Geef de coördinaten van het randpunt
van de volgende functies, en geef ook aan wat het domein is en
wat het bereik is.
a.
f(x) = √(4
- 2x)
b.
f(x) = 2 - 3√(x
+ 5)
c.
f(x) = 6√(3x
+ 9)
d.
f(x) = 7x + 2√(x
- 3)
e.
f(x) = 4x - √(4x
- 1)
f.
f(x) = √(9 - x2)
Geef een mogelijke
formule bij de volgende grafieken:
a.
Een grafiek met een
randpunt bij x = 5 en die bestaat voor x > 5.
b.
Een grafiek met een
randpunt (-2, 4).
c.
Een grafiek met een
randpunt (1,3) en die bestaat voor x > 1.
d.
Een grafiek met een
randpunt bij x = 8 en die bestaat voor x < 8
Hierboven staat het vooraanzicht van
een grote loods.
De wanden ervan zijn ontworpen volgens de functies h
= 1,9√x en h
= 1,9√(18 - x)
a.
Welke functie hoort bij welke wand?
b.
Hoe breed is de loods?
c.
Hoe hoog is het
hoogste punt van de loods?
Men wil een tweede loods bouwen die 12
meter breed wordt, en op het hoogste punt 4 meter hoog.
Deze loods moet ook de vorm van een wortelgrafiek krijgen.
d.
Geef mogelijke vergelijkingen voor de
wanden van deze loods.
Hiernaast staat een deel
van de grafieken van
y = 1 + √x
en y = √(x + 1)
Zoals je ziet gaan ze beiden door (0, 1)
Hoe kun je in één oogopslag zien welke de grafiek van
y
= 1 + √x is?