1. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
A, 2001. In een fabriek worden plastic zakken gevuld met
suiker. De vulmachine staat afgesteld op 510 gram. Neem aan dat het
gewicht van de zakken suiker normaal verdeeld is met een gemiddelde
m van 510 gram en een standaarddeviatie
σ van 4 gram. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken hoeveel procent van alle
zakken een gewicht minder dan 500 gram zal hebben. |
|
|
|
|
|
Om de kwaliteit van het
vulproces te bewaken, wordt elk uur een aselecte steekproef van 5 zakken
suiker genomen. Van elke zak noteert men het gewicht. Ook wordt van de
steekproef het totale gewicht T berekend. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de kans dat het totale
gewicht van de steekproef minder is dan 2525 gram. |
|
|
|
|
2. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
A, 2006.
Gewone beschuiten worden
verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. een gewone beschuit weegt
gemiddeld 8,0 gram.
Er zijn ook zogeheten 'Twentsche beschuiten' die worden verkocht in
zakken van 10 stuks. Een Twentsche beschuit weegt gemiddeld 10,7 gram.
Vanzelfsprekend wegen
beschuiten niet allemaal precies evenveel. Het gewicht van een gewone
beschuit is normaal verdeeld met een gemiddeld gewicht van 8,0 gram en
een standaardafwijking van 0,6 gram. De kans is daarom vrij groot dat
een willekeurige gewone beschuit meer weegt dan 7,5 gram. Toch gebeurt
het niet vaak dat in een rol gewone beschuit elke beschuit meer dan 7,5
gram weegt. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat in een rol
gewone beschuit elke beschuit meer dan 7,5 gram weegt. |
|
|
|
|
Het gewicht van een Twentsche
beschuit is ook normaal verdeeld. Een Twentsche beschuit weegt gemiddeld
10,7 gram met een standaardafwijking van 0,9 gram.
Zowel bij een rol gewone beschuit als bij een zak Twentsche beschuit kan
het gebeuren dat de inhoud minder weegt dan de 100 gram die er op de
verpakking staat vermeld. Voor gewone beschuit is de kans op deze
gebeurtenis 0,032. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken bij welke soort
beschuit de kans het grootst is dat de inhoud minder weegt dan de 100
gram die op de verpakking staat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2007. Bij het tappen van bier treden
verschillen op in de hoeveelheid bier per glas. Uit
onderzoek blijkt dat de hoeveelheid bier die per glas getapt wordt bij
benadering normaal verdeeld is met een gemiddelde van 180
ml en een standaardafwijking van 15,5 ml.
Iemand bestelt voor een rondje twaalf
glazen tapbier. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat bij het rondje ten
hoogste twee glazen zitten met minder dan 175
ml bier. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de kans dat de totale
hoeveelheid getapt bier van het rondje meer dan 90
ml minder is dan je zou mogen verwachten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Het Franse wijngod "Chateau
Maltête" bezit een moderne bottelmachine om de flessen te vullen. De
inhouden van de gevulde flessen is normaal verdeeld. De machine is
ingesteld op een inhoud van 75 cl en vertoont een standaarddeviatie van
0,5 cl, ongeacht de afstelling van de machine.
De oogst van 1986 was goed voor 300000 flessen. |
|
|
|
|
|
a. |
Hoeveel flessen
zullen er in 1986 meer dan 76 cl bevatten? |
|
|
|
|
|
Het Chateau verkoopt
ook zogenaamde Magnums. Dat zijn flessen van 1,5 liter. Om een betere
kwaliteit te krijgen wordt steeds een fles van het eigen merk "Chateau
Maltête" gemengd met een fles betere wijn "Chateau Premier".
De flessen Premier worden extern ingekocht en hebben een gemiddelde
inhoud 74 cl met standaarddeviatie 0,6 cl.
Er wordt steeds eenvoudig een fles Maltête en een fles Premier
samengevoegd.
Zo ontstaan Magnums van het uitstekende merk "Chateau Thérèse". |
|
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de kans
dat een willekeurig gekozen Magnum meer dan 1,5 cl bevat? |
|
|
|
|
|
Aan de flessen
Premier kan de keldermeester van Chateau Maltête niets veranderen. Hij
wil wel graag dat de kans dat een Magnum minder dan 148 cl bevat
hoogstens 1% is. Daarom besluit hij de instelling van de vulmachine voor
de Maltêtes te veranderen. |
|
|
|
|
|
c. |
Op welk gemiddelde moet hij de
machine dan afstellen? |
|
|
|
|
|
5. |
In een skilift staat
"maximale belasting 320 kg". Bij een belasting van meer dan 320 kg is de
lift overbelast en weigert hij dienst. Neem aan dat het gewicht van
volwassenen normaal verdeeld is met een gemiddelde van 72 kg en een
standaarddeviatie van 8 kg. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat
de lift overbelast raakt als er 4 volwassenen instappen. |
|
|
|
|
|
Het gemiddelde
gewicht van vier volwassenen mag dus 320/4 = 80 kg
zijn.
We bekijken nu twee gevallen:
A: er stappen 4 volwassenen in.
B: er stappen 3 volwassenen in waarvan er eentje precies 80 kg
bagage bij zich heeft. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken of de lift in geval B
vaker of minder vaak zal weigeren. |
|
|
|
|
|
|
Het gewicht van
kinderen is normaal verdeeld met een gemiddelde van 40 kg en een
standaarddeviatie van 5 kg. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoe groot is de kans
dat de lift weigert als er 3 volwassenen en 2 kinderen instappen? |
|
|
|
|
6. |
Een fabrikant maakt
fietskettingen door allemaal los geleverde schakels aan elkaar te
zetten.
De afzonderlijke schakels hebben een lengte waarvan het gemiddelde
gelijk is aan 0,503 cm (dat is de lengte die een schakel aan de
kettinglengte bijdraagt, zonder te letten op de manier van aan elkaar
koppelen) met een standaarddeviatie van 0,04 cm.
Een fietsketting moet tussen de 49 en 50 cm lang zijn.
Uit hoeveel schakels kan de fabrikant zijn kettingen het best maken om
zo weinig mogelijk afgekeurde kettingen te krijgen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|