|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
|
Meer opgaven |
 |
 |
|
|
|
|
 |
Ik maak een wandeltocht waarbij ik een berg beklim. Tijdens de klim merk
je duidelijk dat de luchtdruk afneemt als de hoogte toeneemt. De lucht
wordt "ijler" zegt men dan.
Aan het begin van mijn wandeling is de lucht druk 760, en als ik
900 meter geklommen ben is de luchtdruk afgenomen naar 680. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de luchtdruk
als ik 500 meter geklommen ben als de luchtdruk lineair
toeneemt. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de luchtdruk
als ik 500 meter geklommen ben als de luchtdruk exponentieel
toeneemt. |
|
|
|
|
 |
Een trend die gemeenten in Nederland waarnemen, is dat ze steeds vaker
niet vooraf op de hoogte worden gesteld door de organisatie van een
demonstratie. Voor een demonstratie hoeft niet van tevoren om
toestemming te worden gevraagd, middels een vergunning. Wel leggen de
meeste gemeenten de verplichting op om demonstraties vooraf te melden,
een zogenoemde kennisgeving.
Dat een kennisgeving steeds vaker ontbreekt, ziet de gemeente Eindhoven
terug in cijfers die ze hierover bijhouden. In 2019 vonden 2,5 procent
van de demonstraties plaats zonder dat de gemeente op de hoogte was
gesteld, in 2020 liep dat al op naar 8,1 procent.
In onderstaande tabel zie je de aantallen, daarbij is 2009 als
t = 1 genomen. |
|
|
|
|
|
jaar (t = 0 in 2009) |
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
11 |
13 |
15 |
17 |
percentage demonstraties zonder kennisgeving (P) |
2,5 |
4,3 |
5,5 |
6,5 |
7,3 |
8,1 |
8,8 |
9,4 |
10.0 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Leg duidelijk uit hoe
je kunt zien dat hier GEEN sprake is van een exponentieel verband. |
|
|
|
|
|
De gemeente gaat uit
van een machtsverband P = a • tb
Als dat inderdaad zo is, dan kun je direct zien dat moet gelden a
= 2,5 |
|
|
|
|
|
b. |
Leg duidelijk uit hoe je dat kunt
zien. |
|
|
|
|
|
De gemeente vindt aan
de hand van bovenstaande tabel dat b = 0,49. |
|
|
|
|
|
c. |
Leg met een berekening uit hoe je dat
getal zelf zou kunnen vinden. |
|
|
|
|
|
d. |
In welk jaar zal
P voor het eerst meer zijn dan 15% als deze ontwikkeling zo
doorgaat? |
|
|
|
|
 |
Bij het wielrennen zie je soms
dat wielen van fietsen dicht zijn. Op het normale wiel met spaken is dan
een plastic schijf aangebracht.
Op een racefiets met dichte wielen kun je harder fietsen dan op een
racefiets met open wielen: de luchtwrijving is bij een dicht wiel minder
dan bij een open wiel. Dat is onderzocht op de volgende manier:
Men laat een dicht wiel draaien. Door de luchtwrijving gaat het
wiel steeds langzamer draaien. Met behulp van een fietscomputer wordt de
snelheid van het wiel gemeten.
Het dichte wiel heeft een beginsnelheid van 20 km/uur en na 3 minuten
draaien een snelheid van 8,7 km/uur
Neem aan dat de snelheid afneemt volgens een exponentieel verband en dat
dit zo zal doorgaan. |
|
|
|
|
|
a. |
Na hoeveel minuten
draaien heeft het wiel dan een snelheid van 5 km/uur? |
|
|
|
|
|
Een tweede model
stelt dat de draaisnelheid van het wiel niet exponentieel, maar lineair
afneemt. |
|
|
|
|
|
b. |
Na hoeveel minuten
draaien heeft het wiel dan volgens dit lineaire model een snelheid van
5 km/uur? |
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
4. |
Als je
hete koffie in een thermosfles bewaart, dan neemt de temperatuur van de
koffie langzaam af, en uiteindelijk zal de temperatuur van de koffie
toch gelijk worden aan de temperatuur van de omgeving.
We bekijken in deze opgave het verschil (in °C) tussen de
koffietemperatuur en de omgevingstemperatuur en dat noemen we V. V zal
dus uiteindelijk nul worden.
Het is erg interessant hoe V afhangt van t (de tijd in minuten
met t = 0 op het moment van het vullen van de fles).
In een testsituatie blijkt het temperatuursverschil van de koffie na 8
minuten gelijk te zijn aan 61° en na 15 minuten gelijk te zijn aan
50°.
Model 1.
Een erg eenvoudig model gaat ervan uit dat V steeds met dezelfde
hoeveelheid afneemt. |
|
|
|
|
|
a. |
Stel
voor dit eerste model een formule op voor V(t). Bereken vervolgens daarmee hoe lang het zal duren totdat de koffie
de temperatuur van de omgeving zal hebben. Rond
de getallen in deze opgave af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
Model
2.
Een
tweede model gaat ervan uit dat V elke minuut hetzelfde percentage
afneemt. |
|
|
|
|
|
b. |
Stel ook
in dit geval een formule voor V(t) op, en bereken daarmee hoe lang het zal duren totdat de temperatuur van de koffie nog
maar de helft van de begintemperatuur is. |
|
|
|
|
|
Model
3.
De
fabrikant van deze thermosfles hanteert zelf de formule
V(t) = 1500a/(t
+ 25)
Daarbij is a een constante die van het gebruikte type fles
afhangt.
Voor deze fles geldt afgerond dat a = 1,3
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken de waarde van a voor deze fles in twee decimalen
nauwkeurig.
Bereken vervolgens van welke begintemperatuur van de koffie deze
fabrikant uitgaat.
|
|
|
|
|
|
|
|
 |
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|