6. |
Van ijzerdraad wordt een regelmatige
vierzijdige piramide gemaakt De totale lengte van het
ijzerdraad is 120 cm.
Als de bodem een vierkant van x bij x is, dan geldt voor
de inhoud:
I = 1/3x2
• √(1/2x2
- 60x + 900) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
b. |
Onderzoek met je GR wat de maximale inhoud
van zo'n piramide is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Midden in een regelmatige
vierzijdige piramide met grondvlak 8 bij 8 en hoogte 12 wordt een balk
gezet die er "precies in past".
Als de balk grondvlak x bij x heeft, dan geldt voor de
inhoud ervan:
I = 12x2 - 11/2x3 |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
b. |
Bereken hoeveel procent van de inhoud van
de piramide maximaal door zo'n balk in beslag genomen kan worden. |
|
|
|
|
Als de figuur in de piramide niet een balk
is maar een cilinder, dan geldt voor de inhoud: I = 12πr2
- 3πr3 waarbij r de straal
van het grondvlak is. |
|
|
|
|
|
c. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
d. |
Beantwoord vraag b) ook voor de cilinder. |
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
Hiernaast zie je een afbeelding
van een schuurtje dat je achterin je tuin kunt laten zetten.
De lengte is 1,5 keer de breedte.
De opstaande wanden kosten €150,-
per m2 (inclusief de deur en de ramen)
Het dak is van een duurder materiaal en kost
€250 per m2
De kosten van de vloer zijn te verwaarlozen.
Stel dat je graag wilt dat de inhoud van je schuurtje minstens 60 m3
is.
Wat is dan het goedkoopste schuurtje dat je kunt laten maken? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Hiernaast staat een houten
kistje met een vierkant grondvlak en een inhoud van 8000 cm3
.
De bodem en de zijkanten zijn van hout en kosten
€0,005 per cm2
Het deksel is van glas en kost €0,008
per cm2
Voor de totale materiaalkosten van zo'n kistje geldt dan:
K = 160/x + 0,013x2 |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan |
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch hoeveel het goedkoopst mogelijke
kistje (onder deze voorwaarden) kost. |
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Hiernaast zie je een glazen
potje met een metalen deksel, en een inhoud van precies 1 liter.
Het glas kost €0,02 per cm2
en het metaal kost €0,05
per cm2
Het deksel heeft een opstaande rand die 2 cm breed is.
Je kunt de dikte van het potje verwaarlozen, dus doe maar alsof
het deksel dezelfde straal heeft als het grondvlak van het potje.
Dan geldt bij straal r cm van het grondvlak voor de totale
materiaalkosten van het potje: K = 0,07πr2
+ 40/r + 0,2πr |
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
b. |
Bepaal de minimale kosten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
Je wilt graag een
cilindervormig blikje met een inhoud van 1 liter (1000 cm3)
maken. Het materiaal (blik) kost €0,004
per cm2 .
Maar om het geheel aan elkaar te solderen zijn er drie naden nodig:
twee langs de omtrek van bovenvlak en ondervlak, eentje langs de hoogte
h. Een naad kost €0,008 per
cm.
Stel een formule op voor de totale kosten van zo'n blikje en bepaal met
je GR de minimale kosten.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12. |
In de Verenigde Staten moet
men bij het versturen van een postpakket rekening houden met het
volgende voorschrift:
De som van de lengte en de omtrek loodrecht op
die lengte mag niet meer zijn dan 250 cm.
Voor een balk geldt dat bij maximale inhoud, de doorsnede dan een vierkant moet zijn. |
|
|
|
|
a. |
Leg uit waarom dat zo is. |
|
|
|
|
b. |
Bereken de maximale inhoud van een balkvormig
postpakket. |
|
|
|
|
c. |
Bereken de maximale inhoud van een
cilindervormig postpakket. |
|
|
|
|
|
|
|
|
13. |
In een gelijkbenige driehoek
ABC met basis AB = 12 en hoogte 10 wordt een rechthoek PQRS getekend.
Noem AQ = x
Dan geldt voor de oppervlakte van de rechthoek:
O = 20x - 31/3x2 |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch de maximale oppervlakte van PQRS. |
|
|
|
|
|
c. |
Hoe groot zou de hoogte van de driehoek
moeten zijn als de rechthoek met maximale oppervlakte een vierkant is? |
|
|
|
|
|
|
|
|
14. |
Een boer heeft een rechthoekig stuk grond
van 300 bij 400 meter. Hij wil daar graag op een deel maïs op verbouwen
en op een deel koolzaad. De rest mag leeg blijven voor zijn kinderen om
op te spelen. Hij wil beide bebouwde stukken precies vierkant van vorm
hebben, en aan elkaar aansluiten. Hieronder zie je drie
mogelijkheden. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
We stellen de afmetingen van het veld maïs
gelijk aan x bij x. Omdat de boer de onderrand van zijn
gebied helemaal vol wil bouwen moet dan gelden 10 < x < 40.
Zijn kinderen rekenen snel uit dat voor de oppervlakte van het leeg
gebleven gebied geldt O = 800x - 2x2
- 40000 |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Welk advies zullen de kinderen hun vader
geven om zoveel mogelijk speelruimte te krijgen? |
|
|
|
|
15. |
Ik wil graag een bijkeukentje
aan mijn huis laten bouwen.
De inhoud ervan moet 30 m3 worden.
Ik kan kiezen uit de twee ontwerpen hiernaast: het bovenste ontwerp
heeft de vorm van een balk, het onderste is prismavormig. Van beide
ontwerpen is de bodem vierkant. Het dak van het prismavormige ontwerp
staat onder een hoek van 45°
De aannemer vertelt mij dat opstaande wanden
€50,- per m2 kosten, en
het dak €80,- per m2
en de vloer €30,- per m2.
(De wand tegen het huis aan is gratis; daar hoef je alleen een opening
in te maken).
Voor de kosten van de twee ontwerpen gelden de volgende formules: |
|
|
K = 4500/x + 110x2
|
|
K = 4500/x - 5x2 +
80x2√2 |
|
|
|
|
a. |
Toon deze formules aan |
|
|
|
|
b. |
Bereken voor beide gevallen de minimale
kosten voor zo'n bijkeuken. |
|
|
|
|
|
|
|
16. |
Hiernaast staat een kastje voor
aan de muur. Het kastje heeft zes vakjes.
De voor- en achterkant zijn open.
Het kastje is gemaakt door een plank van 50 cm breed in stukken te
zagen, en is dan ook 50 cm diep.
De plank waar het kastje uit gemaakt is was 600 cm lang.
Bereken in dat geval de maximale inhoud van dit kastje. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
17. |
Van een cirkelvormig stuk
plastic folie met een straal van 6 meter wordt een cilindervormig badje
gemaakt door de rand omhoog te vouwen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bereken de maximale inhoud van zo'n badje. |
|
|
|
|
|
|
|
|
18. |
Karel's geluk op een dag is evenredig met
de functie G = w2 • s
Daarin is w het aantal glazen wijn dat hij die dag heeft
gedronken, en s het aantal sigaren dat hij die dag rookt.
Een glas wijn kost echter €3,- en een sigaar €2,-.
Hij heeft op een dag slechts € 90,- beschikbaar.
Hoe moet hij zijn geld tussen wijn en sigaren verdelen om zo
gelukkig mogelijk te worden? |
|
|
|
|
|
|
|
|
19. |
Twee rechthoekige
stukken land moeten worden afgezet met gaas. De stukken land zijn aan
één kant begrensd door een sloot dus daar hoeft geen afrastering te
komen. De oppervlakte van het totale stuk ABCD blijkt maximaal te worden
voor x = 100.
Bereken de totale lengte van het gaas. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
20. |
Examenopgave VWO Wiskunde A,
1995.
Bij
het inrichten van polders verdeelt men deze in rechthoekige stukken
land, zogenaamde kavels. Daarbij stelde men zich de vraag:
"Wat zijn de gunstigste afmetingen voor een kavel?"
Grote kavels vergen minder investeringen en onderhoudskosten voor wegen
en sloten. Echter, een grote kavelbreedte levert hoge kosten voor
drainage op.
Onder bepaalde aannames kwamen de ontwerpers tot het volgende verband
tussen de lengte (L) en de breedte (B) en de totale kosten per hectare
(K) van een kavel: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
K in euro, L en B in hectometers (1 hectometer = 1hm = 100m)
Voor een kavel met oppervlakte van 30 hectare (= 30 hm2 )
geldt dan: K = 21271/L + 232,6L |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken
algebraïsch bij welke afmetingen een kavel van 30 hectare zo goedkoop
mogelijk is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
21. |
Hiernaast zie je een goot die is gemaakt van een zinken plaat die een breedte van
80 cm heeft.
De
hoeken die de opstaande zijden met de bodem maken zijn 120°.
De voor-en achterkant staan loodrecht op de bodem.
Noem de
breedte van de bodem b.
Voor de oppervlakte O van de dwarsdoorsnede geldt dan: |
|
|
|
|
O = √3(-0,1875b2 +
10b + 400) |
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de maximale oppervlakte van de
dwarsdoorsnede van deze goot. |
|
|
|
|
|
|
|
|
22. |
Uit een boomstam met
cirkelvormige doorsnede (straal r = 9 cm) wordt een houten balk
gezaagd. Een doorsnede staat in de figuur hiernaast. Men zaagt de
niet-gearceerde stukken weg.
Voor de draagkracht (D) per meter van een balk met hoogte y
en breedte x blijkt te gelden: D = 3xy2.
(D in kg/m en x en y in cm) |
|
|
Hoe
moet men de afmetingen x en y kiezen om een balk met een
zo groot mogelijke draagkracht te krijgen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
23. |
Een stuk ijzerdraad van twee meter lang
wordt in twee stukken geknipt.
Van het ene stuk wordt een vierkant gemaakt, van het andere stuk een
gelijkzijdige driehoek.
Wat is de maximale oppervlakte van dat vierkant en die driehoek samen? |
|
|
|
|
24. |
Examenopgave VWO Wiskunde A,
2001. Een gemeente wil uitbreiden door het bouwen van een nieuwe wijk
en doet
onderzoek naar de kosten van het plan daarvoor. Er zijn twee soorten
kosten voor de gemeente: |
|
• |
de kosten van aankoop van de grond. In deze situatie bedragen de
kosten 170000 gulden per hectare (1 hectare = 10000 m2) |
|
• |
de kosten van het bouwrijp maken. Dit betreft kosten voor de
aanleg van bijvoorbeeld wegen, rioleringen en groenvoorzieningen. Deze
kosten zijn hoger naarmate het aantal woningen dat per hectare gebouwd
zal worden groter is. |
|
|
|
|
|
Voor de kosten (B) per hectare van het
bouwrijp maken in duizenden guldens geldt: B = 0,4 · x1,8
. Hierbij is x het aantal woningen per hectare
De totale kosten per woning die de gemeente
maakt noemen we K. Voor het verband tussen K en x kan de volgende
formule worden afgeleid: K = 0,4 · x0,8
+ 170/x
Hierbij is K in duizenden guldens. |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
De gemeente wil dat de kavelgrootte (dat
wil zeggen de grondoppervlakte) voor alle woningen hetzelfde is. Bovendien wil men dat de totale kosten die de gemeente per
woning maakt minimaal zijn. Dit is het geval bij ongeveer 32,7 woningen
per ha. |
|
|
|
|
|
b. |
Stel een formule op voor de
afgeleide van K en toon met behulp daarvan aan dat de totale kosten
inderdaad minimaal zijn bij ongeveer 32,7 woningen per ha. |
|
|
|
|
25. |
Examenopgave HAVO, wiskunde A, 2007. |
|
|
|
Een fabrikant maakt radiatoren voor de
verwarming van de badkamer. Hiernaast
zie je zo’n radiator. De radiator bestaat uit twee rechtopstaande
stalen buizen met een lengte van h cm
en tien stalen dwarsbuizen die elk b cm
lang zijn. We laten de dikte van de buizen in deze opgave
buiten beschouwing. De hoogte van de radiator is dus
h cm en de breedte b cm.
Voor één radiator wordt altijd in
totaal 900 cm aan buizen gebruikt. De breedte
van een radiator is 50 cm. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken van deze radiator de
hoogte in centimeter. |
|
|
|
|
De totale lengte van de twaalf buizen
van één radiator moet dus 900 cm zijn. Een hogere
radiator wordt dan smaller, en een lagere radiator wordt breder. Hoogte
h en breedte b zijn
dus afhankelijk van elkaar. Er is een lineair verband tussen
h en b. |
|
|
|
|
|
b. |
Stel een formule op waarin h
uitgedrukt is in b. |
|
|
|
|
|
In de figuur rechtsboven is het
grijze gebied de verwarmingsoppervlakte van de radiator. Dat is dus
de oppervlakte van de gehele rechthoek. De
verwarmingsoppervlakte V in cm2
wordt gegeven door de formule:
V =
-5b2 + 450b
met b de breedte van de radiator in cm |
|
|
|
|
|
c. |
Toon deze formule aan en bereken
vervolgens algebraïsch de maximale verwarmingsoppervlakte V. |
|
|
|
|
|
|
|
|
26. |
Examenvraagstuk HAVO, wiskunde B,
2006. Als een verpakking
van frisdrank bij dezelfde inhoud een grotere oppervlakte heeft, zal
de frisdrank erin sneller opwarmen. Hiervoor is de warmte-uitwisselingsfactor F van belang.
Er geldt: F = A/V waarbij A de totale
oppervlakte van de verpakking is in cm2 en V het volume in cm3
.
Voor een groot koffiezetapparaat
moet een cilindervormige tank worden ontworpen met een inhoud van 8 liter
(1 liter = 1000 cm3). Noem de straal van het grondvlak van deze
tank r en de hoogte van deze tank h (r en h in
cm).
De hoogte h van de tank kun je uitdrukken in de straal r.
Er geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
Voor de warmte-uitwisselingsfactor van een cilindervormige tank met
een inhoud van 8 liter heeft men de volgende formule gevonden: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Toon deze formule aan. |
|
|
|
|
|
|
b. |
"De afmetingen van de tank moeten zodanig zijn dat de koffie er zo
lang mogelijk warm in blijft. Dat wordt bereikt als de
warmte-uitwisselingsfactor F van de tank zo klein mogelijk is".
Bereken met behulp van differentiëren de
straal van een tank die aan deze eis voldoet.
Rond de getallen in je antwoord af op één decimaal. |
|
|
|
|
27. |
Examenvraagstuk VWO, wiskunde B,
2006. |
|
|
|
|
|
Een geodriehoek is een gelijkbenige
rechthoekige driehoek. We plaatsen twee geodriehoeken met een lange zijde
van 16 cm in een rechthoekig assenstelsel met eenheid 1 cm op de manier
die in de figuur hieronder (verkleind) is getekend.
De top A van de linker driehoek heeft de coördinaten (0,8)
De top B van de rechter driehoek heeft de coördinaten (8,0).De linker driehoek begint op tijdstip t
= 0 naar rechts te schuiven over de rechter driehoek met een snelheid van
1 cm/s. Daarbij wordt een gedeelte van de rechter driehoek door de linker
driehoek bedekt. De tijd t wordt gemeten in seconden.
|
|
|
In de figuur hieronder is de situatie voor een zeker tijdstip t
getekend.
Punt A heeft dan de coördinaten (t, 8). Het bedekte gebied is
grijs gekleurd.
De afstand in cm tussen A en B op tijdstip t
noemen we a(t).
Er geldt: a(t) = √(128 -
16t + t2) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon dit aan. |
|
|
|
|
|
Het bedekte gebied op een tijdstip t
tussen 0 en 16 is een rechthoek. De oppervlakte in cm2 van deze
rechthoek noemen we G(t). De zijden van de rechthoek zijn ook
rechthoekszijden van gelijkbenige rechthoekige driehoeken met lange zijden
t en 16 - t. Er geldt: G(t) = -1/2t2
+ 8t |
|
|
|
|
|
b. |
Toon dit aan. |
|
|
|
|
|
|
c. |
De oppervlakte G van het bedekte
gebied neemt eerst toe en later af. De afstand a tussen A en B
neemt eerst af en later toe. Leid met behulp van differentiëren uit de
formules voor G(t) en a(t) af dat G en a op
hetzelfde tijdstip hun uiterste waarde bereiken. |
|
|
|
|
28. |
Deze opgave gaat over dozen die
op een bepaalde manier uit een rechthoekig stuk karton worden gemaakt. Denk
aan een pizzadoos. Zie onderstaande figuur. Neem een stuk karton met een
breedte van b cm. Wil je een doos maken die x cm hoog wordt, dan moet
je voor de lengte van het stuk karton 2b − x cm nemen. Op zes
plaatsen worden vierkantjes van x bij x cm losgesneden en
omgevouwen. De stippellijnen zijn vouwlijnen; de doorgetrokken lijnen zijn
snijlijnen. Bodem en deksel zijn allebei vierkant. |
|
|
|
Voor de inhoud I(x) van
zo'n doos, in cm3, geldt de formule:
I(x) = 4x3 - 4bx2 +
b2x (0 < x <
1/2b) |
|
|
|
|
|
a. |
Toon de juistheid van deze formule aan. |
|
|
|
|
Voor elke positieve waarde van
b heeft de inhoud I(x) een maximale waarde voor x = 1/6b
. |
|
|
|
|
|
b. |
Toon aan dat deze waarde van x juist
is. |
|
|
|
|
29. |
Examenvraagstuk
VWO, wiskunde B, 2010. |
|
|
|
|
|
De punten A(1, 1) en B(3,
1/3
) liggen op de grafiek van y = 1/x
We bekijken de rechthoek waarvan A en B hoekpunten zijn en waarvan twee
zijden evenwijdig zijn aan de x-as (en de andere twee zijden dus
evenwijdig zijn aan de y-as).
Een punt P( p, 1/p) ligt op de grafiek van y =
1/x,
tussen A en B. De horizontale en
de verticale lijn door P verdelen de rechthoek in vier rechthoekige
stukken. In de figuur zijn de stukken rechtsboven en
linksonder grijs aangegeven. |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken langs algebraïsche weg
voor welke waarden van p de oppervlakte van het grijze stuk
rechtsboven gelijk is aan 1/2 . |
|
|
|
|
|
b. |
De som van de oppervlakten van
de grijze stukken rechtsboven en linksonder is
4/3(-p
+ 4 - 3/p)
Er is een waarde van p waarvoor deze som van de oppervlakten
maximaal is.
Bereken exact deze waarde van
p. |
|
|
|
|
|
|
|
|
30. |
Examenvraagstuk
VWO, wiskunde B, 2012.
|
|
In een rechthoek van 20 bij
30 liggen drie vierkanten:
A
linksonder,
B
rechtsonder en
C
rechtsboven. Van elk vierkant valt een van de hoekpunten
samen met een van de hoekpunten van de rechthoek.
A
en
B
liggen tegen elkaar aan, en
B
en
C
ook. Het deel van de rechthoek dat niet bedekt is door de
vierkanten noemen we
D.
Zie de figuur.
Als de lengte van de zijde
van vierkant
A
gekozen is, liggen de afmetingen van de delen
B,
C
en
D
vast.
Er is een waarde van
x
waarvoor de oppervlakte van
D
maximaal is.
Bereken exact
deze waarde van
x.
|
|
|
|
|
|
|
|
31. |
Examenvraagstuk
HAVO, wiskunde B, 2013.
In deze opgave wordt een balkvormige doos in een
rechthoekig vel papier ingepakt. De hoogte van de doos noemen we
h, de breedte b en de lengte l. Zie foto 1. Alle
maten zijn in centimeter. Er geldt h
£
b
£
l .
Het papier wordt eerst strak in de lengterichting om de doos
gevouwen. Het papier is zo lang dat twee randen ervan precies tegen
elkaar aan komen. Zie foto 2. De lengte van het papier in centimeter
is dus 2l +
2h.
Vervolgens wordt het papier aan de voor- en achterkant strak tegen
de doos aan gevouwen. Het papier is zo breed dat de randen van het
papier precies tegen elkaar aan komen. Zie de foto 3. De breedte van
het papier in centimeter is dus b
+
h . De oppervlakte van het papier in cm2
noemen we O. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
.a. |
Druk O uit in b, l
en h. Werk de haakjes weg. |
|
|
|
|
|
|
We vragen ons af hoe groot de maximale inhoud van
een balkvormige doos is als we deze op de beschreven manier in een
stuk cadeaupapier van 120 cm bij 50 cm verpakken.
Als de doos op deze manier wordt ingepakt, geldt: 2l
+ 2h
=120 en b
+
h
=
50 .
Met behulp van bovenstaande gegevens is de inhoud I in cm3
uit te drukken in de breedte b.
Er geldt: I = b • (b + 10)(50 - b)
|
|
|
|
|
|
b. |
Toon dit aan. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken met behulp van differentiëren de maximale
inhoud van een balkvormige doos die met dit stuk papier ingepakt kan
worden. Geef je antwoord in cm3 nauwkeurig. |
|
|
|
|
|
|
|
|
32. |
Examenvraagstuk
HAVO, wiskunde B, 2013.
Gegeven is de kubus ABCD.EFGH met ribbe 1. Er zijn kegels die precies om de kubus
ABCD.EFGH met ribbe 1
passen. Hiermee bedoelen we dat geldt:
-
het grondvlak ABCD van de kubus
ligt in het grondvlak van de kegel;
-
de hoekpunten E, F, G
en H van het bovenvlak van de kubus liggen op de
kegelmantel;
-
het middelpunt M van de
grondcirkel van de kegel ligt recht onder de top T van de
kegel.
Zie bijvoorbeeld de volgende twee figuren. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hiernaast is een verticale doorsnede
door A, C en T getekend.
Het punt N is het snijpunt van MT met het bovenvlak
van de kubus.
De afstand van de top T van de kegel tot het bovenvlak
van de kubus noemen we x.
De lengte van de straal PM van de grondcirkel
van de kegel kan uitgedrukt worden in x. Er geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Leid deze formule af met behulp van
gelijkvormigheid van driehoeken |
|
|
|
|
|
Voor de inhoud I van de kegel geldt:
I = 1/6π
• (x + 3 + 3x-1 + x-2 ) |
|
|
|
|
|
b. |
Leid deze formule af. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Bereken met behulp van differentiëren de kleinst
mogelijke inhoud van een kegel die precies om kubus ABCD.EFGH
past. |
|
|
|
|
|
|
|
|
33. |
Examenvraagstuk
VWO Wiskunde B, 2016-II |
|
|
|
|
|
Veel industriële en medische processen worden
gestuurd door een digitale camera die gekoppeld is aan een computer.
Hierbij is een gelijkmatige verlichting van het werkoppervlak van
groot belang. Voor de belichting gebruikt men vaak een of meer
kleine spots.
Zie figuur 1.
Om de belichting goed te kunnen instellen is de
hoogte van de spots boven het werkoppervlak variabel. We bekijken
eerst de situatie met één spot S.
Zie figuur 2. |
|
|
|
|
|
|
De waargenomen verlichtingssterkte E (in lux)
in een punt P van een horizontaal oppervlak kan berekend
worden met de formule: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hierin is: |
|
- |
Ispot
een constante: de door de spot uitgezonden lichtstroom (in
microlumen); |
|
- |
r de afstand (in mm) tot de
spot; |
|
- |
α
de hoek (in radialen) tussen de lichtstraal en de loodlijn in P
op het werkoppervlak |
|
|
|
|
|
In figuur 2 is d de horizontale afstand in mm
van de spot tot P en x de verticale afstand in mm van
de spot tot P. Er geldt: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. |
Bewijs dit. |
|
|
|
|
|
|
We kiezen d
=
10 . Er is een waarde van x
waarvoor E maximaal is. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken algebraïsch deze waarde van x. Rond
je antwoord af op één decimaal. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|