1. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2009. |
|
|
|
|
|
De functie f is gegeven door f (x)
= 4 − 1/4x2.
De grafiek van f snijdt de x-as in punt A(4, 0) en de y-as
in punt B(0, 4).
Voor elke waarde van c is de lijn k met vergelijking y
= −x + c evenwijdig aan de lijn AB. Voor c > 5
sluiten de x-as, de lijn k, de y-as en de lijn AB
een trapezium in dat door de grafiek van f in twee delen wordt
verdeeld. Zie de figuur hiernaast.Bereken algebraïsch voor welke exacte
waarde van c deze twee delen gelijke oppervlakte hebben. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2011.
De functies f en g zijn gegeven door f
(x) = 1/x
en g(x)
= 1/x2
met x > 0 .
De grafieken van f en g snijden elkaar in het punt (1, 1).Het vlakdeel V wordt ingesloten
door de grafieken van f en g en de lijn y = 4 Zie
de figuur hiernaast.
Bereken exact de oppervlakte van V.
Schrijf je antwoord zo eenvoudig mogelijk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2012.
De functies
f
en
g
zijn gegeven door
f(x) = sinx en g(x)=
sin(x + 1/3π).
In onderstaande figuur zijn de grafieken van
f
en
g
getekend op het domein
[0,2π].
De grafieken van
f
en
g
snijden elkaar op dit domein bij x =
1/3π
in het punt
A
en bij x = 4/3π
in het punt
B.
|
|
|
|
|
|
|
V is het
vlakdeel dat tussen A en B wordt ingesloten door de
grafieken van f en g.
Bereken met behulp van
primitiveren de oppervlakte van
V.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2014. |
|
|
|
|
|
In de figuur zie je de grafiek van
f(x)
= x4 - 6x2
- 8x + 5 . Deze
grafiek heeft buigpunten voor x = -1 en x = 1.
De lijn door deze buigpunten heeft vergelijking y = -8x.
Deze lijn en de grafiek van f begrenzen drie
vlakdelen V1 , V2 en V3 die om en
om onder en boven de lijn liggen.
De lijn met vergelijking y
= -8x snijdt de grafiek van f niet alleen
in de twee buigpunten, maar ook in twee andere punten. |
|
|
|
|
|
a. |
Bereken exact de x-coördinaten
van de twee andere snijpunten. |
|
|
|
|
|
De vlakdelen V1 en V3
hebben gelijke oppervlakte, namelijk 31/5. |
|
|
|
|
|
b. |
Bewijs dat de gezamenlijke oppervlakte
van V1 en V3 gelijk is aan de oppervlakte van
V2. |
|
|
|
|
5. |
Gegeven is met domein
[0, →〉 de
functie f(x) = 1 + x
- 2√x |
|
|
|
|
|
a. |
Be reken de
oppervlakte van het vlakdeel V in gesloten door de grafiek van f
en de lijn y = 1. |
|
|
|
|
|
b. |
Het punt P met xP
< 1 ligt op de grafiek van f.
De raaklijn in P aan de grafiek van f snijdt de x-as in
punt A en de y-as in punt B.
Toon aan dat geldt dat OA + OB = 1 |
|
|
|
|
6. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2019-II. |
|
|
|
|
|
De functie
f
met domein
[0,
π]
wordt gegeven door
f
(x)
=
2sin(x).
We bekijken het gebied dat begrensd wordt
door de grafiek van
f,
de x-as,
de lijn met vergelijking
x
=
p
en de lijn met vergelijking
x
=
π
-
p
. Hierin is 0 < p <
1/2π
In onderstaande figuur is dit
gebied groen. De oppervlakte van het gebied is
A(p). |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Er geldt:
A(
p)
=
4cos(p). |
|
|
|
|
|
a. |
Bewijs dat deze formule voor
A(p)
juist is. |
|
|
|
|
|
De lijn met vergelijking
x
=
p
snijdt de grafiek van
f
in het punt
P.
De lijn met vergelijking
x
=
π
-
p
snijdt de grafiek van
f
in het punt
Q.
De horizontale lijn door
P
en
Q
verdeelt het grijze gebied in twee
delen.
Het deel boven deze lijn is
V,
het deel onder deze lijn is
W.
Zie onderstaande figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Er is één waarde van
p
waarvoor de oppervlakten van
V
en
W
aan elkaar gelijk zijn. |
|
|
|
|
|
b. |
Bereken deze waarde van
p.
Geef je eindantwoord in twee decimalen. |
|
|
|
|
7. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2021-II.
De functies
f en g zijn gegeven door f(x) = 2√x
en g(x) = √(2x).
Op de grafiek van f ligt het punt P(4, 4).
Punt R ligt op de grafiek van g recht onder punt P.
De raaklijnen in P en R snijden elkaar in het punt S
(-4, 0). Zie onderstaande figuur. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het lijnstuk
PR en de grafieken van f en g sluiten een vlakdeel
in. Dit vlakdeel is in de figuur grijs gemaakt.
Bereken exact
de verhouding tussen de oppervlakte van dit vlakdeel en de
oppervlakte van driehoek PRS. |
|
|
|
|
8. |
examenvraagstuk VWO Wiskunde
B, 2023-II.
De functies
f en g worden gegeven door f(x) = ex
- 1 en g(x)
= 3(1 - e-x).
In de figuur zijn de grafieken van f en g
weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De
grafieken van deze functies sluiten een vlakdeel in. In de
figuur is dit vlakdeel geel gemaakt.
Bereken
exact de oppervlakte van dit vlakdeel. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|