Welke asymptoten hebben de grafieken
van de volgende functies?
a.
f(x) = 3 • 2x
b.
f(x) = 5
- 2 • 1,8x
c.
f(x) = 2 • 5x
+ 4
Hieronder staan 3
grafieken van de vorm y = B • gx Bepaal van elk van deze grafieken de waarden van B
en g.
Gegeven zijn de functies f(x)
= 12 • x12 en g(x) =
1,2 • 1,2x
Bepaal met je rekenmachine voor welke x geldt dat f(x)
< g(x).
Examenopgave HAVO Wiskunde A,
2022-I
In 2015 was het jaargemiddelde van de CO2-concentratie in de
lucht 400,8 ppm (parts per
million: het aantal CO2-deeltjes per miljoen luchtdeeltjes)
Wereldwijd
worden er afspraken gemaakt met als doel de CO2-concentratie
omlaag te brengen. Veronderstel dat het inderdaad lukt om de CO2-concentratie
na 2015 zodanig te laten dalen dat het jaargemiddelde in 2050 nog
maar 350 ppm is. Dan kan er bijvoorbeeld sprake zijn van afname
volgens
- een lineair verband of
- een exponentieel verband.
In beide gevallen is het jaargemiddelde in 2015 gelijk en is ook het
jaargemiddelde in 2050 gelijk. Echter, een CO2-concentratie
van bijvoorbeeld 375 ppm wordt in het ene geval op een eerder moment
bereikt dan in het andere geval.
Leg uit, zonder
berekeningen te geven, in welk van de twee genoemde gevallen de CO2-concentratie
het eerst de waarde 375 ppm bereikt.