© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
|
De herbouwkosten
zijn de kosten waarvoor een woning na afbraak opnieuw gebouwd kan
worden. De herbouwkosten zijn voornamelijk afhankelijk van het
vloeroppervlak, dat is het totale oppervlak van alle verdiepingen met
een stahoogte van ten minste 1,5 meter.
In de regelgeving
hanteert men de volgende formule voor hoekwoningen: |
|
|
|
|
|
Hhoek
= e-0,02359V + 8,36 + 1375 met
30 ≤ V ≤ 250. |
|
|
|
|
|
Hierin zijn Hhoek
de herbouwkosten voor een hoekwoning in euros per m2
vloeroppervlak en is V het vloeroppervlak van de woning in m2.
De formule Hhoek
= e-0,02359V + 8,36 + 1375 is te herleiden tot de vorm
Hhoek = b · gV
+ 1375 |
|
|
|
|
|
a. |
Geef deze
herleiding. Geef de waarde van b in gehelen en de waarde van g
in vier decimalen. |
|
|
|
|
|
De formule die men voor tussenwoningen
gebruikt, is: |
|
|
|
|
|
Htussen
= e-0,02398V + 8,144 +
1144 met 30 ≤ V ≤
250. |
|
|
|
|
|
Hierin zijn Htussen
de herbouwkosten voor een tussenwoning in euros per m2
vloeroppervlak en is V weer het vloeroppervlak van de woning in m2.
In elk model gaat men ervan uit dat de herbouwkosten per m2
afnemen naarmate het vloeroppervlak groter is. De mate waarin de
herbouwkosten per m2 afnemen, verschilt per model. |
|
|
|
|
|
b. |
Stel de afgeleiden
van Hhoek en Htussen op en onderzoek
met behulp van een schets van beide afgeleiden bij welke van deze twee
woningtypen de mate van afname het grootst is. Licht je antwoord toe. |
|
|
|
|
|
Karima volgt een
duikcursus voor beginners. In het theorieboekje wordt uitgelegd dat er
onder water een grotere druk heerst dan boven water. Aan de oppervlakte
is de druk 1 bar. Omdat een duiker op grotere diepte lucht inademt onder
een hogere druk verbruikt hij zijn luchtvoorraad sneller en is de
maximale duiktijd korter.
Voor een situatie
met een fles van 10 liter met een begindruk van 180 bar, een einddruk
van 60 bar geldt
voor de maximale duiktijd de volgende formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Daarin is d
de duikdiepte in meters en T de maximale duiktijd in minuten.
Onderzoek met
behulp van de afgeleide van T of de maximaal toegestane duiktijd
in deze situatie toenemend of afnemend daalt bij grotere duikdiepte. |
|
|
|
|
|
Softwarebedrijven maken nieuwe software maar moeten ook aandacht
besteden aan het geven van support aan hun klanten. Het geven van
deze support kost bij veel softwarebedrijven steeds meer tijd. Als
een softwarebedrijf vervolgens geen nieuw personeel wil aannemen,
gaat de toenemende tijd die besteed wordt aan support ten koste van
de tijd voor het ontwikkelen van nieuwe software.
Als er door de toename van de support elke maand 3% minder tijd
besteed kan worden aan het ontwikkelen van nieuwe software dan in de
maand daarvoor, dan kun je het percentage werktijd P dat aan
support wordt besteed, met de volgende formule berekenen:
P = 100 (1 - 0,9712t
)
Hierin is t de tijd in jaren vanaf de lancering van de nieuwe
software.
Met behulp van
de afgeleide van P kan de verandering van het percentage dat
aan support wordt besteed, worden bepaald. Die afgeleide is van de
vorm P ' = k 0,9712t.
Afgerond op één decimaal geldt: k = 36,6 . |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken k
met behulp van differentiėren. Geef je antwoord in twee decimalen.
|
|
|
|
|
|
Het percentage
werktijd dat aan support wordt besteed heeft een grenswaarde (van 100%). Dat percentage stijgt
afnemend naar die grenswaarde. |
|
|
|
|
|
b. |
Beredeneer aan
de hand van de afgeleide van P dat het percentage werktijd
dat aan support wordt besteed inderdaad steeds minder sterk
toeneemt. |
|
|
|
|
|
Het vetpercentage
van een vogel is de hoeveelheid
lichaamsvet als percentage van het totale gewicht van de vogel.
In het najaar neemt dit vetpercentage elk jaar toe.
Met
behulp van trendlijnen van zowel lichaamsgewicht als
vethoeveelheid leidden onderzoekers het volgende verband af: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierin is
Pnajaar
het vetpercentage van de vogel in het
najaar en t
de tijd in dagen na het begin van de
gewichtstoename.
Met behulp van de afgeleide van
Pnajaar
kan men onderzoeken of het vetpercentage
Pnajaar
afnemend stijgend is.
Stel de formule van de afgeleide van
Pnajaar
op en onderzoek daarmee of
Pnajaar
afnemend stijgend is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Bij helder weer geldt:
naarmate je hoger staat, kun je verder kijken. Maar is het ook zo
dat je tweemaal zo ver kunt kijken als je tweemaal zo hoog staat?
Dat onderzoeken we in deze opgave.
Daarvoor maken we een model: we beschouwen de aarde als een gladde
bol. Zie de figuur.
De ogen van een
waarnemer staan in punt A en de waarnemer kan tot punt H
kijken: zó ver reikt zijn horizon. Punt M is het middelpunt
van de aarde. Lijnstuk MH is een straal van de aarde; MH
= 6371 km. De lengte van lijnstuk MA is 6371 km plus de hoogte van
A boven de grond. De hoogte van A boven de grond
noemen we x (in kilometers). |
|
|
Driehoek AHM is rechthoekig. Met de stelling van Pythagoras
AH 2 + HM 2 = AM 2
kunnen we nu de afstand AH (in kilometers) uitdrukken in x:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat de
formule voor AH juist is. |
|
|
|
|
|
Dat je verder
kunt kijken als je hoger staat, betekent dat AH toeneemt als
x toeneemt.
Uit de formule blijkt dat dit het geval is. |
|
|
|
|
|
b. |
Beredeneer aan
de hand van de formule van AH dat AH toeneemt als x
toeneemt. |
|
|
|
|
|
Ook door te
differentiėren kun je aantonen dat AH toeneemt als x
toeneemt. |
|
|
|
|
|
c. |
Bepaal de
afgeleide dAH/dx en beredeneer
aan de hand van de formule van deze afgeleide, dus zonder een schets
of tekening van de grafiek van de afgeleide te maken, dat AH
toeneemt als x toeneemt. |
|
|
|
|
|
Henk beweert
dat, als je tweemaal zo hoog staat, je ook altijd tweemaal zo ver
kunt kijken. |
|
|
|
|
|
d. |
Onderzoek met
behulp van de formule voor AH of Henk gelijk heeft. |
|
|
|
|
6. |
Elk jaar vindt
in Friesland het skūtsjesilen plaats. Dit zijn zeilwedstrijden met
oude vrachtschepen, skūtsjes genaamd. Er zijn twee organisaties die
deze wedstrijden organiseren: de SKS en de IFKS. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het
IFKS-kampioenschap worden andere regels gehanteerd voor het maximaal
toegestane zeiloppervlak. Hier wordt gebruikgemaakt van de volgende
formule:
S = (3,2525 - 0,05L) L B
(formule IFKS)
Hierin is S het maximaal toegestane zeiloppervlak in m2,
L de lengte van het skūtsje en B de breedte (L
en B in meters)Een skūtsje
heeft altijd een lengte L tussen de 12 en 20 meter. Bij een
vaste breedte van het skūtsje geldt: hoe langer het skūtsje, des te
groter het maximaal toegestane zeiloppervlak. Dit is echter niet
meteen duidelijk te zien in formule IFKS. Om dit aan te tonen kun je
een vaste waarde voor B kiezen en daarna laten zien dat de
afgeleide dS/dL van formule IFKS
positief is.
Kies een vaste
waarde voor B, stel hiermee de afgeleide dS/dL
op en toon aan, zonder een schets te maken, dat voor een skūtsje de
afgeleide van formule IFKS positief is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|