© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

Meer opgaven  
       
Geef de vergelijkingen van de buigraaklijn  aan de volgende grafieken:
       
  a. y = x3 - 6x2 + 4x + 6
       
  b. y = x3 + 768Öx
       
  c. y = xÖx - 12/x  
       
Gegeven is de functie  f(x) = 6x+ 2x3 - 3x.
  Hiernaast staat de grafiek van f(x) getekend in de buurt van de oorsprong (ongeveer tussen x = -1 en x = 1)

Je kunt het niet goed zien, maar de grafiek van  f  blijkt op dit kleine deel al twee buigraaklijnen te hebben.

Bereken algebraïsch het snijpunt van die twee buigraaklijnen.

     
Gegeven is de functie:
 

       
  Het lijkt erop dat de grafiek van f een buigpunt heeft, maar omdat wij nog niet weten wat de afgeleide functie van 3x  is kunnen we dat buigpunt niet algebraïsch berekenen.

Geef met behulp van je GR een vergelijking van de buigraaklijn aan de grafiek van f.

       
MEER OPGAVEN
       
4.

Voor p > 0 zijn de functies  fp gegeven door
fp
(x) = 3px2
- x3

     
  a. Neem eerst p = 2
Bereken voor welke b de lijn  y = 9x + b de grafiek van f2 raakt.
     
  De grafiek van fp heeft altijd een buigpunt B(p, 2p3).
     
  b. Toon dat aan.
     
  De buigraaklijn in B snijdt de x-as in punt C. In de figuur hiernaast is deze situatie weergegeven.
       
  c. Bewijs dat de lengte van CA voor elke waarde van p > 0 acht keer zo groot is als de lengte  van OC
       
  De grafieken van fp hebben een minimum in de oorsprong, en verder ook nog ergens een maximum.
       
  d. Bereken algebraïsch voor welke p het maximum van f  gelijk is  aan y = 256.
       
     

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)