© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven
       
       
Van welk van de volgende parabolen ligt de top op de x-as?
  .
  A:  y = 3x2 - 7x + 4
B:  y = 12x + 4x2 + 8
C:  y = -5x2 +  10x - 5
   
Hoeveel snijpunten hebben de volgende grafieken?
       
  a. De lijn  y = 2x - 4  en de parabool  y = 4x2 + 3x - 6
       
  b. De parabolen  y = 5x2 + 200x + 700    en  y = 38x - 4x2 - 29
       
  c. De parabool  y = 2x2 - 11x + 4  en de lijn  y = -12
       
Bij de 4 × 100 meter estafette moeten de atleten een stokje aan elkaar doorgeven.
Op het moment dat atleet 1 nog 10 meter van zijn startplaats af is begint atleet 2 alvast te rennen.
Dat moment noemen we t = 0
Hij versnelt, en voor de afstand tot zijn startpunt geldt  A(t) = 0,8t2  + 0,4t
Atleet 1 loopt zijn laatste stuk met 5,5 m/s dus voor zijn afstand ten opzichte van dat zelfde startpunt geldt:
A(t) = -8 + 5,5t

Bereken of de atleten op een gegeven moment even ver van dat startpunt zullen zijn zodat zij hun stokje kunnen overgeven.
       
MEER OPGAVEN
       
4. a. Iemand beweert:  "Als a en c tegengesteld van teken zijn, dan zijn er altijd twee oplossingen".
Leg uit of dat inderdaad altijd zo is.
       
  b. Iemand anders beweert:  "Als er twee oplossingen zijn dan zijn a en c altijd verschillend van teken".
Leg uit of dat inderdaad altijd zo is.
       
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)