Om de oppervlakte onder een
grafiek van een functie f uit te rekenen ontdekten
we de volgende regel:
Maar om deze succesvol te gebruiken moet je natuurlijk wél die
functie F kunnen bepalen. Die heet een primitieve van f
en zo'n functie opstellen noemen we primitiveren. Eerder
ontdekten we: F' = f
Primitiveren is dus eigenlijk "terug-differentiëren".
Deze opmerking is waarschijnlijk belangrijker dan je denkt. Het betekent
namelijk het volgende:
|
Als je denkt een primitieve van f gevonden te hebben
dan kun je altijd je poging controleren door te differentiëren.
Dan moet immers f de uitkomst zijn. |
|
Met machten gaat de gedachtegang ongeveer als volgt: |
|
|
|
|
|
Hier is een lijstje van wat deze gedachtegang
ons oplevert: |
|
|
functie |
primitieve |
x |
1/2x2 |
x2 |
1/3x3 |
x3 |
1/4x4 |
x4 |
1/5x5 |
x5 |
1/6x6 |
|
|
|
Daar in dat rechterrijtje zie je
natuurlijk de regelmaat wel!
Dat rijtje schreeuwt het uit: "Maak een formule van
mij!" "Maak een formule van mij!!"....
|
Die constante c staat er
voor de volledigheid bij. We hebben al gezien dat je hem voor alle
berekeningen best gelijk aan nul mag nemen.
Als er nog iets bij xn
staat |
|
|
• |
axn
Zo'n constante factor a schreef je bij differentiëren gewoon
over, dus bij primitiveren óók!
voorbeeld: f(x) = 3x4
geeft F(x) = 3 • 1/5x5
|
• |
xn
+ a
Kijk uit!!! De primitieve van een constant getal is NIET NUL! Je zoekt
immers een functie die a oplevert als hij wordt gedifferentieerd.
En dat is ax.
voorbeeld: f(x) = x2 + 3
geeft F(x) = 1/3x3
+ 3x |
• |
xn
+ xm
Meerder losse termen mag je gewoon apart primitiveren (net zoals je
ze vroeger apart mocht differentiëren). Hier staan dus eigenlijk twee
losse opgaven.
voorbeeld: f(x) = x2 + 2x3
geeft F(x) = 1/3x3
+ 2 • 1/4x4
|
|
|
1. |
Geef een primitieve functie van: |
|
a. |
f(x) = 4x5 |
d. |
f(x) = x6 + 2x4
|
|
|
b. |
f(x) = 2x2
- 4x |
e. |
f(x) = 3 - 2x5 + x |
|
|
c. |
f(x) = 1/2x4
+ 3 |
f. |
f(x) = (2x + 3)2
(pas op!!) |
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Bereken algebraïsch de oppervlakten
onder de volgende grafieken: |
|
|
a. |
y = 6x - x2
tussen x = 0 en x = 6. |
|
|
b. |
y = 4x + 3 tussen x
= 2 en x = 5. |
|
|
c. |
y = x4 - 6x2 +
4x +10 tussen x = 0 en x = 4. |
|
|
|
|
|
|
Vreemdere
machten... |
|
|
De regel om xn
te primitiveren is een erg machtige. Je kunt er namelijk (bijna) alle
machten mee primitiveren, ook als n geen geheel getal is. Dus
ook: |
|
|
• |
√x
= x0,5 en de primitieve wordt met de
regel 1/1,5 • x1,5
= 2/3x√x
En dan natuurlijk ook dingen als x√x
= x1,5 met als primitieve 1/2,5
• x2,5 = 2/5x2√x |
• |
1/x2
= x -2 en de primitieve wordt met de regel
1/-1 • x-1 = -1/x
En dan natuurlijk ook dingen als 1/x3
= x -3 enz. |
|
|
Er is eigenlijk maar één macht
van x die niet wil, en dat is x-1 .
Als je onze geweldige regel namelijk op x-1 toepast
krijg je 1/0 • x0 , en
zoals je wel zult weten mag je niet door nul delen, dus die 1/0
is streng verboden. Hoe x-1 dan wél moet zullen we
later nog zien......
Complicaties...
Denk erom dat je haakjes eerst wegwerkt en grotere breuken eerst
vereenvoudigt.
Twee voorbeeldjes zullen duidelijk maken hoe het werkt: |
|
|
• |
f(x) = x2
(x - √x)
Voor je kunt primitiveren moeten eerst de haakjes weg: f(x)
= x2 • x - x2 • √x
= x3 - x2,5
Dat geeft primitieve: F(x) = 1/4x4
- 1/3,5x3,5
= 1/4x4 - 2/7x3√x |
• |
|
|
Voor
je kunt primitiveren moet eerst de breuk weg:
|
|
|
Dat geeft primitieve F(x)
= 1/5x5 +
2 • 1/-1x-1
= 1/5x5
- 2/x |
|
|
3. |
Geef een primitieve functie van: |
|
a. |
f(x) = 5√x
+ 2x |
d. |
f(x) = 1/√x |
|
|
b. |
f(x) = 4/x3
+ 2/x2 |
e. |
f(x) = 2x√x
+ 5/x3 -
1 |
|
|
c. |
f(x) = 1 - x2√x |
f. |
f(x) = x4
- x4√x |
|
|
|
|
|
|
|
4. |
Geef een primitieve functie van: |
|
a. |
f(x) = (x2 - 1)(√x
+ x) |
c. |
x4 • (x2 - 1/x3) |
|
|
b. |
|
d. |
|
|
|
|
|
|
|
|
5. |
Bereken algebraïsch de oppervlakten onder de volgende
grafieken: |
|
a. |
f(x) = 2 + 2√x
tussen x = 0 en x = 9. |
|
|
b. |
f(x) = 4/x2
tussen x = 1 en x = 2. |
|
|
c. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|