|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
1. |
Examenvraagstuk
HAVO wiskunde A, 2007. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen
in de eerste klas van het voortgezet onderwijs
gemiddeld ruim 8 uur per week aan huiswerk besteden. De meeste tijd
besteden zij aan de vakken wiskunde, Engels en Nederlands.
Daarnaast besteden meisjes meer tijd aan huiswerk dan
jongens. De tijd in uren die leerlingen per week aan
hun huiswerk besteden, noemen we de huiswerktijd.
In de volgende figuur zijn de resultaten van het
onderzoek weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In deze figuur kun je bijvoorbeeld zien
dat ongeveer 27 procent van de jongens minstens
6 uur maar minder dan 8 uur per week aan huiswerk besteedt. |
|
|
|
|
|
a. |
Hoeveel procent van de meisjes besteedt
8 uur of meer per week aan het huiswerk? Licht je
antwoord toe. |
|
|
|
|
|
De gemiddelde huiswerktijd van de
leerlingen in de eerste klas is ruim 8 uur. Meisjes
blijken gemiddeld meer dan 8 uur aan hun huiswerk te besteden. Met behulp
van de klassenmiddens kun je het gemiddelde voor de jongens schatten. |
|
|
|
|
|
b. |
Toon met behulp van een berekening met
de klassenmiddens aan dat de gemiddelde
huiswerktijd van de jongens minder dan 8 uur is. |
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk
VWO, Wiskunde A, 2002 Als een nieuwbouwwoning wordt
opgeleverd vindt doorgaans een inspectie plaats. Daarbij komen vaak nog
gebreken aan het licht. Uit de nieuwbouwwoningen die bij de oplevering
één of meer gebreken vertoonden werd in het jaar 2000 door de
Vereniging Eigen Huis een steekproef van 325 woningen genomen. De
resultaten zijn samengevat in de volgende tabel. |
|
|
|
|
|
aantal bij oplevering
geconstateerde gebreken |
aantal woningen |
1 t/m 5 gebreken |
5 |
6 t/m 10 gebreken |
21 |
11 t/m 20 gebreken |
85 |
21 t/m 30 gebreken |
88 |
31 t/m 40 gebreken |
59 |
41 t/m 50 gebreken |
47 |
51 t/m 60 gebreken |
7 |
61 of meer gebreken |
13 |
|
|
|
|
|
|
Van deze 325 woningen bleek het gemiddeld aantal gebreken per woning 28,6
te zijn.
In plaats van het gemiddelde had men ook als centrummaat de
mediaan van het aantal gebreken per woning kunnen nemen.
Neem aan dat het aantal woningen steeds bij benadering gelijkmatig over
een klasse verdeeld is, behalve bij de laatste klasse.
Onderzoek of de mediaan groter
of kleiner is dan het gemiddelde 28,6 |
|
|
|
|
3. |
Examenvraagstuk
VWO, Wiskunde A,
2004
In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw was een
personenauto na 9 à 10 jaar rijp voor de sloop. In 1998 lag de
gemiddelde levensduur al een stuk hoger. Deze gemiddelde levensduur kun
je berekenen met behulp van de gegevens in de onderstaande figuur.
Daarin vind je in de vorm van een samengesteld staafdiagram de verdeling
naar leeftijd van de personenauto's die in 1998 werden gesloopt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bereken met behulp van de
gegevens in deze figuur hoe groot de gemiddelde levensduur was van
personenauto's op het moment van slopen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenvraagstuk
VWO, Wiskunde A, 2006
Sandra is serveerster in een
café. Gedurende 100 werkdagen heeft Sandra bijgehouden welk bedrag aan
fooien ze op die dagen heeft gekregen. Het resultaat hiervan zie je in de
volgende tabel. |
|
|
|
|
|
bedrag aan fooien per dag, in euro's |
0 tot 5 |
5 tot 10 |
10 tot 15 |
15 tot 20 |
20 tot 25 |
aantal dagen |
2 |
17 |
48 |
29 |
4 |
|
|
|
|
|
|
Aan de hand van deze tabel kun
je een schatting maken van het totale bedrag aan fooien dat Sandra in die
100 dagen heeft ontvangen.
Maak een schatting van dat bedrag. Geef een
wiskundige berekening. |
|
|
|
|
5. |
Kangoeroewedstrijd.
Ricardo doet aan verspringen. Na
een aantal sprongen heeft hij gemiddeld 3,80 meter gesprongen.
Nu springt hij 3,99 meter en daarmee is zijn gemiddelde verbeterd tot
3,81 meter. Nu volgt nog een laatste sprong.Hoeveel meter moet Ricardo
dan springen zodat zijn
gemiddelde 3,82 meter wordt? |
|
|
|
|
6. |
Kangoeroewedstrijd. Na
afloop van een test bleek dat de gemiddelde score 1,2 hoger zou zijn
geweest als iedere jongen van de klas 3 punten meer had gehaald.
Hoeveel procent van de klas was meisje? |
|
|
|
|
7. |
Kangoeroewedstrijd. Een gezin bestaat uit vader, moeder en een
aantal kinderen.
De gemiddelde leeftijd van de gezinsleden is 18 jaar.
De gemiddelde leeftijd zonder de 38-jarige vader is slechts 14 jaar.
Hoeveel kinderen zijn er in het gezin? |
|
|
|
|
8. |
Kangoeroewedstrijd.
Van een aantal personen was de gemiddelde leeftijd precies gelijk aan
het aantal. Nadat er iemand van 29 jaar was bijgekomen, was nog steeds
de gemiddelde leeftijd gelijk aan het aantal personen. Hoeveel mensen
waren er oorspronkelijk aanwezig? |
|
|
|
|
9. |
Examenopgave Havo,
Wiskunde A, 2018.
Een onderzoek naar het rookgedrag van 712 leerlingen leverde de volgende
tabel op: |
|
|
|
|
|
gemiddeld aantal
sigaretten per dag |
|
meisjes |
jongens |
totaal |
minder dan één sigaret (<1) |
196 |
168 |
364 |
één tot en met tien sigaretten (1 - 10) |
111 |
144 |
255 |
meer dan tien sigaretten (>10) |
29 |
64 |
93 |
totaal |
336 |
376 |
712 |
|
|
|
|
|
|
Bij welk geslacht, meisjes of jongens, is de mediaan
van het gemiddeld aantal sigaretten per dag het grootst? Licht je
antwoord toe |
|
|
|
|
10. |
Vlaamse
Olympiade.
Het gemiddelde van de leeftijd van de vier neefjes van Veroniek is 12
jaar en de mediaan is 10 jaar.
Wat is de som van de leeftijden van het jongste neefje en het oudste
neefje? |
|
|
|
|
11. |
Vlaamse
Olympiade
Als het gemiddelde van twee getallen gelijk is aan hun verschil, hoe
verhouden zich dan die getallen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
12. |
Vlaamse
Olympiade.
Over vier getallen hebben we de volgende informatie:
- het kleinste getal is 7.
- de mediaan is minstens 11
- het gemiddelde is hoogstens 10.
Hoe groot is het grootste getal? |
|
|
|
|
13. |
Examenvraagstuk
HAVO Wiskunde A, 2021-III |
|
|
|
|
|
In een
steekproef over bijverdiensten bedroeg het gemiddelde inkomen van een scholier met
een bijbaantje 112 euro per maand. De mediaan was 65 euro. In de
figuur zie je drie frequentieverdelingen afgebeeld waarvan er
één de frequentieverdeling van het inkomen per maand van een
scholier met een bijbaantje in de steekproef weergeeft. |
|
|
|
|
|
|
|
Welke van
de drie frequentieverdelingen is dat? Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|