Bereken de afstand van punt P(-2, 5) tot de lijn 2x
+ 6y = 15
b.
Bereken de afstand van punt Q(6, -1) tot de lijn x
+ y = 12
Gegeven zijn de lijn
4x + 3y = 11 en het punt
P (0, 6).
a.
Bereken de afstand
van punt P tot lijn l .
b.
Welke twee lijnen
door de oorsprong hebben afstand 4 tot punt P ?
Punt P ligt op
de lijn y = -2x + 4
Hoeveel moet deze lijn omhoog of omlaag geschoven worden zodat de afstand van P
tot de lijn gelijk is geworden aan 5?
Punt P heeft
afstand 2 tot de lijn y = x + 5
Als je punt P spiegelt in de y-as krijg je een punt Q
en dat punt Q heeft afstand 4 tot de lijn y = x + 5
Bereken de coördinaten van P en Q .
5.
Gegeven is
parallellogram OABC met O(0, 0) en A(6,
3) en B(7, 7)
a.
Bereken de afstand van punt B
tot de diagonaal AC.
b.
Gebruik die afstand om de
oppervlakte van het parallellogram te berekenen.
c.
Controleer je antwoord op vraag
b) door het parallellogram "in te lijsten" (dat doe je in dit geval door
er een vierkant met zijden 7 omheen te tekenen)