© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
||||||||||||||||||||
Meer opgaven | ||||||||||||||||||||
Als je van de functie f(x) = x2 + 2x een tabel met functiewaarden maakt krijg je zoiets: | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Als je x ziet als n en
f(x) als un dan kun je een
recursievergelijking opstellen. Dat lukt omdat er regelmaat in
de verschillen tussen de f(x) waarden zit. Stel zo'n recursievergelijking op. |
||||||||||||||||||||
In een rij getallen is elk volgende getal gelijk
aan het gemiddelde van de twee vorigen. Geef een recursieformule voor deze rij als hij begint met u1 = 10 en u2 = 50 en bereken u6 |
||||||||||||||||||||
Hieronder zie je een plaatje van de zeshoeksgetallen | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
De getallen onder de
zeshoeken geven het aantal strippen aan. Noem het aantal stippen van de eerste zeshoek u1. Geef een recursieformule voor het aantal stippen van de nde zeshoek. Bedenk daarbij dat de verschillen van de rij un regelmaat vertonen. |
||||||||||||||||||||
De volgende rij
getallen is gebaseerd op een lineaire recursievergelijking van de
vorm un = aun
- 1 + bun
- 2 1 - 3 - 13 - 59 - 269 - 1227 - ... Bereken a en b |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
5. | Hieronder zie je een serie figuren met vierkanten. | |||
|
||||
In de eerste figuur zie je 1 vierkant. In de tweede figuur zie je 5 vierkanten! Vier kleine en één grote van 2 bij 2. | ||||
a. | Tel het aantal vierkanten in de derde en vierde figuur | |||
b. | Geef een recursieformule voor het
aantal vierkanten in figuur nummer n. Het eerste vierkant hoort dus bij u1 |
6. |
In de 14e eeuw ontdekte de Indiase wiskundige
Madhava een manier om de waarde van π te benaderen met behulp van
een rij. De aanpak van Madhava zag er als volgt uit: |
||
enzovoort. Stel de recursieve formule op voor de somrij Sn met n = 2, 3, 4, ... en S1 = √12 van de aanpak van Madhava. |
7. | Als je een aantal lijnen
tekent, dan kun je daarmee een vlak in een aantal vlakdelen
verdelen. Een interessante vraag daarbij is natuurlijk: Hoeveel vlakdelen zijn er maximaal te maken met n rechte lijnen? |
|||
a. | Onderzoek dit probleem door een aantal gevallen uit te proberen. | |||
Als je een vlak in un delen hebt verdeeld door n lijnen te tekenen, dan heeft een volgende lijn die je tekent maximaal n nieuwe snijpunten. | ||||
b. | Leg duidelijk uit waarom daaruit volgt dat un+1 = un + n | |||
c. | Wat is het maximale aantal vlakdelen als je 10 lijnen tekent? |
8. | Hieronder staan
een aantal kaartenhuizen getekend. Het eerste huis kost 2 kaarten, het tweede kost 7 kaarten, het derde kost 15 kaarten enz. Geef een recursievergelijking. |
|||
|