|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
1. |
Aan een groot aantal
automobilisten is gevraagd wat ze vonden van het verhogen van de
maximumsnelheid naar 130 km/uur. De gegevens staan in de volgende tabel: |
|
|
|
|
|
|
man |
vrouw |
voor |
86 |
50 |
tegen |
34 |
10 |
geen mening |
47 |
24 |
|
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat
een willekeurig gekozen persoon een vrouw is die tegen verhoging van de
maximumsnelheid is. |
|
|
|
|
|
b. |
Welke kans is groter:
de kans dat een mannelijke automobilist vóór verhoging van de
maximumsnelheid is, of de kans dat iemand die vóór verhoging van de
maximumsnelheid is een man is? |
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Drie caissières
A, B en C werken in een supermarkt.
A is de meest ervaren caissière en verwerkt 50% van de producten die
gekocht worden. B verwerkt 35% en C (die nog maar net begonnen is)
verwerkt 15%.
Natuurlijk gaat niet alles foutloos. A heeft 6% foute aanslagen, B
5% en C 8%. |
|
|
|
|
|
a. |
Bekijk vier
willekeurige aanslagen. Hoe groot is de kans dat er precies 2 fout van
zijn? |
|
|
|
|
|
b. |
Als een product fout
is aangeslagen, hoe groot is dan de kans dat dat door caissière A is
gebeurd? |
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Een leugendetector
werkt natuurlijk niet 100% foutloos.
Een bepaald soort leugendetector blijkt 90% van de leugenaars te
ontmaskeren, 10% ontsnapt.
Maar ook van de mensen die wél de waarheid spreken zegt de detector toch
in 4% van de gevallen dat zij liegen.
Van een dorp is 2% van de mensen leugenaar.
De detector zegt van een willekeurig gekozen persoon uit dat dorp dat
hij de waarheid spreekt. Hoe groot is de kans dat dat inderdaad het
geval is? |
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Examenvraagstuk.
Osteoporose,
of botontkalking, is een kwaal die vooral bij oudere mensen voorkomt en
verergert naarmate men ouder wordt. Bij het ouder worden maakt het
lichaam minder bot aan dan er afgebroken wordt. Het gevolg is dat botten
poreuzer worden en de kans op botbreuk dus toeneemt.
In deze opgave beperken we ons tot de risicogroep: personen van 55 jaar
en ouder. Onderzoek wijst uit dat 1 op de 4 vrouwen aan osteoporose
lijdt. Bij de mannen is dat 1 op de 12. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans
dat bij een controle onder 100 aselect gekozen vrouwen bij precies 30
van hen osteoporose wordt geconstateerd. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken de kans
dat bij een controle onder vijf mannen en vijf vrouwen in totaal bij 2
van hen osteoporose wordt aangetroffen. |
|
|
|
|
|
c. |
In 1988 bestond
de risicogroep voor 55,6% uit vrouwen. Bereken hoeveel procent van de
osteoporosepatiënten uit de risicogroep dan vrouw was. |
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Het Aase-Syndroom is
een zeldzame ziekte waar slechts 1 op de 100000 mensen aan lijden.
Bij een patiënt wordt tijdens een onderzoek geconstateerd dat zij aan
dit syndroom lijdt. De betrouwbaarheid van de gebruikte test is echter
98%. Dat wil zeggen dat de test bij 98% van de lijders aan het syndroom
dat inderdaad constateert, maar ook dat bij 2% van de mensen die NIET
aan het syndroom lijden toch wordt vastgesteld dat dat wel zo is.
Als deze test zegt dat je het Aase-Syndroom hebt, hoe groot is dan de
kans dat dat inderdaad zo is? |
|
|
|
|
|
|
|
|
6. |
Als iemand langere
tijd last heeft van veel hoesten gepaard met kortademigheid, dan zou het
kunnen dat er een tumor in de longen zit. Vooral als de patiënt bloed
gaat ophoesten zal een huisarts meestal besluiten een CT-scan te laten
maken. Van de mensen die bloed ophoesten blijkt in praktijk 34%
een longtumor te hebben. Nou zijn er twee vormen: een goedaardige
tumor (24% van de tumorgevallen) en een kwaadaardige tumor (10%
van de tumorgevallen).
Zo'n CT-scan is niet 100% betrouwbaar. |
|
Op de eerste plaats
kan de scan niet bepalen van welke soort (goedaardig of kwaadaardig) de
tumor is.
Maar ook zegt de scan bij 5% van de patiënten dat er sprake is van een
tumor terwijl dat niet zo is.
Verder blijkt 12% van de goedaardige tumoren niet te worden
gevonden door de test, en 8% van de kwaadaardige tumoren. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken de kans dat
bij een patiënt die bloed ophoest de CT-scan een tumor vaststelt. |
|
|
|
|
|
b. |
Als de CT-scan zegt
dat een patiënt geen tumor heeft, hoe groot is dan de kans dat hij tóch
een kwaadaardige tumor heeft? |
|
|
|
|
|
|
|
|
7. |
Venus Williams is een tennisster die toernooien over de hele wereld speelt. Bij tennis begint elk punt
met een opslag. Als die fout is mag de speelster het nog een tweede
keer proberen. Als die weer fout is verliest zij het punt.
Venus slaat van haar eerste opslagen 75% goed, en als zo'n eerste opslag
goed is heeft ze kans 80% om het punt te winnen.
Van haar tweede opslagen slaat ze 90% goed, maar daarvan wint ze slechts
in 35% van de gevallen het punt. |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe
groot is de kans dat Venus een punt wint als ze opslaat? |
|
|
|
|
|
b. |
Als
Venus een punt heeft gewonnen, hoe groot is dan de kans dat daarbij haar
eerste opslag goed was? |
|
|
|
|
|
|
|
|
8. |
In de Postcode Loterijshow "Eén tegen
Honderd" moet één kandidaat een aantal vragen beantwoorden. Zo
lang hij ze goed heeft gaat hij door. In het begin zijn er honderd
tegenspelers in het publiek die de vragen ook moeten beantwoorden. Ook
iedereen in het publiek die de vragen goed heeft gaat door.
De kandidaat is winnaar als hij als enige nog over is gebleven.
De kandidaat krijgt steeds eerst het onderwerp van de vraag te zien en
mag dan kiezen uit een "moeilijke vraag" of een
"makkelijke vraag". Het blijkt dat in
80% van de gevallen wordt gekozen voor een makkelijke vraag.
Van de moeilijke vragen wordt namelijk slechts 15% goed beantwoord en
van de makkelijke vragen 75%. Deze kansen gelden zowel voor de
kandidaten als voor de tegenspelers. |
|
|
|
|
|
a. |
Een
kandidaat kiest als eerste vraag een "makkelijke vraag"
Hoe groot is de kans dat minstens 12 tegenspelers deze vraag fout
beantwoorden? |
|
|
|
|
|
b. |
Op
een gegeven moment blijkt dat de kandidaat de vraag fout heeft
beantwoord.
Hoe groot is de kans dat het een makkelijke vraag was? |
|
|
|
|
|
c. |
Een
andere kandidaat heeft op een bepaald moment nog maar 3 tegenspelers
over.
Hij besluit verder alleen nog maar voor makkelijke vragen te kiezen.
Hoe groot is de kans dat hij na precies 2 makkelijke vragen winnaar is geworden? |
|
|
|
|
|
|
|
|
9. |
Spamfilters zijn
programma’s die binnenkomende emailberichten bekijken en proberen in te
schatten of het spamberichten betreft. Zo’n spamfilter moet eerst
getraind worden. Het krijgt als voorbereiding bijvoorbeeld duizend
spamberichten te analyseren en ook duizend normale emailberichten.
Stel dat het woordje “seks” voorkomt in 960 van de 1000 spamberichten en
in 80 van de 1000 niet-spamberichten.
Verder is gemeten dat 68% van alle emailberichten tegenwoordig
spamberichten zijn |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot is dan de
kans dat het woordje “seks” in een willekeurig emailbericht voorkomt? |
|
|
|
|
|
b. |
Ik zie een
willekeurig emailbericht met het woordje “seks”erin. Hoe groot is de
kans dat het een spambericht is? |
|
|
|
|
|
|
|
|
10. |
Dankzij vele
wetenschappelijke rapporten is intussen bewezen dat vierdeklassers VWO
erg vaak spieken bij hun schoolonderzoeken
Vooral de
jongens, die zijn het ergst…..
Uit landelijke onderzoeken blijkt dat van de jongens uit de vierde klas
VWO 66 % spiekt, en van de meisjes uit de vierde klas VWO 42%.
In
Nederland is in 2011 van de vierdeklassers VWO 55% jongen en 45% meisje |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot
is de kans dat een willekeurige VWO-4 leerling spiekt? |
|
|
|
|
|
b. |
Een
willekeurige 4-VWO leerling geeft toe gespiekt te hebben. Hoe groot is
de kans dat het een meisje is? |
|
|
|
|
|
Op een school bestaat de vierde klas in 2011 uit
10 jongens en 8 meisjes.
Ik ga willekeurig 2 van hen met een verborgen camera volgen. Dat kunnen
dus 2 meisjes zijn, of 2 jongens of een jongen en een meisje. Ga ervan
uit dat ik ze zeker betrap als ze spieken |
|
|
|
|
|
c. |
Hoe groot
is de kans dat ik beiden betrap op spieken? |
|
|
|
|
|
|
|
|
11. |
Van alle Nederlanders is 58% blond, 34% is bruin en
8% heeft rood haar.
De haarkleur blijkt nogal een grote invloed op het IQ van een persoon te
hebben.
Van de blonde mensen heeft 29% een IQ van minstens 100 (en dus 61% lager
dan 100). Van de mensen met bruin haar heeft 88% een IQ van minstens
100, en van de mensen met rood haar is dat 41% |
|
|
|
|
|
a. |
Hoe groot
is de kans dat een willekeurige Nederlander een IQ van minstens 100
heeft? |
|
|
|
|
|
b. |
Ik kom een
Nederlander tegen die zegt dat zij een IQ van minstens 100 heeft.
Hoe groot is de kans dat zij blond is? |
|
|
|
|
12. |
Bereken de kans dat
een jongen uit een gezin van n kinderen precies één zuster heeft. |
|
|
|
|
13. |
Van een gezin van
drie kinderen weten we dat er minder dan 2 jongens zijn.
Hoe groot is de kans dat het drie meisjes zijn? |
|
|
|
|
14. |
Van een groot aantal
leerlingen in een onderzoek blijkt 40% een VMBO-diploma te hebben, 50%
een HAVO-diploma, en 10% een VWO-diploma.
Een jaar na het krijgen van hun diploma blijkt 10% van de
VMBO-gediplomeerden nog werkeloos te zijn, 5% van de HAVO-gediplomeerden,
en 2% van de VWO-gediplomeerden.
Een willekeurige deelnemer uit het onderzoek blijkt werkeloos te zijn.
Hoe groot is de kans dat hij/zij een HAVO-diploma heeft? |
|
|
|
|
15. |
In een bepaald gebied
is het 40% van de dagen zonnig, en 60% regenachtig.
Een barometerfabrikant test de voorspellingen van zijn barometers en
ontdekt dat de meters niet altijd de goede voorspelling doen. In
10% van de regenachtige dagen voorspellen de meters toch "zonnig", en in
30% van de zonnige dagen voorspelden de meters toch "regenachtig". |
|
|
|
|
|
a. |
Als een meter voor
morgen "regenachtig" voorspelt, hoe groot is dan de kans dat het
inderdaad regenachtig zal zijn? |
|
|
|
|
|
b. |
Hoe groot is de kans
dat op een willekeurige dag de voorspelling van een meter klopt? |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |