Kromme K wordt gegeven door de bewegingsvergelijkingen: x(t) = 9 - t2
en y(t) = 4t -
t3
Bereken de baanversnelling op t = 3
Kromme K wordt
gegeven door de bewegingsvergelijkingen: x(t) = 2t - t2en y(t) = t3
a.
Onderzoek voor welke
waarden van t de versnellingsvector en de snelheidsvector een
inproduct hebben dat positief is.
Leg uit wat dat betekent voor de snelheid van punt P.
b.
Stel een vergelijking
op voor de baansnelheid van punt P en bereken met die
vergelijking voor welke t de baansnelheid minimaal is.
Kromme K wordt
gegeven door de bewegingsvergelijkingen: x(t) = sin(t) en y(t
) = cos(t + 1/4p)
a.
Bereken de
coördinaten van de snijpunten van K met de x- as
b.
Bereken met behulp
van de richtingscoëfficiënt van de raaklijn de hoek die kromme K
maakt met de positieve x-as.
c.
Bereken met behulp
van de snelheidsvector van K de hoek die kromme K maakt
met de positieve x-as.
d.
Bereken voor welke
waarden van t de baanversnelling nul is.