Bereken de vraagtekens in de onderstaande
figuren.
Hiernaast is in een rechthoek een
rechthoekige driehoek getekend.
Bereken de lengte van de zijde met het vraagteken.
In een gelijkbenige driehoek met basis 8 worden
twee hoogtelijnen getekend. Zie de figuur hiernaast.
Het blijkt dat EB = 2
Bereken de oppervlakte van driehoek ABC
Uit een wiskunde-Olympiade
Over de schuine zijde van een rechthoekige driehoek met zijden
3, 4 en 5 schuift men twee vierkantjes met zijden 1 zo ver
mogelijk naar buiten (tot ze de rechthoekszijden raken). Bereken
de afstand d tussen beide vierkantjes.
Hiernaast staat een
vierkant van 12 bij 12 waarin een kleiner vierkant is getekend.
Bereken de oppervlakte van dat kleinere vierkant.