©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
Parameters met buigpunten |
|
|
|
|
|
|
Zoals je nog wel weet
is een parameter een extra
letter in een formule. Die letter staat voor een vast, constant getal
dat nog onbekend is. Het is dus heel wat anders dan een
variabele: dat is (meestal de
x) een letter die allerlei verschillende waarden aanneemt,
waardoor je een grafiek krijgt. |
|
|
|
|
parameter = constant getal dat je nog niet weet
variabele = getal dat allerlei verschillende waarden
aanneemt. |
|
|
|
|
|
Met een parameter
p in een functievoorschrift verandert die functie in een hele
familie van functies: voor elke waarde van p heb je een
andere functie. Daarvan kunnen bijvoorbeeld sommigen een buigpunt
hebben, en anderen niet.
Als f '' niet nul kan worden dan zal er bijvoorbeeld geen
buigpunt zijn. Vaak zal dat zijn doordat je aan de formule van f''
kunt zien dat die altijd positief of altijd negatief is. Of
het zou kunnen dat de vergelijking f '' = 0 een
discriminant heeft die negatief is (zodat er geen oplossing is).
Tenslotte zou het nog kunnen dat f '' = 0 wel een oplossing heeft
maar dat er geen tekenwisseling is. |
|
|
|
|
Voorbeeld: Voor welke p
heeft de grafiek van f(x) = x4
+ px3 + 9x2 géén
buigpunt?
Oplossing:
f '(x) = 4x3 + 3px2
+ 18x
f '' (x) = 12x2 + 6px +
18
12x2 + 6px + 18 = 0
heeft geen oplossing als de discriminant negatief is
(6p)2 - 4
· 12
· 18 = 0 geeft
p = ±Ö24
De discriminant is negatief als p >
Ö24 of als p <
-Ö24 dus in die gevallen is er
geen buigpunt. |
|
|
|
|
|
|
|
OPGAVEN |
|
|
|
|
1. |
Gegeven is de functie f(x)
= px3 + 2x2 + 6x
Voor welke p is de buigraaklijn van de grafiek van f
een stijgende lijn? |
|
|
|
2. |
Gegeven is de functie f(x)
= -x4 + px3
- 12x2 +
4x
- 10 |
|
|
|
|
|
a. |
Geef de coördinaten
van de buigraaklijnen
van de grafiek f(x) als p = 6 |
|
|
|
|
|
b. |
Waarom heeft de grafiek van f
geen buigpunten voor p = 4? |
|
|
|
|
|
c. |
Voor welke p heeft de grafiek
van f precies één buigpunt? |
|
|
|
|
|
|
3. |
Gegeven zijn de functies fp(x) =
2x3
+ x2 + p
De buigraaklijn van fp gaat door O.
Bereken p |
|
|
|
4. |
Gegeven zijn de functies
fa(x) door: |
|
|
|
Toon
aan dat de grafiek van fa voor geen enkele a
precies één buigpunt heeft. |
|
|
|
|
|
|
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)
|