|
|
De Oplossingsmatrix. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Even je geheugen opfrissen: |
• |
Een verbindingsmatrix
(V) van een graaf was een matrix met enen en nullen die aangeeft of je
van een knooppunt naar een ander knooppunt kunt gaan. |
• |
Als je V2,
V3, V4,... berekent geven die matrices het
aantal manieren om in 2, 3, 4, ... stappen van een knooppunt naar een
ander knooppunt te komen. |
|
|
|
|
Je kunt die matrices
natuurlijk ook optellen:
V + V2 geeft het aantal manieren om in 1 óf 2 stappen
van een knooppunt naar een ander knooppunt te gaan.
V + V2 + V3 geeft het aantal manieren om in
1 óf 2 óf 3 stappen van een knooppunt naar een ander knooppunt te gaan.
....
V + V2 + V3 + ... + Vn
geeft het aantal manieren om in hoogstens n stappen van
een knooppunt naar een ander knooppunt te gaan.
Als je die V + V2 + V3 + ... + Vn
gaat uitrekenen dan zou het kunnen dat je op een gegeven moment een
matrix krijgt zonder nullen. Dat betekent dat bij die matrix vanuit elk
punt van de graaf elk ander punt te bereiken is. De matrix waarbij dat voor het eerst
gebeurt heet de oplossingsmatrix van de graaf.
Voorbeeld. |
Bereken de
oplossingsmatrix van de graaf hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
En deze heeft geen
nullen meer, dus dit is de oplossingsmatrix.
Bestaat zo'n oplossingsmatrix
altijd?
|
Nou, alleen als elk
punt van de graaf vanuit elk ander punt is te bereiken. Als dat niet zo
is, zullen er altijd nullen in de matrices blijven staan. Een graaf met
een oplossingsmatrix (als dus elk punt vanuit elk ander punt is te
bereiken) heet samenhangend.
Hiernaast zie je twee mogelijkheden waarbij een graaf niet samenhangend
is.
In de bovenste is punt A niet vanuit de andere punten te bereiken.
De onderste graaf bestaat eigenlijk uit twee "losse" delen (ABE en DCF)die
geen verbinding hebben. |
|
|
|
|
|
De diameter van een graaf. |
|
|
|
|
De diameter van een
graaf is de hoogste macht van V die nodig is om de oplossingsmatrix te
verkrijgen. Het is dus het aantal benodigde stappen om elk punt vanuit
elk ander punt te kunnen bereiken. Ofwel: het is de afstand tussen
de twee punten van de graaf die het verst uit elkaar liggen. |
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
1. |
Bereken de oplossingsmatrix en de diameter van
de graaf hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
2. |
Bereken de oplossingsmatrix en de diameter van
de graaf hiernaast. |
|
|
|
|
|
|
3. |
Je kunt een kubus zien als een
graaf.
De hoekpunten van de kubus zijn dan knooppunten en de
ribben zijn verbindingslijnen.
Bereken de oplossingsmatrix en de diameter van een kubusgraaf. |
|
|
|
|
|
4. |
Hiernaast zie je de
verbindingsmatrix V van een graaf.
Leg uit hoe je zonder berekeningen te doen al kunt zien dat er
geen oplossingsmatrix bestaat. |
|
|
|
|
|
|
5. |
a. |
Toon aan
dat elke onsamenhangende graaf met n knooppunten ten
hoogste 1/2
• (n - 1)(n - 2) verbindingslijnen heeft. |
|
|
|
|
|
|
b. |
Het
complement van een onsamenhangende graaf is samenhangend.
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
c. |
Als de
graad van elk knooppunten van een graaf met n
knoop[punten tenminste gelijk is aan 1/2
• (n - 1) dan is die graaf samenhangend.
Toon dat aan. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|