Gegeven zijn de functies:
f(x) = a + b√x
en g(x) = x2
- 7,5x
Bereken a en b als de grafieken elkaar loodrecht
snijden in (4, -14).
examenvraagstuk VWO Wiskunde B,
1990.
Voor elke p
is gegeven de functie:
Hieronder zie je de
grafiek van een functie fp.
In bovenstaande
figuur is de grafiek van f1 getekend. A is het randpunt, B is de top, C is
het snijpunt met de y-as en D is het snijpunt met de x-as.
a.
Bereken algebraïsch de
coördinaten van A, B, C en D.
b.
Bereken p in
het geval dat de grafieken van fp en f1 elkaar loodrecht
snijden.
a.
Voor welke p
snijden de grafieken van y = px2 en
y = 4/x²elkaar
loodrecht?
b.
Voor welke p
snijden de grafieken van y = x2 + 8x
en y = 1/x + p
elkaar loodrecht?
MEER OPGAVEN
4.
P is een
punt van de parabool y = x2
De middelloodlijn van OP snijdt de y-as in punt Q.
Wat gebeurt er met punt Q als P over de parabool naar de
oorsprong toe loopt?
5.
a.
De grafieken van y = 1 + 2x√x en y = x2
raken elkaar niet; ze snijden elkaar.
Maar je kunt de grafiek van y = x2 wel net zo
ver omhoog schuiven dat hij de grafiek van y = 1 + 2x√x
precies raakt.
Hoe ver moet je hem daarvoor omhoog schuiven?
b.
De grafieken van y = 1 + 2x√x en y = -1/36
x2 snijden elkaar niet.
Maar je kunt de grafiek van y = -1/36x2
wel net zo ver omhoog schuiven dat hij de grafiek van y = 1 + 2x√x
loodrecht snijdt.
Hoe ver moet je hem daarvoor omhoog schuiven?