We onderzoeken in deze opgave de
vergelijking sin(x + p) = cos(x
-p)
a.
Toon aan dat deze vergelijking voor p
= 1/4π
voor elke x klopt.
b.
Toon aan dat x =
1/4π altijd een oplossing van deze vergelijking is.
c.
Welke x-waarde (tussen 0 en 2π) is nog meer
altijd een oplossing van deze vergelijking?
Geef alle oplossingen van sin(2x + p) = cos(x + p)
MEER OPGAVEN
5
Gegeven zijn de functies f(x)
= sin x en g(x) = cos x, beiden
met domein [0,π].
De lijn met vergelijking y = p snijdt de grafiek van f
in de punten A en B.
a.
Bereken p als AB =
2/3π
b.
Bereken AB in twee decimalen nauwkeurig als p =
0,3
De lijn met vergelijking x = q
snijdt de grafiek van f in het punt C en de grafiek van g
in het punt D.
c.
Bereken q als het midden van
lijnstuk CD op de x-as ligt
6.
Ook uit de grafieken van cosx
en sinx kun je formules afleiden. Kijk maar naar de twee
grafieken hieronder.
Je kunt de rode grafiek krijgen door
de blauwe 1/2π
naar rechts te schuiven.
Of je krijgt de blauwe door de rode 1/2π
naar links te schuiven