. |
Het zuurstofgehalte van
de lucht is normaal gesproken gelijk aan 21%.
Maar als een grote groep mensen zich in een ruimte met
onvoldoende ventilatie bevindt, dan zal dat zuurstofgehalte
dalen.
Tijdens een erg lange vergadering van de ministerraad meet een
conciėrge regelmatig het zuurstofgehalte in de vergaderruimte.
Op een gegeven moment vindt hij het onacceptabel laag geworden
en doet hij een boel ramen open.
Dan stijgt het zuurstofniveau gelukkig weer, zodat onze
ministers (voorzover ze daartoe in staat zijn) weer helder
kunnen nadenken.....
De conciėrge stelt na afloop met zijn meetgegevens twee modellen
op; eentje voor het dalende zuurstofverloop (D) en eentje voor
het stijgende (S). Zijn metingen leveren op dat ongeveer geldt:
D(t) = 21 - 4t2 + t3
en S(t) = 21 - 12,56 0,9t
Daarin is t de tijd in uren |
|
|
|
|
|
a. |
Bepaal met je GR na
hoeveel tijd de conciėrge de ramen openzette. |
|
|
|
|
|
b. |
Hoe snel daalde het zuurstofniveau
op t = 1? |
|
|
|
|
|
c. |
Op welk moment steeg het
zuurstofgehalte weer met 0,9 %/uur? |
|
|
|
|
|
De conciėrge merkt na afloop dat er
tussen t = 2 en het moment dat hij de ramen openzette
toch wel erg domme beslissingen zijn genomen. Hij besluit daarom
een soort alarmsysteem aan te leggen, dat waarschuwt als het
zuurstofgehalte in de ruimte te laag wordt.
Hij kan daarvoor kiezen uit twee verschillende systemen:
Systeem I waarschuwt als het zuurstofgehalte onder de
19,5% komt.
Systeem II waarschuwt als het zuurstofgehalte daalt met
meer dan 4% per uur |
|
|
|
|
|
d. |
Laat zien dat beide systemen met
bovenstaande functie D(t) ongeveer hetzelfde alarmmoment
opleveren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|