© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|
Meer opgaven |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Schrijf de formule
P = 2,38 × m0,15
in de vorm
log(P) = a + b ×
log(m) |
|
|
|
|
|
b. |
Schrijf de formule
log(N) = 3,4 + 1,8log(t) in de vorm
N = a × tb |
|
|
|
|
|
c. |
Schrijf de formule
S = 5,8 × t1,6
in de vorm t = a ×
Sb |
|
|
|
|
|
Dus jij dacht dat
sex-appeal niet wiskundig te berekenen valt?
Mooi wel!
De mannetjeskrabben van de soort Uca pugnax (de wenkkrab)
hebben een vergrote schaar om te vechten en andere mannetjes te
imponeren. Maar belangrijker: mannetjes met grotere scharen
trekken meer vrouwtjes aan! |
|
|
De sex-appeal (= schaargewicht) van de wenkkrab wordt gegeven
door:
S = 0,036 • G1,356
Daarin is S het gewicht van de schaar en G het
lichaamsgewicht (beiden in grammen). |
|
|
|
|
|
a. |
Teken de grafiek van S(G) op
dubbellogaritmisch papier. |
|
|
|
|
|
b. |
Onderzoek met dit papier bij welk
gewicht de schaar de helft van het totale gewicht van de krab in
beslag neemt. Controleer je antwoord na afloop met de gegeven
formule. |
|
|
|
|
|
c. |
Schrijf de formule
van S in de vorm G = a
× Sb |
|
|
|
|
|
d. |
Schrijf de formule
van S in de vorm log(S) = a + blog(G)
Leg uit hoe de constanten a en b in de grafiek van vraag
a) te vinden zijn. |
|
|
|
|
|
examenvraagstuk HAVO
Wiskunde B, 1989.
Van een diersoort in een bepaald gebied wordt het aantal N afhankelijk
van de tijd t bekeken. Er blijkt dat log N lineair afhangt van
log t volgens de formule: logN = 3 + 0,75 • logt
voor t
≥ 1
N kan geschreven worden in de vorm N = a • tb
. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken a en b. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat er sprake is
van afnemende groei. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Vanaf het moment dat
wij geboren worden sterven er bij ons hersencellen af. In het
begin nog haast niet, maar het worden er meer en meer. Voor
iemand in HAVO 5 zijn er al heel wat hersencellen afgestorven.
Een bioloog heeft de volgende formule opgesteld waarmee volgens
hem de relatie tussen het aantal afgestorven hersencellen (H) en
de leeftijd (L) redelijk goed wordt weergegeven:
log(H) = -0,5 + 3 • log(L) |
|
|
Hij maakt de grafiek
hiernaast, waarbij hij log(H) op de y-as uitzet tegen
log(L) op de x-as. Het punt P betekent bijvoorbeeld dat
er bij een kind van ongeveer 3 jaar ongeveer 10 hersencellen
zijn afgestorven |
|
|
|
|
|
a. |
Leg duidelijk uit waarom dat zo is. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Bij mij zijn er ongeveer 22000
cellen afgestorven. Bereken algebraïsch mijn leeftijd. |
|
|
|
|
|
c. |
De formule hierboven is ook te
schrijven als H ≈ 0,32 • L3
Bewijs dat, en bereken met deze formule wanneer iemand
ongeveer 600 hersencellen per jaar verliest. |
|
|
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|