|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
|
|
|
1. |
examenvraagstuk
HAVO, Wiskunde A, 2004. |
|
|
|
|
|
De KIX (KlantIndeX) is een streepjescode die
gebruikt wordt om post machinaal te sorteren. Steeds meer bedrijven
drukken op poststukken onder het adres de KIX af. Deze bedrijven krijgen
daarvoor een korting op de verzendkosten.
Een adres wordt in Nederland volledig bepaald door de postcode en
het
huisnummer. De KIX bestaat daarom uit 4 cijfers en 2 letters voor de
postcode en daarachter het aantal cijfers dat nodig is voor het
huisnummer. In onderstaande figuur zie je twee voorbeelden van een KIX. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierboven staan als voorbeeld de KIX van
postcode 3224 BC met huisnummer 6 en van postcode 3224 BC met huisnummer
108.
In de KIX heeft elk cijfer en elke letter een eigen symbool. Er wordt
daarbij geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine
letters. De letters B en b krijgen dus hetzelfde symbool.
Elk symbool bestaat uit vier verticale strepen. Zie de figuur
hieronder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het middelste stuk van elke streep is altijd
zwart. Boven zijn er vier stukken en onder zijn er vier stukken. Elk van
die acht stukken kan wit of zwart zijn. Zo zijn er veel verschillende
symbolen te maken waarbij het niet uitmaakt hoeveel van de vier bovenste
en de vier onderste stukken zwart zijn gemaakt. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken het aantal verschillende symbolen dat op die
manier te maken is. |
|
|
|
|
|
Bij een KIX-symbool zijn er van de vier
bovenste stukken precies twee zwart. Ook van de vier onderste stukken zijn
er precies 2 zwart. |
|
Bijvoorbeeld: de 3 heeft symbool |
|
en de B (of b) heeft symbool |
|
|
|
Zoals je bij de laatste streep van de 3 ziet,
mag een streep ook helemaal zwart zijn, als er maar in totaal twee stukken
boven en twee stukken onder zwart zijn. |
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel verschillende KIX-symbolen zijn er op deze manier
te maken? Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
Bij elk adres hoort een huisnummer.
Huisnummers beginnen nooit met een 0. Bij sommige adressen komt er na het
huisnummer een toevoeging, zoals bij het huisnummer 6A. Soms staat er
zelfs een heel woord bij: 73 boven. Bij zo'n toevoeging wordt de KIX na
het huisnummer aangevuld met eerst de letter X en daarna de letter(s)
en/of cijfer(s) die nodig zijn voor de toevoeging.
De KIX is door het huisnummer en de eventuele toevoeging niet altijd even
lang. We vatten dit samen in de volgende tabel. |
|
|
|
|
|
altijd |
soms |
postcode |
huisnummer |
het scheidingsteken |
een toevoeging |
4 cijfers en 2 letters |
maximaal 5 cijfers |
X |
maximaal 6 tekens
(letters en/of cijfers) |
vaste lengte |
variabele lengte |
vaste lengte |
variabele lengte |
|
|
|
|
|
|
In de figuur hieronder staan twee voorbeelden
van een KIX met 9 symbolen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De postcode 6801 MG vormt het
begin van een KIX van 9 symbolen. Er zijn aan de zes symbolen van de
postcode dus nog 3 symbolen toegevoegd. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er
om bij een postcode 6801 MG een correcte KIX van 9 symbolen te maken?
Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Examenvraagstuk HAVO Wiskunde A, 2014
Bij het
kunstrijden op de
schaats op de Olympische spelen van 1908 waren er slechts 7
deelnemers. Het waren Johansson, Salchow en Thorén uit
Zweden, Greig en March uit Groot-Brittannië, Brokaw uit de Verenigde
Staten en Torromé uit
Argentinië.
Er waren slechts
vijf juryleden met een overzichtelijke taak. Ze moesten, nadat alle
deelnemers hun kwaliteiten hadden laten zien, ieder voor zich een
ranglijst opstellen: welke kunstschaatser is volgens hen nummer
één, wie komt op de tweede plaats, enzovoort. |
|
|
|
|
|
a. |
Een jurylid vond dat de drie Zweedse kunstrijders het best gepresteerd
hadden. Hij plaatste deze schaatsers in zijn top 3, de overige kwamen
dus op de plaatsen 4 tot en met 7. |
Op hoeveel manieren kon hij dat doen? |
|
|
|
|
|
b. |
Om de mate van
overeenstemming bij de juryleden te onderzoeken, worden de ranglijsten
van elk tweetal juryleden met elkaar vergeleken. Bereken hoeveel
keer men zo twee ranglijsten met elkaar moet vergelijken. |
|
|
|
|
3. |
examenvraagstuk
VWO, Wiskunde C,
2014.
Emoticons zijn symbolen die
emoties weergeven door middel van een combinatie van lees- en
lettertekens. Om aan te geven dat je heel blij bent, gebruik je
bijvoorbeeld het emoticon :-D.
In Japan gebruikt men meer emoticons dan in Europese landen. Ook
zijn ze anders dan de in Europa bekende emoticons. Zo hoef je je
hoofd geen kwartslag te draaien. Een bekend Japans voorbeeld is
(^_^), een glimlachende smiley.
Japanners gebruiken 26 verschillende lees- en lettertekens. Die
kunnen ook vaker voorkomen in een emoticon (zie het voorbeeld).
Bereken hoeveel
verschillende Japanse emoticons met vijf of zes lees- en
lettertekens in dit geval in theorie totaal mogelijk zijn. |
|
|
|
|
4. |
Belgische nummerborden
bestaan uit drie letters gevolgd door drie cijfers. |
|
|
|
|
|
a. |
Hoeveel nummerborden zijn er mogelijk? |
|
|
|
|
|
|
b. |
Hoeveel nummerborden zijn
er met één of meer dezelfde letters of cijfers. |
|
|
|
|
|
Ik ben door een Belg
aangereden, die na het ongeluk doorgereden is!!
Ik weet nog dat er in zijn nummerbord precies twee keer het
cijfer 8 voorkwam. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoeveel mogelijke nummerborden zijn er
nu nog? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Kangoeroewedstrijd. Er moet een trein gemaakt worden door achter
een locomotief vijf wagons (A, B, C, D, E) te plaatsen.
Wagon A moet dichter bij de locomotief komen dan wagon B
Op hoeveel manieren kan deze trein gemaakt worden? |
|
|
|
|
6. |
Ik heb l0 munten van 1
Euro. Deze munten moet ik weggeven aan acht
personen, zodanig dat ieder van de acht minstens één munt krijgt.
Op hoeveel verschillende manieren kan ik de munten verdelen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|