Van welk van de volgende parabolen ligt de top op de x-as?
.
A: y = 3x2 - 7x
+ 4 B: y = 12x + 4x2 + 8 C: y = -5x2 + 10x
- 5
Hoeveel snijpunten hebben de volgende grafieken?
a.
De lijn y = 2x
- 4 en de
parabool y = 4x2 + 3x
- 6
b.
De parabolen y = 5x2
+ 200x + 700
en y = 38x - 4x2
- 29
c.
De parabool y = 2x2
- 11x + 4 en de lijn y = -12
Bij de 4 ×
100 meter estafette moeten de atleten een stokje aan elkaar doorgeven.
Op het moment dat atleet 1 nog 10 meter van zijn startplaats af is
begint atleet 2 alvast te rennen.
Dat moment noemen we t = 0
Hij versnelt, en voor de afstand tot zijn startpunt geldt A(t)
= 0,8t2 + 0,4t Atleet 1 loopt zijn laatste stuk met 5,5 m/s dus voor zijn afstand
ten opzichte van dat zelfde startpunt geldt: A(t) = -8 + 5,5t
Bereken of de atleten op een gegeven moment even ver van dat startpunt
zullen zijn zodat zij hun stokje kunnen overgeven.
MEER OPGAVEN
4.
a.
Iemand beweert:
"Als a en c tegengesteld van teken zijn, dan zijn er
altijd twee oplossingen". Leg uit of dat inderdaad altijd zo is.
b.
Iemand anders
beweert: "Als er twee
oplossingen zijn dan zijn a en c altijd verschillend van teken". Leg uit of dat inderdaad altijd zo is.