|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
De grafiek van een
exponentieel verband gaat door de punten (5, 18) en (12, 40)
Geef een formule. |
|
|
|
|
|
b. |
De grafiek van een
exponentieel verband gaat door de punten (16, 115) en (30, 12)
Geef een formule. |
|
|
|
|
Een nogal wiskundig
echtpaar gaat bevallen van een baby. Ze houden nauwkeurig tijdens de
zwangerschap het gewicht van het embryo in de gaten, en vinden tussen de
10e en de 20e week de stippen in de grafiek
hiernaast.
Het valt hen op dat het gewicht in deze periode bijna exponentieel
verloopt. De exponentiële rode grafiek hiernaast past goed bij de
gevonden meetwaarden.
Het lijkt erop dat die grafiek precies door het eerste en laatste
meetpunt gaat.
Na 10 weken was het gewicht 3,8 gram, en na 20 weken was het 298 gram. |
|
|
Stel een formule op van de exponentiële grafiek die precies door deze
twee meetpunten gaat. |
|
|
|
|
|
Het stralingsniveau (S) op en
bepaalde plaats direct na het inslaan van een langeafstandsraket met
nucleaire kop hangt af van de afstand (a in km) tot de plaats van
inslag. Metingen leverden de volgende tabel: |
|
|
|
|
|
stralingsniveau (S) |
161000 |
108000 |
32600 |
12000 |
4400 |
afstand (a) |
2 |
4 |
10 |
15 |
20 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Leg duidelijk uit hoe uit
bovenstaande tabel valt af te leiden dat het hier om een
exponentieel verband gaat, en geeft een formule voor S als
functie van a. |
|
|
|
|
|
b. |
De voor een mens dodelijke dosis straling is 200
of meer. Tot welke afstand vanaf de plaats van inslag zullen er direct doden gaan
vallen? |
|
|
|
|
|
Een vaste flitspaal of een mobiele flitser werkt met het zogenaamde
dopplereffect. De
flitspaal stuurt geluidsgolven op je voertuig af, die voor ons niet
hoorbaar zijn, en meet hoe lang het duurt voordat deze geluidsgolven
teruggekaatst worden.
Zo weet de computer hoe snel je rijdt.
Van een optrekkende auto wordt tussen de tweede en twintigste
seconde vanaf de start elke 3 seconden met een flitspaal de
snelheid op dat moment gemeten. Dat levert de volgende tabel: |
|
|
|
|
|
seconden vanaf start |
snelheid (km/uur) |
2 |
40 |
5 |
75 |
8 |
101 |
11 |
120 |
14 |
136 |
17 |
145 |
20 |
150 |
|
|
|
|
|
|
In deze opgave willen we onderzoeken welk model er
bij deze tabel zou kunnen passen.
Het eerste model dat we bekijken is dat van exponentiële toename
V = b •
at
met a en b constanten.
Veronderstel dat de toename tussen seconde 2 en
seconde 5
inderdaad exponentieel verloopt. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken dan de constanten a en b. |
|
|
|
|
|
Exponentiële toename is echter geen goed model voor de toename van de
snelheid in de gehele periode van 2 tot 20 seconden .
Dit kun je afleiden uit de tabel. |
|
|
|
|
|
b. |
Laat dat met een berekening zien. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|