© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

 
1. Examenopgave HAVO Wiskunde A, 2022-II
       
  Voor de vier langste afstanden worden de persoonlijke recordtijden van alle 86 schaatssters omgerekend naar de gemiddelde tijd per 500 meter. Deze omgerekende tijden zijn weergegeven in boxplots. Zie de volgende figuur.
       
 

       
  Als je de boxplots onderling vergelijkt, dan kun je met behulp van het formuleblad concluderen dat er een groot verschil is tussen de omgerekende tijden op de 1500 meter en die op de 10 000 meter. Er zijn meer afstanden waarbij er sprake is van een groot verschil.

Noem elk tweetal afstanden waarbij er sprake is van een groot verschil tussen de omgerekende tijden. Licht je antwoord toe.
       
2. Examenopgave HAVO Wiskunde A, 2023-I

Het onderzoek ‘Health Behaviour in School-aged Children’ dat sinds 1985 uitgevoerd wordt, bevat informatie over het beweeggedrag van jongeren in Nederland. Deze opgave gaat over het deel van dit onderzoek dat betrekking heeft op jongeren in het reguliere voortgezet onderwijs in de eerste vier leerjaren. Deze groep beschouwen we in deze opgave als de onderzoekspopulatie. Aan het onderzoek deden 67 scholen mee. We nemen aan dat deze groep scholen een aselecte en representatieve steekproef vormt uit alle scholen voor regulier voortgezet onderwijs.

In de volgende tabel staat het aantal deelnemende leerlingen en het gemiddelde aantal dagen dat zij in de afgelopen zeven dagen minstens één uur per dag bezig waren met lichaamsbeweging, uitgesplitst naar gezinswelvaart.
       
 
TABEL Gezinswelvaart
  laag midden hoog
aantal deelnemers onderzoek 680 3097 1794
gemiddeld aantal dagen met minstens
één uur lichaamsbeweging
3,8 4,2 4,6
       
  Op basis van deze tabel wil Yarah het gemiddelde aantal dagen (met minstens één uur lichaamsbeweging) van de groepen laag en hoog met elkaar vergelijken. Hierbij wil Yarah gebruikmaken van de effectgrootte zoals die op het formuleblad is weergegeven.

Veronderstel dat de standaardafwijking S1 voor de groep met lage gezinswelvaart even groot is als de standaardafwijking S2 voor de groep met hoge gezinswelvaart, dus S1 = S2 = S.

Bereken voor welke waarden van S het verschil middelmatig is.
       
       
       
     
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)