Teken het gebied dat
voldoet aan alle volgende voorwaarden:
y + 4x
< 40 y - 2x < 10 y > 5
In een fabriek worden
twee soorten tennisrackets gemaakt: rackets met een houten frame
en rackets met een metalen frame.
De materiaalkosten van een houten racket zijn
€20,- en de materiaalkosten van een metalen
racket zijn €25,-
In totaal wil men op een dag maximaal €2000 aan
materiaalkosten
hebben
In de fabriek staan een aantal machines. Hierop kan men per dag 150 metalen
rackets maken of 30 houten rackets.
In de fabriek werken 20 mensen. Met
het maken van 2 houten rackets is een medewerker een hele dag bezig,
terwijl hij per dag 5 metalen rackets kan maken.
Stel dat men ervoor kiest om m metalen rackets en h houten
rackets op een dag te maken.
a.
Stel een ongelijkheid
op die de materiaalkosten beschrijft.
b.
Stel een ongelijkheid
op die de machinetijd beschrijft.
c.
Stel een ongelijkheid
op die de werktijd van de medewerkers beschrijft.
d.
Teken het gebied dat
bij alle voorwaarden hoort. Bedenk dat h en m altijd
positief moeten zijn.
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde A, 2007.
Een leerfabriek maakt 2 typen leren koffers: de ‘traveller’ en de ‘mondial’.
Het maken van de traveller kost 2 manuren en het maken van
de mondial 3 manuren. Voor de fabricage van deze
koffers kan maximaal 616 manuren per week ingezet
worden. Voor elk van beide koffers is 1,5 m2
leer nodig. Wekelijks is hiervoor in totaal 387
m2 leer
beschikbaar.
Het aantal travellers dat per week
geproduceerd wordt, noemen we t.
Het aantal
mondials dat per week geproduceerd wordt, noemen we m.
a.
Stel een ongelijkheid
op voor het aantal manuren in een week
b.
Stel een vergelijking
op voor de hoeveelheid leer.