|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
|
V is het vlakdeel dat wordt ingesloten
door de grafiek van f(x) = x2
en de lijn y = 6
- x.
De lijn x = p verdeelt V in twee delen met
gelijke oppervlakten.
Bereken p. Rond je antwoord af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
V is het vlakdeel dat wordt ingesloten
door de grafiek van f(x) = 4/(x²)
, de x-as, de y-as en de lijnen
x = 16 en y
= 16.
De lijn x = a verdeelt V in twee stukken waarvan
de oppervlakten zich verhouden als 2 : 1, waarbij het
rechter deel het kleinst is.
Bereken a.
|
|
|
|
|
|
Gegeven zijn de functies fa(x)
= x3
- 4x + a |
|
|
|
|
|
a. |
Het vlakdeel V wordt ingesloten door
de grafiek van f0 , de x-as en de lijn x
= p met 0 < p < √12.
Bereken algebraïsch p als de oppervlakte van V
gelijk is aan 10,25. |
|
|
|
|
|
b. |
W is het vlakdeel dat wordt ingesloten
door de grafiek van fa met
a > 0, de x-as, de y-as
en de
lijn x = -2. Bereken algebraïsch a als de
oppervlakte van W gelijk is aan 20. |
|
|
|
|
|
|
|
V is het vlakdeel dat wordt ingesloten door de grafiek van f
en de lijn y = 6,2 |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de exacte waarde
van de oppervlakte van V |
|
|
|
|
|
b. |
De oppervlakte van het vlakdeel W, ingesloten door de
grafiek van f, de lijn y = x + 1 en de lijnen
x = 1
en x = p (p > 1) is
gelijk aan 2.
Bereken de waarde van p |
|
|
|
|
|
Gegeven zijn de
functies fp(x) = pex
- e2x
Hiernaast zie je de grafieken van f2, f4
en f6
V is het vlakdeel ingesloten door de grafiek van fp
en de x-as en de y-as.
Voor welke p is de oppervlakte van V gelijk aan 2? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Tussen
de twee parabolen
y = 0,25x2 en y
= 2 - 0,25x2 wordt een rechthoek getekend
waarvan de hoekpunten op de parabolen liggen en waarvan de zijden
evenwijdig aan de coördinaatassen zijn.
Hoeveel procent van de oppervlakte tussen beide parabolen wordt maximaal
door de rechthoek in beslag genomen? |
|
|
|
|
|
7. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2009. |
|
|
|
|
|
De functie f is gegeven door f (x)
= 4 − 1/4x2.
De grafiek van f snijdt de x-as in punt A(4, 0) en de y-as
in punt B(0, 4).
Voor elke waarde van c is de lijn k met vergelijking y
= −x + c evenwijdig aan de lijn AB. Voor c > 5
sluiten de x-as, de lijn k, de y-as en de lijn AB
een trapezium in dat door de grafiek van f in twee delen wordt
verdeeld. Zie de figuur hiernaast.Bereken algebraïsch voor welke exacte
waarde van c deze twee delen gelijke oppervlakte hebben. |
|
|
|
|
|
8. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2019-II. De functie
f
met domein
[0,
π]
wordt gegeven door
f
(x)
=
2sin(x).
We bekijken het gebied dat begrensd wordt
door de grafiek van
f,
de x-as,
de lijn met vergelijking
x
=
p
en de lijn met vergelijking
x
=
π
-
p
. Hierin is 0 < p <
1/2π
In onderstaande figuur is dit
gebied groen. De oppervlakte van het gebied is
A(p). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Er geldt:
A(
p)
=
4cos(p). |
|
|
|
|
|
a. |
Bewijs dat deze formule voor
A(p)
juist is. |
|
|
|
|
|
De lijn met vergelijking
x
=
p
snijdt de grafiek van
f
in het punt
P.
De lijn met vergelijking
x
=
π
-
p
snijdt de grafiek van
f
in het punt
Q.
De horizontale lijn door
P
en
Q
verdeelt het grijze gebied in twee
delen.
Het deel boven deze lijn is
V,
het deel onder deze lijn is
W.
Zie onderstaande figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Er is één waarde van
p
waarvoor de oppervlakten van
V
en
W
aan elkaar gelijk zijn. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken deze waarde van
p.
Geef je eindantwoord in twee decimalen. |
|
|
|
|
9. |
Examenopgave VWO Wiskunde B,
2017-II |
|
|
|
|
|
De functie f is gegeven door:
f (x) = 2x
+ 2-2x
In de figuur hiernaast is een deel van de grafiek van f
weergegeven.
De functie heeft één extreme waarde
en dat is een minimum. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken exact de waarde van
x waarvoor f(x) minimaal is. |
|
|
|
|
|
In de figuur linksonder is het gebied grijs
gemaakt dat wordt begrensd door de grafiek van f , de x-as
en de lijnen met vergelijkingen x = -1 en x = 1. In de
figuur rechtsonder is het rechthoekige gebied grijs gemaakt dat wordt
begrensd door de x-as en de lijnen met vergelijkingen x =
-1, x = 1 en y =
k .
De waarde van k is zo gekozen dat het grijze gebied uit beide
figuren dezelfde oppervlakte hebben. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch de waarde van k. Rond je
eindantwoord af op twee decimalen. |
|
|
|
|
10. |
Aan de
grafiek van f(x) = gx
wordt de raaklijn r in het snijpunt met de
y-as getekend. Zie de figuur.
V is het vlakdeel, ingesloten door de grafiek van f, de
raaklijn r en de lijn x = 1.
Bereken voor welke g de oppervlakte van V gelijk is aan
1. Geef he antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
|
|
|
|
|
|
11. |
Gegeven
zijn de functies f (x) = gx
en h(x) = g2x
We bekijken het vlakdeel tussen beide grafieken voor x
< 0
Dat is aan de linkerkant niet begrensd, dus je er niet zomaar de
oppervlakte van uitrekenen.
Zie de figuur hiernaast.
Voor de oppervlakte (O) van het vlakdeel, ingesloten door
de grafieken van f en h en de lijn x = -a
geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Voor welke
g wordt de (onbegrensde) oppervlakte tussen beide
grafieken voor x < 0 gelijk aan 1? |
|
|
|
|
12. |
Gegeven zijn de
functies y = xa
op interval [0,1] en a een geheel getal. De grafiek van deze functie gaan allemaal door (0,0) en (1,1).
Voor twee opeenvolgende waarden van a kun je de
oppervlakte tussen de bijbehorende grafiek berekenen.
Dat is in de figuur hiernaast gebeurd voor a = 3, en het
levert de oppervlakte tussen y = x3 en y
= x4 op.
a. Bereken deze oppervlakte algebraïsch
b. Voor welk a is deze oppervlakte gelijk
aan 1/650 ? |
|
|
|
|
|
13. |
De parabool
y = x2
en een stijgende lijn y = ax sluiten samen een vlakdeel in waarvan de
oppervlakte gelijk blijkt te zijn aan a2.
Bereken algebraïsch voor welke a dat zo is. |
|
|
|
|
14. |
Ik ontdekte laatst iets
grappigs.
Teken in een rechthoek van a bij b een parabool
met de top in de linker onderhoek en zorg ervoor dat die
parabool ook precies door de rechter bovenhoek gaat.
Dan verdeelt die parabool de rechthoek in twee stukken waarvan
de oppervlakten zich verhouden als 2 : 1.
Leuk hè?
Kies als oorsprong de linker onderhoek van de rechthoek en
bewijs deze eigenaardige eigenschap van parabolen. |
|
|
|
|
15. |
De lijn y = a2
en de parabool y = ax2 sluiten een
vlakdeel V in, dat oppervlakte 324 heeft.
Bereken a |
|
|
|
|
16. |
De grafiek van y =
1/x wordt over een afstand a
naar rechts geschoven.
De oppervlakte tussen de beide grafieken die je dan hebt, en de
lijnen x = 2 en x = 3 blijkt precies gelijk te
zijn aan 1. Bereken de waarde van a in drie decimalen
nauwkeurig |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|