© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
De parabool y = 4x
- x2
wordt tussen x = 0 en x = 4 gewenteld om de x-as.
Bereken algebraïsch de inhoud van het omwentelingslichaam dat
zo ontstaat. |
|
|
|
|
|
b. |
De halve cirkel y
= √(16 - x2) wordt gewenteld om de x-as.
Bereken algebraïsch de inhoud van de bol die zo ontstaat.
Laat zien dat voor die inhoud geldt I = 4/3πr3 |
|
|
|
|
|
c. |
Het deel van de grafiek y = 6
-
√x
tussen x = 0 en x = 36 wordt gewenteld
om de x-as. Bereken algebraïsch de inhoud van het
omwentelingslichaam dat zo ontstaat. |
|
|
|
|
|
Het vlakdeel, ingesloten
door de grafieken van y = x3 en y
= x met x > 0 wordt gewenteld om de
x-as. Bereken algebraïsch de inhoud van het
omwentelingslichaam dat zo ontstaat. |
|
|
|
|
|
Gegeven
zijn de functies:
f(x) = x • √x
en g(x)
= ax
V is het vlakdeel dat ingesloten wordt door de grafieken van f
en g.
Als V om de x-as gewenteld wordt, dan is de inhoud van
het omwentelingslichaam dat dan ontstaat gelijk aan 211/3π.
Bereken in dat geval het getal a. |
|
|
|
|
|
V is het vlakdeel dat wordt ingesloten door
de grafiek van f(x) = 9 - x2, de y-as
en de positieve x-as.
De lijn x = a verdeelt V in twee delen V1 en V2. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken voor welke a de oppervlakten van V1
en V2 gelijk zijn. Geef je antwoord in drie decimalen
nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
b. |
V1 en V2 wentelen om de x-as.
Zo ontstaan de lichamen L1 en L2.
Bereken voor welke a de inhouden van L1 en L2
gelijk zijn. Geef je antwoord in drie decimalen nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
Gegeven is de functie f(x)
= 2/(2x + 3)
Het gebied G wordt ingesloten door de x-as en de grafiek
van f en de
lijnen x = 0,5
en x = 2,5 |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken exact de
oppervlakte van gebied G. Schrijf je antwoord als één logaritme. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken door
middel van integreren de inhoud van het lichaam L dat ontstaat door
gebied G te wentelen rond de x-as. |
|
|
|
|
|
c. |
Er zijn twee
waarden van p waarvoor de lijn y = -x + p de
grafiek van f raakt.
Bereken die twee waarden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Voor de inhoud van een kegel geldt de formule I =
1/3
• pr2 • h
(r is de straal van de grondcirkel en h de
hoogte).
Maar een kegel kun je als omwentelingslichaam zelf maken door
een recht lijnstuk door de oorsprong
tussen x = 0 en x = h te wentelen om de x-as.
Bewijs op deze manier de inhoudsformule hierboven. |
|
|
|
|
Voor de volgende drie
opgaven moet je weten dat de vergelijking van een cirkel met straal
r en middelpunt de oorsprong is:
y2 = r2
- x2
|
|
|
|
|
7. |
Wij
hebben met z'n tweetjes een heerlijk bolletje brood (diameter12)
dat we samen moeten delen. Jij stelt voor om het bolletje langs
twee verticale cirkels door te snijden in drie
"gelijke" stukken (dus AB = BC = CD = 4). Ik zal de
beide buitenste stukken krijgen, jijzelf neemt het middenstuk
Wie krijgt het meeste brood? |
|
|
|
|
|
8. |
Een enorm cognacglas bestaat uit een
bol met diameter 10 cm. De opening aan de bovenkant is een
cirkel met diameter 6 cm. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Als je het glas helemaal vol zou
schenken dan gaat er maar liefst ongeveer 0,51 liter in!
Een goede barkeeper schenkt er echter maar een klein laagje
cognac in. Het moet precies zoveel cognac zijn, dat het er nét
niet uitloopt als je het glas op zijn kant legt. Zie de tekening
rechts.Bereken met een integraal hoeveel cognac er in een
goed-ingeschonken glas zit. |
|
|
|
|
9. |
Een beroemd raadsel gaat als volgt:
|
|
|
|
|
|
|
Midden door een bol wordt een
cilindervormig gat geboord.
De hoogte van de cilinder na het boren is 10 cm.
Bereken de inhoud van het overblijvende gedeelte van de
bol. |
|
|
|
|
|
|
|
Het lijkt erop alsof je
te weinig informatie hebt, want de straal van de bol is niet
gegeven, en ook de straal van het gat niet. Maar schijn
bedriegt!
De situatie is in de doorsnede hiernaast geschetst. Het felrode deel is
wat er van de bol is overgebleven. Je ziet dat er in totaal een
cilinder met hoogte 10 (lichtrood) plus twee kapjes
(lichtblauw) van de bol zijn weggehaald.
Los met deze figuur het beroemde raadsel op.
(Leg daarvoor de bol in een assenstelsel met het gat in de
richting van de x-as, en bereken de inhoud van de
cilinder en van beide kapjes). |
|
|
|
|
|
10. |
Gegeven
zijn de functies f(x)
= x2 - 6x
en g(x)
= -x3 |
|
|
|
|
|
a. |
V is het vlakdeel
in gesloten door de grafiek van f en de x-as. V wordt
gewenteld om de x-as.
Bereken de inhoud van het
omwentelingslichaam dat zo ontstaat. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken exact de
totale gezamenlijke oppervlakte van de twee vlakdelen, ingesloten door
de
grafieken van f en g. |
|
|
|
|
|
c. |
De lijn y = -ax
(met a > 0) en de grafiek van g
sluiten ook een vlakdeel in,
waarbij x > 0.
Bereken voor welke a de oppervlakte van dit vlakdeel gelijk is
aan 9. |
|
|
|
|
11. |
De punten O, A(9,0) en C(0,9) zijn
hoekpunten van een vierkant OABC. |
|
|
|
|
De kromme K verdeelt het vierkant in de
delen V en W. |
|
|
|
|
a. |
Bereken in drie decimalen nauwkeurig de
oppervlakte van beide delen. |
|
|
|
|
|
b. |
Het omwentelingslichaam L1
ontstaat door vlakdeel V om de x-as te wentelen. Bereken de
inhoud van L1 in twee decimalen nauwkeurig |
|
|
|
|
|
c. |
Het omwentelingslichaam L2
ontstaat door vlakdeel W om de lijn y = 9 te wentelen. Pas een
handige translatie toe en bereken de inhoud van L2. |
|
|
|
|
|
d. |
De lijn y = x
verdeelt vlakdeel V in twee delen. Bereken de inhoud van het
omwentelingslichaam dat ontstaat als het rechterdeel
wordt gewenteld om de x-as. Geef je antwoord in 2 decimalen
nauwkeurig. |
|
|
|
|
12. |
Het vlakdeel,
ingesloten door de grafieken van y = x2
- 2x
en y = x wordt gewenteld om de lijn y =
4.
Bereken algebraïsch de inhoud van het omwentelingslichaam dat dan
ontstaat. |
|
|
|
|
13. |
examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 1993. Gegeven is de functie f:
x → x + 3
- 4√x
met domein [0, →〉
Ten opzichte van een assenstelsel Oxy is K de grafiek van f.
V is het vlakdeel
begrensd door K en de lijn y = 3.
Bereken in gehelen
nauwkeurig de inhoud van het lichaam dat ontstaat door V te wentelen om
de lijn y = 3. |
|
|
|
|
14. |
examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 1997. |
|
|
|
|
|
Met domein [-3, →〉
is gegeven de functie
f: x → x√(x
+ 3)
en
met domein [-3, →〉
\ {0} de functie |
|
|
|
|
De grafiek van f is in de
figuur hiernaast getekend. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken het bereik van f. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de coördinaten van de
gemeenschappelijke punten van de grafieken van f en g. |
|
|
|
|
|
Het gesloten vlakdeel begrensd
door de grafieken van f en g wordt gewenteld om de x-as. |
|
|
|
|
|
c. |
Bereken de inhoud van het
omwentelingslichaam dat zo ontstaat. |
|
|
|
|
15. |
De functie f is gegeven door
f (x)
= √(1 − x) .
In de figuur hiernaast zijn op het interval [0, 1] de grafiek van f
en de lijn y = x getekend.
Het gebied V wordt
begrensd door de grafiek van f, de y-as, de lijn y
= x en de lijn x = 1/2.
Zie de figuur hiernaastBereken exact de inhoud van het
omwentelingslichaam dat ontstaat wanneer V om de x-as wordt
gewenteld. |
|
|
|
|
|
16. |
Op het domein [0, 1] is de functie
r
gegeven door
r(x)
= 1/10
• √(5 + 15x
- 15x2).
W is
het vlakdeel dat wordt ingesloten door de
x-as,
de y-as,
de grafiek van r
en de lijn
x
=
h
, met
0
<
h ≤1.
Zie de figuur.
Voor het volume V
van het
omwentelingslichaam dat ontstaat door vlakdeel
W
om de
x-as
te wentelen, geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat deze formule voor
V juist is. |
|
|
|
|
|
Als de grafiek van
r om de
x-as
gewenteld wordt, ontstaat een figuur die lijkt op een regenton. Voor
x,
h
en
r
nemen we de meter als eenheid,
zodat de ton 1 meter hoog is.
V
is dus het volume van het water in
de ton als het water h
meter hoog staat. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de waterhoogte in de ton als deze voor drie
vierde deel is gevuld. Rond je antwoord af op een geheel aantal cm. |
|
|
|
|
17. |
examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2013. |
|
|
|
|
|
|
De functie f is gegeven door
f(x)
= 1/6√(87x
-
3x2
- 2x3)
In de figuur hiernaast is de grafiek van f getekend en
ook het spiegelbeeld hiervan in de x-as. De twee grafieken
vormen samen een figuur die lijkt op een doorsnede van een ei.
Op de
x-as en de
y-as
is de eenheid 1 cm. In de figuur is aangegeven wat bedoeld wordt met
de lengte en de breedte van het ei. De lengte van het ei is ongeveer
5,9 cm. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken op algebraïsche wijze de lengte van het ei
in cm. Rond je antwoord af op twee decimalen. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken met behulp van primitiveren de inhoud van
het ei. Geef je antwoord in een geheel aantal cm3. |
|
|
|
|
18. |
De functie f is gegeven door f(x)
= 16/√x
Van vierkant ABCD liggen de hoekpunten A
en B op de x-as en het hoekpunt D op de
grafiek van f.
Zie de figuur hiernaast.
De x - coördinaat van A is gelijk aan 1
V is het deel van dit vierkant dat zich boven de grafiek
bevindt.
Vlakdeel V wordt gewenteld om de x-as. Bereken exact de inhoud van het
bijbehorende omwentelingslichaam. |
|
|
|
|
|
19. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2017-I |
|
|
|
|
|
De functie f
wordt gegeven door:
f(x) = 5/(4x
- 6)
De lijn k met vergelijking y
=
x
-
31/2
snijdt de grafiek van f in twee punten, A
en B. Zie de figuur.
De coördinaten van punt A zijn (1, -21/2) |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken exact de coördinaten van punt B. |
|
|
|
|
Het vlakdeel V wordt ingesloten door de
grafiek van f , de x-as, de y-as en de lijn
k. In de figuur hiernaast is dit vlakdeel grijs gemaakt.
V wordt gewenteld om de x-as. Zo ontstaat een
omwentelingslichaam. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken exact de inhoud van dit omwentelingslichaam. |
|
|
|
|
20. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2019-I De functie
f
is gegeven
door
f
(x)
=
√x.
De grafiek van
f
is getekend
in de figuur linksonder, samen met de lijnen
met vergelijkingen
x
=
a en
x
=
b
, waarbij
0
<
a
<
b
. Midden
tussen de punten
(a,
0) en
(b,
0) ligt het punt
(m,
0) .
De grafiek van
f,
de
x-as
en de twee verticale lijnen sluiten een
gebied in.
Dit gebied, in de figuur linksonder met
groen aangegeven, wordt gewenteld om de
x-as.
Het omwentelingslichaam is een zogenaamde
afgeknotte paraboloïde.
Deze is afgebeeld in de figuur rechtsonder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bij de omwenteling
beschrijft elk punt van de grafiek een
cirkel.
De oppervlakte van de cirkel die beschreven
wordt door het punt
(m,
m)
noemen we
A. De
cirkelschijf met deze oppervlakte is met
donkergroen aangegeven in de rechterfiguur. |
|
|
|
|
|
In de figuur hiernaast staat
de afgeknotte paraboloïde een kwartslag
gedraaid. In die figuur is ook de hoogte
h van de
afgeknotte paraboloïde aangegeven.
Voor de inhoud
V van de
afgeknotte paraboloïde geldt de formule:
V
=
h
•
A
Bewijs dit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|