|
|
Pjotr en de Spinaziemonsters. |
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
Er is een grote voorraad artikelen waarvan een gedeelte een verkeerde
eigenschap heeft. Denk aan bolletjesslikkers bij mensen die de douane
passeren, of namaakbiljetten tussen de echten in de kluis van een
bank.
In deze les bekijken we de spinazie die op een veiling in de buurt van
Tsjernobyl wordt aangeleverd, maar waarvan ten gevolge van een ongeluk
in een kerncentrale een gedeelte radioactief besmet is.
Pjotr werkt op de veiling en moet alle aangeleverde spinazie testen.
Gelukkig heeft hij een apparaat waar hij een willekeurig aantal
spinaziemonsters in kan stoppen en dat dan aangeeft of er besmetten bij
zijn (het apparaat zegt niet wélke besmet zijn, alleen óf er besmetten
zijn).
Als hij dan een groot aantal monsters moet “keuren” met dit apparaat,
dan kan hij kiezen uit twee verschillende strategieën: |
|
|
|
|
I. |
Meet de artikelen stuk voor stuk
|
II. |
Meet in
één keer een heel groepje. Als er geen verkeerden bij zijn ben je in één
keer klaar, anders meet je ze alsnog één voor één. |
|
|
|
|
De tweede methode heeft het voordeel ten opzichte van de eerste dat hij
sneller is als er géén verkeerde artikelen in het groepje zitten., maar
het nadeel dat hij langzamer is als er wél besmetten zijn.
In deze les gaan we onderzoeken wat de meest efficiënte strategie is om
zulke monsters met zo’n apparaat te testen. Hoe groot kunnen we de
groepjes het best kiezen, en hoe hangt dat af van het aantal besmette
monsters? |
|
|
|
|
Een voorbeeldberekening. |
|
|
|
|
Stel dat van alle aangeleverde
spinazie 10% besmet is, en dat een meting met het apparaat in totaal 5
minuten duurt.
Met methode I ben je dan per monster precies 5 minuten kwijt.
Met methode II zijn er twee mogelijkheden.
Stel dat Pjotr besluit om de spinazie in groepjes van 4 tegelijk te
meten. |
• |
Als alle monsters "schoon" zijn
ben je in totaal 5 minuten voor 4 monsters kwijt, dus dat is 1,25
minuut per monster. |
• |
Als er minstens één besmet is ben
je 5 + 4 • 5 = 25 minuten kwijt, dus per monster 6,25
minuten. |
|
|
|
|
De kans dat alle monsters schoon
zijn is 0,904 = 0,6561, dus de kans dat er minstens één
besmet is, is 1 - 0,6561 = 0,3439
Voor de gemiddelde tijd per monster geldt dan dus het tabelletje
hiernaast.
De gemiddelde meettijd is nu
1,25 • 0,6561 + 6,25 • 0,3439 = 2,9695. |
gemiddelde tijd |
kans |
1,25 |
0,6561 |
6,25 |
0,3439 |
|
|
|
|
|
Dat is vergeleken met die 5
minuten van methode I een verbetering van maar liefst 41%. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1. |
Stel dat van de aangeleverde spinazie 4% besmet
is, en dat Pjotr gaat meten in groepjes van 8 monsters tegelijk.
Bereken hoeveel verbetering/verslechtering dat is vergeleken met
elk monster apart te meten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het algemene geval.
|
We gaan een formule maken voor
het geval er p% besmet is, en Pjotr besluit de spinazie in
groepjes van n tegelijk te gaan meten.
De kans dat een groepje nu helemaal schoon is, is (1 - p)n
dus de kans dat dat niet zo is, is 1
- (1- p)n
Als alles schoon is kost het 5 minuten dus per monster 5/n
minuut
Als er besmetten bij zijn kost het 5 + 5n minuten, dus per
monster 5/n + 5.
Dat geeft de kansverdeling hiernaast. |
gemiddelde tijd |
kans |
5/n |
(1 - p)n |
5/n + 5 |
1 - (1
- p)n |
|
De gemiddelde tijd per monster is
nu de verwachtingswaarde:
E = 5/n • (
1 - p)n + (5/n +
5) • (1 - (1 - p)n)
Haakjes wegwerken: 5/n(1
- p)n
+ 5/n - 5/n(1
- p)n + 5
- 5(1 - p)n =
5/n + 5 -
5(1 - p)n
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Stel dat 1% van de monsters besmet is.
Bereken in dat geval de optimale groepsgrootte waarmee Pjotr de
monsters moet meten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3. |
Vul de volgende tabel in: |
|
|
|
|
|
|
|
% besmet |
1% |
2% |
3% |
4% |
10% |
20% |
30% |
40% |
optimale groepsgrootte |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Praktische opdracht:
Verzin een andere meetvariant voor Pjotr, en bereken daarmee de
optimale strategie om de spinazie te meten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|