|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
1. |
Een stuk grond in de vorm van een rechthoekig
trapezium heeft een oppervlakte van 210m2
en zijden van 15m en 20m.
Op deze grond mag worden gebouwd binnen
een trapezium met zijden evenwijdig
met en op een afstand van 2m
van de zijden van het gegeven
trapezium (zie figuur). |
|
|
|
|
|
a. |
Toon aan dat de breedte gelijk is aan 12. |
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de bebouwbare
oppervlakte? |
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Hiernaast is een regelmatige
zeshoek getekend met het zelfde middelpunt als een vierkant. De boven-
en onderzijde van de zeshoek vallen samen met die van het vierkant. De
figuur is symmetrisch. Bereken hoeveel procent van het vierkant NIET
bedekt wordt door de zeshoek. Rond je antwoord af op hele procenten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
In
een vierkant met zijde 6 trekt men twee diagonalen. De ene diagonaal verdeelt men in vier gelijke stukken, de andere in drie
gelijke stukken. Vier zo verkregen punten worden met elkaar verbonden zoals in de figuur
hiernaast, en dat geeft een ruit.
Bereken de oppervlakte van die ruit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Hiernaast
staan twee gelijkzijdige driehoeken getekend. De één is ingeschreven
in de ander. Bereken de verhouding van hun oppervlakten als de aangegeven hoek recht
is. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Iemand heeft een tuintje in de vorm van een parallellogram (zie figuur)
Tijdens nachtelijke
manoeuvres rijdt een soldaat met zijn
tank over het tuintje en verwoest daardoor
het
gearceerde gebied.
Welk percentage
van
de oppervlakte van de tuin werd vernield? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Een
touw van 18 meter lang zit vast aan een gelijkzijdige driehoek in punt A. Het touw wordt strak getrokken naar punt P (ligt op het verlengde van
een zijde van de driehoek) Daarna wordt het touw gedraaid in de richting van de pijl (waarbij het
steeds strak wordt getrokken) Het uiteinde P komt tenslotte precies in punt A van de driehoek uit.
Bereken de oppervlakte van het gebied dat door het touw is bestreken. |
|
|
|
|
|
7. |
Op
middellijn AB van een cirkel met straal 4 is een halve cirkelboog door C
getekend. Met B als middelpunt en straal BD is cirkelboog AD getekend, en aan de
andere kant met A als middelpunt van straal AE cirkelboog EB. Tot slot is met C als middelpunt en straal CD cirkelboog DE getekend.
Bereken de oppervlakte van de gele "glimlach" die zo is
ontstaan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
De traditionele woning in Burundi is de rugo.
Dit is een domein omheind door een cirkelvormige
haag,
waarbinnen zich vier hutten bevinden, namelijk
die van de ouders (de gezinshut) en
de drie kleinere, eentje van de jongens, eentje
van
de meisjes en de washut. Alle hutten zijn
cirkelvormig
en de drie kleinere hebben een diameter
die
de helft is van de diameter van de gezinshut.
Uiteraard speelt het leven zich grotendeels
buiten af en tracht men de open ruimte zo
groot mogelijk te houden. Als
D
de diameter van het
domein
is, hoe groot mag dan maximaal de diameter
van
de gezinshut zijn, zodat er nog 2/3
van
het
terrein vrij blijft? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Druk de
oppervlakte van vierhoek EFDC hiernaast uit in de oppervlaktes a,
b en c van de driehoeken, als gegeven is dat EB en AD
loodrecht op elkaar staan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
PQ is
een deel van de omtrek van een kwartcirkel met middelpunt O. De lengte
van PQ is vast, maar de ligging niet. A is de oppervlakte onder PQ tot de
x-as, B is de oppervlakte
links van PQ tot de y-as.
Bewijs dat A + B constant is, onafhankelijk van de plaats van PQ. |
|
|
|
|
|
11. |
Je
hebt een parallellogram abcd. De zijde ab wordt met 50% verlengd, en de zijde
dc wordt
25% ingekort. Daardoor ontstaat een trapezium ab'c'd
Hoeveel procent is de oppervlakte van dit
trapezium groter dan de oppervlakte van
het parallellogram
abcd? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
12. |
Van een gegeven driehoek zijn de lengtes van de
zijden gehele getallen en bedraagt de omtrek
8. Wat is de oppervlakte van deze driehoek? |
|
|
|
|
13. |
Kangoeroewedstrijd.
Vier tuinmannen hebben vier uur nodig om vier ronde bloemperken,
elk met een diameter van 4 meter, te schoffelen. Hoeveel uur
hebben zes tuinmannen nodig om zes ronde bloemperken, elk met
een diameter van 6 meter, te schoffelen? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|